Een echte profeet dwaalt niet
Terwijl Israël zijn tenten heeft opgeslagen in de vlakke velden van Moab, krijgt de profeet Bileam van koning Balak de opdracht het volk te vervloeken. Bileam weigert dit en zegent Israël. Dan kondigt de heidense profeet ook nog het koninkrijk van Christus aan: „Er zal een ster voortgaan uit Jakob, en er zal een scepter uit Israël opkomen.”
De figuur van Bileam is de geschiedenis door omstreden geweest, zo blijkt uit de recent verschenen bundel ”The prestige of the pagan prophet Balaam in Judaism, Early Christianity and Islam” (uitg. Brill, Leiden). Het boek, onder redactie van de Groningse theologen dr. G. H. van Kooten en dr. J. T. A. G. M. van Ruiten, beschrijft hoe joden, christenen en moslims deze heidense profeet beoordeelden.De joodse traditie ziet Bileam vooral als een bedrieger, een valse profeet die voor geld een bepaalde boodschap verkondigde. Het redelijk positieve beeld dat Numeri 22-24 van Bileam schetst, wordt volgens de schrijvers in andere oudtestamentische teksten en in rabbijnse geschriften steeds donkerder. Uiteindelijk is Bileam niet meer de ziener die Israël zegende maar een bron van inspiratie voor geloofsafval en een valse profeet die ter dood moest worden gebracht.
In het vroege Jodendom stond Bileam boven aan de lijst met „valse profeten die in Israël opstonden.” Toch waren er ook Joodse sekten die zijn profetieën gebruiken om hun Messiaanse verwachtingen tot uitdrukking te brengen. Ook een apocrief boek als 1 Henoch verwijst naar de heidense profeet. De schrijver ervan maakte gebruik van de profetieën van Bileam, bijvoorbeeld over de ster die uit Jakob zou opkomen (Numeri 24:17).
Dr. Tobias Nicklas gaat in op de vraag of deze ster dezelfde is als die de wijzen uit het oosten zagen (Mattheüs 2). Volgens de Regensburgse hoogleraar is het mogelijk dat Mattheüs op de profetie van Bileam zinspeelt, onder andere omdat hij in zijn Evangelie vaak naar het Oude Testament verwijst. „Maar er is geen argument voorhanden om dat met zekerheid te zeggen.”
Duidelijk is wel, aldus Nicklas, dat de kerkvaders Bileams profetie van de ster toepasten op de komst van Christus. In de tweede eeuw schreef Justinus al dat Christus de ster was, én dat de ster de geboorte van Christus aankondigde. Ook Irenaeus en Hypolitus legden een dergelijk verband. Origines geloofde dat de komst van Christus alle demonische en magische machten tenietdeed. Hij was ook een van de eersten die de wijzen -magiërs- zag als afstammelingen van Bileam.
Het Nieuwe Testament noemt Bileam op drie plaatsen: in het boek Openbaring en in de brieven Judas en 2 Petrus. In deze teksten staat de heidense profeet symbool voor een bepaalde dwaalleer die de christelijke gemeente was binnengeslopen. De boodschap is hier duidelijk, aldus de schrijvers van de bundel: Bileam was een ketter en daarvoor werd hij gestraft.
In de Koran komt Bileam niet voor. Mogelijk wordt er in een bepaalde passage naar hem verwezen, maar zeker is dat niet. Volgens islamoloog dr. F. Leemhuis beschouwden de eerste commentaren op de Koran Bileam niet als een profeet. Een echte profeet dwaalt niet.
Dr. Van Kooten decaan universiteit Groningen
GRONINGEN – Prof. dr. G. H. van Kooten is per 1 september benoemd tot decaan van de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Hij is de opvolger van prof. dr. E. Noort.
Dat meldt de Groningse universiteit op haar website.
Dr. Van Kooten wordt voorzitter van het faculteitsbestuur en zal als lid van het college van decanen verantwoordelijk zijn voor het leerstoelenbeleid van de faculteit. Ook is hij portefeuillehouder onderzoek van de faculteit. De benoeming tot decaan geldt voor een periode van vijf jaar.
Geurt Henk van Kooten (1969) is sinds 1 januari 2006 hoogleraar Nieuwe Testament en vroeg christendom aan de RUG. Daarvoor was hij universitair docent aan deze universiteit en had hij docentschappen in Amsterdam (UvA) en Kampen (ThUK).
Dr. Van Kooten geldt als een internationaal deskundige op het gebied van de relatie tussen het vroege christendom en de Grieks Romeinse wereld waarin het ontstond.