Hiermee wil de regering de productietijd en dus ook de electriciteitsvraag van bedrijven spreiden. Zo wil het de overbelasting van electriciteitscentrales tegengaan.Christenen in Papoea vinden het echter onbegrijpelijk dat de dag des Heeren moet wijken voor het nooddecreet van de regering. Begin vorige week gaven betogers via een felle demonstratie in de Papoeaanse hoofdstad Jayapura blijk van hun woede en verbazing. Het regeringsdecreet vormt volgens hen het bewijs van de groeiende ongevoeligheid van Jakarta voor de rechten van de christelijke minderheid in Indonesië.

Het decreet is op 21 juli van kracht gegaan maar leidde pas begin augustus tot grote ophef bij christelijke gemeenschappen in met name West-Papoea. De regering nam de maatregel na maanden van urenlange storingen die een groot aantal bedrijven lamlegden. Protesten en dreigementen van onder andere Japanse bedrijven om hun werkzaamheden naar het buitenland te verplaatsen, zorgden voor een enorme druk op de Indonesische regering. De minister van Industrie, Fahmi Idris, verklaarde na het regeringsbesluit in juli dat de verplaatsing van werktijden een pure noodzaak is voor productiebedrijven in Indonesië.

De minister van Binnenlandse Zaken, Mardiyanto, probeerde vorige week tijdens zijn werkbezoek aan de provincie Papoea de gemoederen tot bedaren te brengen. In een verklaring onderstreepte hij dat het werken op zondag slechts geldt voor fabrieksarbeiders in de industriegebieden op Bali en Java. Na de verklaring van de regeringsvertegenwoordiger zou de golf van protest van kerkgemeenschappen in West-Papoea enigszins zijn afgenomen.

Maar het kwaad lijkt bij veel Papoea’s al te zijn geschied. Het decreet past voor veel christenen naadloos in de reeks van ontwikkelingen die in hun ogen het christendom ondermijnen in West-Papoea. De afgelopen jaren heeft de komst van tienduizenden Indonesische moslims naar West-Papoea geleid tot een enorme groei van moskeeën en moslimorganisaties.