Buitenland

Stembusgang van vitaal belang voor Bush

Volgende week dinsdag trekken de Amerikanen massaal naar de stembus. Tenminste, dat hopen de vele politici die de afgelopen maanden hun uiterste best hebben gedaan om hun medeburgers ervan te overtuigen dat zíj, en zíj alleen, het beste voor hebben met de kiezers en hun kostbare belastinggeld.

Koen Corver
1 November 2002 18:27Gewijzigd op 13 November 2020 23:55

Er staat veel op het spel. Allereerst draaien de verkiezingen om kandidaten voor tal van lokale en regionale functies. Dat varieert van burgemeesters, sheriffs, officieren van justitie, rechters (in 42 staten) tot parlementariërs van afzonderlijke staten. In een aantal staten wordt ook beslist over de vraag wie er gouverneur wordt of blijft. Federaal wordt er gestemd voor de 435 zetels in het Huis van Afgevaardigden en voor eenderde (34) van de honderd zetels in de Senaat.

De uitkomsten van deze twee laatste stemmingen zijn van groot belang voor de Republikeinse president George W. Bush. Toen hij begin vorig jaar aantrad, hadden zijn partijgenoten een kleine meerderheid van vijftien zetels in het Huis van Afgevaardigden. In de Senaat beschikten Republikeinen én Democraten over vijftig zetels. Dat betekende in feite een meerderheid voor de Republikeinen, omdat vice-president Cheney meestemt als de stemmen in de Senaat staken.

Die situatie veranderde toen de Republikeinse senator James Jeffords (Vermont) vorig jaar uit de Republikeinse fractie stapte, uit onvrede over het beleid van de regering. Hij bleef zitten als onafhankelijke senator. Daardoor werd de Democratische fractie met één zetel meerderheid de grootste. Dat gaf de Democraten het afgelopen jaar de mogelijkheid tal van in hun ogen ongewenste initiatieven van de Republikeinse regering te blokkeren. De samenstelling van het Congres (Huis van Afgevaardigden plus Senaat) is voor president Bush dus van groot belang, omdat daarvan voor een belangrijk deel het succes van zijn beleid afhangt, en daarmee zijn kans op herverkiezing in 2004. Het presidentschap staat ditmaal niet op het spel, vandaar de term ”tussentijdse verkiezingen”.

De Democraten en de Republikeinen hebben hun aandacht de afgelopen maanden vooral gericht op het behoud of de herovering van de meerderheid in Huis en Senaat. Daarbij heeft men zich vooral geconcentreerd op de politiek onzekere bastions. De Republikeinen besteedden daarbij veel aandacht aan een aantal zuidelijke staten. Zes van de twaalf ’wankele’ Senaatszetels zijn namelijk zuidelijke zetels. Een van de heftigste strijdtonelen vormde Louisiana, waar niet minder dan drie Republikeinen het opnamen tegen de Democatische kandidate Mary Landrieu, die haar Senaatszetel verdedigt. Betekent dat geen zekere nederlaag voor de Republikeinen als die elkaar onderling ook nog bestrijden?

„Ja en nee, dat hangt ervan af hoe je het bekijkt. Mary Landrieu is momenteel veruit de kansrijkste kandidate. Door drie tegenkandidaten het veld in te sturen, hopen de Republikeinen het kiesresultaat te fragmentariseren, zodat Landrieu in de eerste ronde -komende dinsdag- de vereiste 50 procent van het aantal stemmen niet haalt. Lukt hun dat, dan is er op 7 december een tweede ronde nodig. Het lijdt geen twijfel dat zij dan álle middelen zullen inzetten om Landrieu van de overwinning af te houden”, zo meent Jennifer Duffy, politiek analiste van het onafhankelijk politieke tijdschrijft The Cook Political Report.

Terwijl de Republikeinen zich vooral concentreerden op het zuiden, richtten de Democraten zich op het westen. Volgens opiniepeilingen hebben zij een kans om de Republikeinse meerderheid te doorbreken in staten als Arizona, Colorado, Idaho, Montana, Nevada, New Mexico, Utah of Wyoming. „Vooral in Arizona, New Mexico en Wyoming lijken kiezers genoeg van de Republikeinse suprematie te krijgen en oog te hebben voor wat de Democraten aanbieden als „pragmatische politieke oplossingen.” Dat biedt dus mogelijkheden om extra Democratische afgevaardigden naar het Congres te sturen”, aldus Floyd Ciruli van het politieke onderzoeksbureau PEW Research Center in Washington.

