NGB blijft onverkort in SoW-kerkorde
De kerkorde van de toekomstige verenigde SoW-kerk verwijst naar de oorspronkelijke teksten van de belijdenisgeschriften. Dat geldt, aldus het gereformeerde kerkbestuur, ook voor de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB).
Het moderamen heeft dit geantwoord in een brief aan het echtpaar De Ruig uit Bennekom. Dit staat in de informatienota voor de gereformeerde synodevergadering van 15 november. Het echtpaar had erop gewezen dat de gereformeerde synode in 1905 besloot de passage „om te weren en uit te roeien alle afgoderij en valse godsdienst en het rijk van de Antichrist te gronde te werpen” uit artikel 36 (over het ambt van de overheid) te schrappen.
De familie De Ruig vroeg zich af naar welke tekst artikel I, lid 4 van de kerkorde van de verenigde kerk verwijst: naar de oorspronkelijke tekst of naar de tekst volgens het besluit van de gereformeerde synode van 1905.
Via zijn kerkenraad legde het echtpaar de synode het verzoek voor om óf het besluit van 1905 te herroepen óf in de nieuwe kerkorde het besluit van 1905 herkenbaar te doen meegaan.
Het moderamen ziet echter geen aanleiding om actie te ondernemen. Volgens het kerkbestuur heeft de synode in de jaren zeventig impliciet het besluit uit 1905 al herroepen. In 1971 sprak de gereformeerde synode (van Dordrecht) namelijk uit dat „de drie formulieren van enigheid ongewijzigd dienen te blijven.” Die uitspraak is, aldus het moderamen, uitdrukking van het gegroeide inzicht dat wijzigingen aanbrengen in oude teksten op basis van nieuwe inzichten onbegonnen werk is en geen recht doet aan de interne samenhang van de geloofsverwoording van deze teksten.
De synode besloot toen wel een nieuwe vertaling van de belijdenisgeschriften aan de mindere vergaderingen voor te leggen. „In deze voorlopig door de synode aanvaarde test zijn de in 1905 omstreden en geschrapte woorden onverkort opgenomen, zonder enige aantekening van het besluit van 1905.” En wanneer in 1979 de synode van Delft de reacties van de mindere vergaderingen verwerkt, blijkt op geen enkele wijze dat die iets hebben opgemerkt over de impliciete wijziging van artikel 36 ten opzichte van het besluit van 1905, aldus het kerkbestuur.
Op grond hiervan is het moderamen van mening dat het besluit uit 1905 al is herroepen, zij het impliciet. Het merkt daarbij wel op dat het er niet om gaat of de inhoudelijke beoordeling van de geschrapte woorden sinds 1905 wel of niet is veranderd. De wijziging komt voort uit het nieuwe inzicht dat het wijzigen van de tekst van de belijdenisgeschriften niet de goede manier is om uitdrukking te geven aan de levende omgang met deze geschriften.