Kerk China bloeit tegen verdrukking in
De kerk in China bloeit, ondanks alle tegenwerking van de overheid. Gary Gnidovic zag met eigen ogen dat elke zondag de talloze christelijke bijeenkomsten op veel belangstelling kunnen rekenen en dat de overheid soms zelfs meewerkt.
Toen ik ongeveer anderhalve week op reis was door China, had ik een aardig goed gevoel over mijn zelfredzaamheid. Ik had geleerd hoe ik met taxichauffeurs moest communiceren, mijn weg moest vinden per bus, en -veel belangrijker- hoe ik een menukaart in het Mandarijn moest interpreteren.Maar hoogmoed komt voor de val. Vroeg in de avond, toen ik op zoek was naar een Drie-Zelfkerk, viel ik recht in een open en onbewaakte put. De Chinezen weten dat ze voor zulke gevaren moeten uitkijken, maar ik had zelfs niet nagedacht over die mogelijkheid.
Ik greep mezelf vast voor ik helemaal naar beneden viel -langs 3 meter diepe wanden van onafgewerkt cement en modder- maar ik kwam niettemin trillend, bebloed en onthutst weer tevoorschijn. Al vlug boden een jonge vrouw en haar ouders me hun hulp aan, en een groep goedbedoelende mensen ging in een nauwe kring om me heen staan. Ik deed mijn best om uit te leggen wat er gebeurd was, en ik werd spoedig begeleid naar een wachtende patrouilleauto waar een agent de deur voor me openhield - hij bood aan me naar de kerk te brengen.
Niet ondergronds
Deze ervaring gaf me een nieuwe blik in de wereld van de Chinezen en de snelgroeiende aanwezigheid van het christendom in China. Ik ging er met m’n camera heen, om een beter begrip te krijgen van deze kerk. Ik kwam ervan terug met een gevoel dat de Geest van God er werkt op een bijzondere manier. Het leek alsof iedere christen die ik tegenkwam in de laatste zes jaar tot bekering was gekomen.
Ik bezocht geregistreerde gemeenten (de Drie-Zelfkerk) en niet-geregistreerde huisgemeenten. Het is verleidelijk om te denken dat geregistreerde kerken in een socialistisch land geneutraliseerd en aangepast zijn, maar de kerken die ik bezocht heb waren levendig. Ongeregistreerde gemeenten worden meestal als ”ondergrondse kerken” aangeduid, maar deze term is niet langer van toepassing. Jonge gelovigen bewegen zich ook steeds vaker tussen beide kerken.
Met de veranderende economie van China verandert ook de maatschappij. China’s jonge middenklassebevolking zoekt naar nieuwe betekenis in haar leven, en de ouderen willen de leegte opvullen nu ze het marxisme hebben opgegeven.
Hal
Mijn eerste stop was bij een huisgemeente in een grote stad midden in China. Deze kerk begon 15 jaar geleden in de huiskamer van een vrouw die ik Yen zal noemen. Ze had vroege jeugdherinneringen aan de contacten van haar grootouders met Britse zendelingen. In de jaren ’80 werd ze bijzonder nieuwsgierig naar de Bijbel. Yen en haar gezin begonnen op zondag erediensten te beleggen in hun kleine appartement, en al spoedig sloten anderen zich bij hen aan.
Inmiddels is Yen de vrouw van een predikant, en de kerk van het echtpaar telt 800 leden. Op zondagmorgen komen ze bij elkaar in een helder verlichte lobby van een groot openbaar gebouw. De bijeenkomsten worden begonnen met zingen. Er wordt gebeden voor de regering, waarbij God gevraagd wordt de leiders te zegenen en hun wijsheid te geven om het land te leiden. De zondag dat ik erbij was, wandelden buitenstaanders de hal binnen om te luisteren; aan het einde gaven negen nieuwe mensen zich over aan Christus.
Na de dienst bezochten gemeenteleden urenlang allerlei jongeren met geestelijke en lichamelijk handicaps, wezen en een tehuis voor ouderen die aan dementie lijden. Sommige leden adopteren gehandicapte kinderen - een uitdagende taak die zeldzaam is in de Chinese cultuur.
Weeshuis
Later toen ik door de buitenwijken van Peking reisde, bezocht ik een school voor kinderen van gastarbeiders en later een weeshuis. Er zijn alleen al in Peking 5 miljoen migranten. Leden van huisgemeenten stichtten en leiden beide instellingen, die bijzonder sober zijn naar westerse maatstaven. De kinderen leken gelukkig, goed opgevoed en geconcentreerd. Mijn camera vormde nauwelijks een afleiding.
In Peking kwam ik een jonge intellectueel tegen, wiens eerste geloofsstap bestond uit het lezen van de Deense filosoof Soren Kierkegaard. Hij bereidt nu boeken voor de academische markt voor die het christelijk geloof onderzoeken.
En andere christen, een mensenrechtenactivist op weg naar Peking, vertelde over een zaak die hij aan het voorbereiden is om gelijke juridische behandeling te bewerkstelligen voor gehandicapte Chinezen. In weer een ander gesprek beschreef een invloedrijke econoom zijn overtuiging dat het christelijke geloof een stimulans is voor innovatie en een raamwerk biedt voor de juiste omgang met geld.
Voor de middag van mijn laatste zondag werd ik uitgenodigd op de 28e verdieping van een wolkenkrabber in het centrum van Peking. Hier, in het kantoor van een reclamebureau, komen iedere week christelijke ”young professionals” bijeen voor een eredienst. Ik zag het gezicht van een vrouw (een bezoekster) veranderen, toen de Heilige Geest haar waarschijnlijk voor de eerste keer aanraakte.
Evergreen
Natuurlijk, er zijn uitdagingen voor de Chinese kerk. Er zijn te weinig gerijpte predikanten. Cultussen trekken velen af van de waarheid. Er zijn spanningen tussen Christelijke leiders. Ongeregistreerde gemeenten lopen nog steeds gevaar.
Hoe kunnen christenen in het westen helpen? In de Shanxiprovincie ontdekte ik het werk van Shanxi Evergreen Service. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Noorse zendeling Peter Torjesen, die de Chinezen ”Leaf Evergreen” noemden, gedood bij een Japanse aanval. Lokale ambtenaren eren hem als een martelaar.
In 1990 nodigden ambtenaren de familie Torjesen uit om Shanxi te bezoeken om te herdenken dat Peter vijftig jaar geleden werd vermoord. Na afloop vroeg Finn Torjesen de ambtenaars of zijn familie de zendingsarbeid van zijn grootvader mocht voortzetten. De ambtenaren gingen akkoord. Sinds 1993 heeft Evergreen Service bereikt wat vrijwel onmogelijk werd geacht: ze zijn een officiële christelijke stichting; en in de VS is Evergreen een geregistreerde vrijwilligers- (en evangelisatie)organisatie.
Evergreen staat naast de kerken. Naast dat men plattelandsfamilies landbouwtechnieken leert, worden ook gemeenschapsontwikkeling, onderwijs en opvoedingsadviezen aangeboden. Overtuigd van het idee dat christenen China het beste kunnen dienen door open te zijn over het geloof, creëert men belangrijke openingen. Evergreen vat het zendingswerk in vier eenvoudige woorden samen: ”Shanxi dienen, Christus weerspiegelen”. Evergreen is slechts een van de vele veelbelovende voorbeelden.
De auteur is redacteur bij het Amerikaanse magazine Christianity Today, waaruit dit artikel met toestemming is overgenomen.