Wederliefde
Het is waar van hen die Jezus van harte liefhebben, dat zij niet alleen tevreden zijn dat ze Hem kennen, Hem hoogachten en begeren. O nee, het is hen om Hem te doen. Zij moeten Hem bij zich tegenwoordig hebben. Zij moeten in Zijn gemeenschap komen, opdat ze bij ondervinding mogen vernemen wat al zoetigheid en zaligheid in en bij Hem is.
Hoe wordt alles bevestigd in deze tekstwoorden. Want Jezus heeft hen die Hem in waarheid liefhebben, beantwoord met een wederliefde. Die wederliefde is een ernstig en een werkzaam willen om Hem te mogen vinden. Daarom zegt onze tekst dat het zoeken niet vruchteloos zal zijn, maar een vinden van Hem tot gevolg zal hebben.Wij zullen eerst bekijken aan wie deze belofte gedaan wordt en dan de belofte zelf onderzoeken. Geen wonder dat Christus Zichzelf hier voorstelt als het voorwerp van een zoekende ziel. Hij toch is het alleen die men zoeken moet. Al wat een zoekende ziel nodig heeft, is bij en in Hem te vinden. Hij is het in Wie alles te vinden is, Hij is het in Wie alles begeerlijk is, Hij is het die hoogst nuttig is voor de ziel. Hij zegt: „Want die Mij vindt, vindt het leven en trekt een welgevallen van de Heere.” (Spreuken 8:35). Als men Hem mist, mist men de zaligheid, want er is geen andere.
Cornelis van Vollenhoven (”Waarheid in het binnenste”, 1759)