Een zorgelijke ontwikkeling voor de Democraten is daarentegen de verschuiving onder de zwarte bevolking, die traditiegetrouw in meerderheid voor de Democraten stemt. Volgens een onderzoek van het Joint Center for Political and Economic Studies in Washington is minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell onder de zwarte bevolking populairder is dan de zwarte leider dominee Jesse Jackson. „Bij ons laatste onderzoek identificeerde 63 procent van de zwarte bevolking zich als Democraat. Dat was twee jaar geleden nog 74 procent. Deze verschuiving vindt voornamelijk plaats onder de jongeren, en dat betekent dat deze trend zich de komende jaren zal voortzetten”, zo meent David Bositis van het Joint Center.

Het is mogelijk dat het na volgende week dinsdag even duurt voordat de exacte samenstelling van het nieuwe Congres bekend is. In verschillende districten wordt het volgens de peilingen een nek-aan-nekrace. Dat betekent dat er misschien een tweede beslissende ronde moet komen. Maar het kan ook zijn dat de kandidaat die nipt verliest de geldigheid van de verkiezing betwist en eventueel naar de rechter stapt. Een herhaling dus van de bizarre geschiedenis in Florida van twee jaar geleden. Boze tongen beweren dat een paar bekende advocatenkantoren zich al op die worsteling voorbereiden.

Naarmate het einde van de campagne nadert, worden de radio- en televisieboodschappen grimmiger. „Golisano liegt en wat het ergste is: hij wéét dat hij liegt”, aldus een recente radioboodschap. Die had het gemunt op miljardair Golisano, de onafhankelijke kandidaat voor het gouverneurschap van de staat New York. Zulke boodschappen worden nooit door politieke tegenstanders zélf in omloop gebracht, maar door „vrienden van.” Wordt het vuilspuiten al te gek, dan kan de kandidaat die daarvan profiteert altijd beweren dat hij van niets wist en dit soort methoden natuurlijk afkeurt.

In sommige staten creëert de actualiteit nieuwe onderwerpen voor de campagnes, zoals in Maryland, waar de bevolking de afgelopen weken werd geterroriseerd door twee inmiddels aangehouden sluipschutters. Gouverneurskandidate Kathleen Kennedy (dochter van wijlen senator Robert Kennedy) wijst in haar campagne op het gevaar dat vuurwapens in de VS zo makkelijk verkrijgbaar zijn. Zij beschuldigt haar tegenstander ervan tegen registratie van vuurwapens te zijn. „De Republikein Robert Ehrlich voert campagne met geld van de wapenlobby, daarom is hij tegen scherpere wetgeving op dit gebied”, aldus Kennedy.

En dan zijn er de onverwachte ontwikkelingen, zoals in Minnesota, waar senator Paul Welstone tijdens zijn campagne omkwam bij een vliegtuigongeluk. Oud-vice-president Walter Mondale nam de campagne van Welstone over. De Republikeinen zijn blijkbaar bang dat de Democraten zullen profiteren van zogeheten ”medelijdenstemmen”. Zij openden onmiddellijk het vuur op Mondale. Inhoudelijk heeft de korte verkiezingscampagne overigens weinig diepgang te zien gegeven. President Bush en zijn partijgenoten hamerden vooral op de kwestie Irak en de noodzaak daar in te grijpen. De Democraten poogden de aandacht om te buigen naar het mislukte economische beleid van Bush, maar slaagden maar ten dele in hun opzet.

De gouverneursverkiezingen zijn voor buitenstaanders meestal minder interessant, omdat zij geen direct effect hebben op de landelijke Amerikaanse politiek. Maar er is dit jaar één race die de aandacht verdient. Dat is de strijd in Florida, waar gouverneur Jep Bush hoopt op een tweede termijn. Aanvankelijk leek dat gesneden koek voor deze ervaren politicus, maar de Democratische kandidaat Bill McBride is de laatste dagen gevaarlijk dicht in de buurt van de broer van president Bush gekomen. Dit is volgens politieke waarnemers de schuld van Bush zelf. De afgelopen zomer stemden bij een referendum namelijk een half miljoen inwoners van Florida voor een beperking van de omvang van klassen in het openbaar onderwijs.

Gouverneur Bush verzette zich daartegen en waarschuwde dat dit veel te veel geld zou gaan kosten. Een ernstige politieke misrekening: de stemmers nemen hem zijn standpunt volgens de peilingen bijzonder kwalijk. Geen wonder dat de onervaren McBride, die de Democratische voorverkiezing won van oud-minister van Justitie Janet Reno, het onderwijsinitiatief van harte steunde. George Bush moest zijn oudere broer Jep te hulp komen en hem in zijn campagne steunen. President Bush deed dat plichtsgetrouw, maar het wordt desondanks kantje boord voor de gouverneur van Florida. Politiek gezien zou het geen drama zijn als hij zou verliezen, maar het zou voor de Republikeinen en voor president Bush persoonlijk psychologisch een grote klap betekenen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer