Binnenland

„Ik zet niet alles angstig op papier”

Het is nog geen half augustus, maar op de basisscholen in het noorden zijn de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar in volle gang. Maandag komen de kinderen.

L. Vogelaar
8 August 2008 23:28Gewijzigd op 14 November 2020 06:12

Op de Ds. E. du Marchie van Voorthuysenschool op Urk vervingen bouwvakkers vrijdag zes ramen in het dak. „Voor de bouwvakvakantie lukte dat niet meer. Ik heb gezegd: Graag klaar voordat het schooljaar begint”, zegt directeur A. C. Lukas.In de personeelskamer buigt leerkracht D. Wijma zich over de jaarplanning. „Staan de juiste data van de herfstvakantie erop?” Over die data ontstond de achterliggende tijd verwarring door een fout van het ministerie. „In die foute week heb ik een vakantie geboekt”, zegt een leerkracht met een stalen gezicht. Zijn directeur trapt er niet in.

Het nieuwe schooljaar telt in het noorden van het land 42 weken, volgend jaar 40, het jaar daarna 38. Dat komt door de vakantiespreiding, waarbij het noorden, midden en zuiden van Nederland beurtelings vroeg vakantie krijgen. Directeur Lukas, inmiddels 35 jaar actief in het onderwijs, heeft de invoering van de spreiding meegemaakt. Voor- of nadelen van een vroege of late vakantie? „Ik hoor de collega’s er zelden over.”

Wie vroeg vakantie krijgt, heeft een korter schooljaar, geen kortere vakantie. Die blijft zes weken tellen. Officieel. „In de praktijk ben je de eerste en de laatste week best veel voor school bezig”, zegt de directeur. „In de vier weken ertussen ben ik dit jaar een paar ochtenden naar school geweest, maar in het algemeen kan ik dan best goed afstand nemen. Normaliter ben je in je hoofd voortdurend aan het organiseren. Dat hoeft in die weken niet. Als me iets te binnen schiet, schrijf ik het op en daarna zet ik het van me af. In de eerste week dat ik weer aan de slag ga, werk ik dat lijstje af.”

Tijdens de zomervakantie is er grote schoonmaak. „Dan staan alle meubels op een hoop. Het eerste werk van de leerkrachten was deze week het klaarzetten van de tafels en stoeltjes.”

Bij juffrouw Van Rees staan er van elk zeventien in het lokaal. „De kleinste klas van de school”, lacht ze. „Vorig jaar had ik in Drachten 38 kleuters, dat was wel even wat anders.”

Dit is haar derde school. „Na zes jaar onderbouw wilde ik wat anders. Vanuit Emmeloord is Urk ook veel dichterbij dan Drachten.”

Op de Voorthuysenschool, zoals hij in de volksmond heet, krijgt ze groep 5. De voorbereidingen kostten haar deze week drie middagen en een hele dag. „En de nodige avonden. Heel leuk om je op iets nieuws te oriënteren.”

De school -vernoemd naar een predikant die twee perioden op het voormalige eiland diende- start elk jaar met zo’n 180 kinderen en groeit in de loop van het schooljaar naar ongeveer 195 leerlingen. „We beperken ons bewust tot acht groepen”, zegt directeur Lukas. „Dat kunnen we ons permitteren doordat er vier reformatorische basisscholen op Urk zijn.”

Deze week schreef Lukas de eerste maandelijkse nieuwsbrief van het nieuwe jaar, de leerkrachten kregen het concept voor de nieuwe schoolgids in hun postvakje en voor de ouders werd een leerlingenboekje -met namen en adressen van de klas van hun kind- klaargemaakt. Vanavond opent ds. T. Klok het schooljaar tijdens een bijeenkomst in de kerk. „Op Urk moeten zulke dingen altijd op zaterdag, anders zit een deel van de vaders op zee.”

Posters
In het lokaal van groep 6 zit meester Blom gebogen over de methode Taalfontein. „Die is nieuw voor me. Veel strakker gepland dan Tong en teken, de methode die ik vorig jaar had. Dat is wel even een omschakeling.”

Met grote letters heeft Blom „Welkom in groep 6” op het bord geschreven. Het programma van de eerste dag staat erop, en het psalmvers dat de kinderen de eerste week leren. Rechts staan de eerste namen achter KD (klassendienst) en SCD (schoenencontroledienst) ingevuld. „Die laatste afkorting dateert uit mijn militairediensttijd. Hier moeten ze zorgen dat de schoenen in de hal netjes staan.”

Op het bureau van de leerkracht liggen verhalenboeken over de kerkgeschiedenis klaar. „Die gebruik ik, en de plaatselijke kerkhistorie betrek ik ook bij de lessen.”

Blom begint aan zijn tweede jaar in groep 6. „Voor die tijd was ik 25 jaar slager. Een mooi ambacht, maar ik wilde het niet tot mijn 65e doen. Het bezig zijn met kinderen, het helpen van leerlingen met problemen en het contact met ouders zijn een veel rijkere ervaring.”

Tijdens de vakantie zette de Urker leerkracht de school van zich af. Deze week ordende hij het meubilair in het lokaal en vulde hij het lesmateriaal aan. Hij wijst naar de posters die hij opgehangen heeft. „Ik weet dat er wat vrachtwagenfanaten en militaristen in mijn nieuwe klas zitten. Daar heb ik rekening mee gehouden. De dames komen vanzelf wel met aanvullend materiaal.”

Wat Blom maandag met de kinderen gaat doen, heeft hij globaal in zijn hoofd. „Ik ben niet een mannetje dat van tevoren heel angstig alles op papier zet. Eerst de kinderen maar eens over de vakantie laten vertellen. Dan kalm opstarten. De tweede week draaien we volle kracht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer