Westen moet Georgië nadrukkelijker helpen
Het Westen moet het nadrukkelijker opnemen voor Georgië, stelt luitenant-kolonel dr. Marcel de Haas in reactie op het conflict in de Kaukasus. Georgië moet snel het NAVO-lidmaatschap krijgen en Europa moet vredestroepen naar het land sturen.
Op de Kaukasus woedt een oorlog tussen een herrezen supermacht, Rusland, en een kleine democratie-in-wording, Georgië. Tegelijkertijd is dat conflict onderdeel van een veel grotere strijd om macht en invloed tussen een assertief Rusland en een verdeeld Westen, waarbij politieke maar ook economische belangen op het spel staan. Nu het conflict steeds verder escaleert kan het Westen niet langer afzijdig blijven. NAVO en EU zullen concrete maatregelen moeten nemen om hun partners te steunen en Rusland duidelijk te maken waar de grenzen liggen van aanvaardbaar gedrag.Het conflict breidt zich steeds verder uit. Rusland voert nu een oorlog op vier fronten. Tegelijkertijd met militaire actie in Zuid-Ossetië heeft Rusland luchtaanvallen uitgevoerd op doelen in Georgië zelf. Dit weekend voerde Rusland ook militaire versterkingen aan in de andere separatistische regio, Abchazië, en liet het zijn Zwarte Zeevloot Georgische havens blokkeren. Rusland negeert het eenzijdige Georgische bestand en verklaart ook de regering van Saakasjvili omver te willen gooien. Voorts beschuldigt Rusland Oekraïne van wapenleveranties aan Georgië en Oekraïne ontzegt Rusland de terugkeer van diens Zwarte Zeevloot naar de thuishaven op de Oekraïense Krim. De Amerikaanse vicepresident, Cheney, liet weten dat de Russische agressie niet onbeantwoord kan blijven. Zo krijgt een lokaal gewapend conflict regionale en mogelijk zelfs mondiale repercussies.
Internationaal recht
Wie is de agressor in dit conflict? Georgië ving aan met militair ingrijpen in Zuid-Ossetië, maar wel na weken van oplopende schermutselingen van Zuid-Ossetische kant. Het was opvallend dat de Georgische aanval al enkele uren later werd beantwoord met een inval van honderden Russische tanks en pantservoertuigen en duizenden manschappen. En nog opmerkelijker was het dat kort daarop ook Russische grondtroepen in Abchazië en Russische marineschepen en luchtstrijdkrachten in diverse regio’s klaarstonden om in te grijpen. Dat wijst op een geplande grootschalige militaire operatie van Russische zijde.
De strijd is van ongelijke aard, tegenover de Georgische krijgsmacht van 25.000 man staan 1 miljoen Russische militairen. Daarbij heeft Rusland, dat altijd prat gaat op het primaat van het internationale recht, dit juist op grove schaal geschonden. Rusland heeft met militair ingrijpen op het grondgebied van een soevereine staat het non-interventiebeginsel van het Handvest van de Verenigde Naties geschonden. Verder laten de beelden van gebombardeerde Georgische volkswijken zien dat ook civiele doelen zijn bestookt, in strijd met de Conventies van Genève.
Belangenstrijd
Rusland heeft Georgische olie-installaties in de havenstad Poti gebombardeerd. Dat maakt het conflict ook onderdeel van de lopende ’veldslag’ met het Westen, dat met alternatieve pijpleidingen door Azerbeidzjan en Georgië de Russische energiedominantie wil doorbreken.
Moskou beoogt voorts verdere uitbreiding van de NAVO te voorkomen en het Westen duidelijk te maken dat het weg moet blijven uit deze traditionele invloedssfeer van Moskou.
Wat moet het Westen doen? De verdeelde NAVO moet het boetekleed aantrekken voor de verkeerde besluitvorming van de Boekaresttop van april en nu alsnog onmiddellijk aan Georgië en Oekraïne -dat sindsdien ook onder vuur ligt van Russische verbale en subversieve activiteiten- het kandidaat-lidmaatschap, het Membership Action Plan, toekennen, als gebaar dat het Westen zijn partners niet laat vallen onder Russische intimidatie.
Verder moet de EU van het Kremlin de stationering eisen van een Europese vredesmacht naast de Russische, in beide separatistische regio’s van Georgië. Met zo’n resoluut beleid toont het Westen verantwoordelijkheid voor veiligheid en stabiliteit in Europa, waarmee zowel de partners als de eigen belangen zijn gediend.
De auteur is Ruslandkundige en als onderzoeker internationale veiligheid verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.