Ministerie tikt zorginstelling op de vingers
Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid heeft een instelling in Oud-Beijerland een aanwijzing gegeven omdat de zorg voor de cliënten daar ernstig bedreigd is.
Dat heeft een woordvoerder van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) donderdag meegedeeld. Een aanwijzing is een uiterst middel om een instelling te dwingen anders te handelen.In de Christelijke instelling Charis in Oud-Beijerland, onderdeel van Woon- en Werkhuis Rotterdam, verblijven acht jong volwassenen met een autistische stoornis. De IGZ constateerde dat er niet genoeg deskundig personeel voor de woongroep is en dat de bewoners onvoldoende zeggenschap hebben over hun leven.Woon- en Werkhuis Rotterdam moet binnen acht weken een reeks maatregelen uitvoeren. Zo moet er voor alle bewoners een zorgplan zijn, dat in overleg met hen is opgesteld. Ook moet er voldoende deskundig personeel zijn en dient er een procedure voor crisissituaties te komen.
De inspectie adviseerde de staatssecretaris tot de aanwijzing, ook omdat zij belangenverstrengeling constateerde van het bestuur en de directie. Sinds Charis in 2005 openging, kreeg de IGZ meerdere meldingen over gebrek aan zorg. Bij controle in 2006 bleek dat de directie verbeteringen had aangebracht, maar dat er nog veel moest gebeuren. Vorig jaar kreeg de inspectie opnieuw klachten over Charis. Eind vorig jaar vroeg zij de bestuurder opnieuw maatregelen te nemen. Daaraan is deze tot nu toe onvoldoende tegemoetgekomen.
Doet de instelling nóg niet wat de staatssecretaris opdraagt, dan kan deze een bevel geven. De uiterste optie is sluiting.
Directeur A. de Nooy-Pronk reageert luchtig op de ingreep van de staatssecretaris. „We waren al een eind op weg om de verbeteringen door te voeren, dus zal het zeker lukken om de zaken over acht weken op orde te hebben", zegt ze. Ze wijt de problemen aan kinderziektes. De instelling bestaat sinds 2005 en had volgens haar moeite om aan alle eisen te voldoen. De acht cliënten blijven volgens haar gewoon in het huis wonen. „Hun ouders zijn zeer goed op de hoogte van alle verbeteringen die worden doorgevoerd."