Ware discipelen
„Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug…”
Johannes 6:66Het is opmerkelijk wat wij lezen in het boek Ruth over Naomi en haar schoondochters. Zij gaf hen de vrijheid om terug te keren naar hun land. Ziet, zegt Naomi tot Ruth, uw zwagerin (Orpa) is weergekeerd tot haar volk en haar goden. Keert gij ook weder. Maar Ruth bleef haar schoonmoeder aankleven en wilde haar niet verlaten. Ruth gaf hier een bewijs dat zij verkoren had de ware God te dienen en aan te kleven.
Hoe overeenkomstig is het voorbeeld hier in onze tekst. Een menigte van de mensen die tot nog toe bij Jezus waren, verliet Hem. Zij gingen terug. Jezus stelt nu aan Zijn discipelen voor of zij ook niet willen weggaan. Petrus verklaart uit aller naam dat zij voornemens waren bij Hem te blijven en zegt: „…tot wien zullen wij heengaan?”
Het is bekend dat Jezus veel discipelen had, maar in het bijzonder waren het die twaalf. In onze tekst zijn het echter zulke discipelen, die wij niet voor de echte en ware discipelen van Jezus houden. Het zijn discipelen van naam, doch zij waren het niet met de daad, ook zij niet die zich uitwendig als Zijn discipelen gedroegen. Zij deden alsof zij Jezus’ discipelen waren en luisterden voor een tijd naar Zijn onderwijs.
Cornelis van Vollenhoven