Freddie Mac en Fannie Mae zijn de twee banken die hypotheken van andere banken kopen of garanderen. Hoewel de banken formeel op commerciële leest geschoeid zijn, genieten zij een semioverheidsstatus. Die werd in de afgelopen weken bevestigd, toen wetgeving werd goedgekeurd die de overheid het recht geeft om, indien nodig, aandelen in beide banken te kopen. Bovendien verhoogde de Federal Reserve het kredietplafond voor beide banken met tientallen miljarden dollars.„Ook al ontkent Washington dit formeel, feit blijft dat men het zich niet kan veroorloven beide banken ten onder te laten gaan”, meent Steven Persky, directeur van het beleggingsfonds Dalton Investments. De financieel directeur van Freddie Mac, Anthony Piszel, maakte woensdag bekend dat de bank op de commerciële markt 5,5 miljard dollar (3,6 miljard euro) wil lenen om te vermijden dat Freddie Mac over minder liquide middelen beschikt dan de wet voorschrijft.

„Dat kan moeilijk worden, want het aandeel Freddie Mac is de laatste maanden gedaald tot 6,49 dollar. Daarmee is de beurswaarde van de bank momenteel 4,2 miljard dollar. Ik zie niet hoe je daarop 5,5 miljard dollar kunt lenen. De enige uitweg voor de bank is de overheid, hetgeen in feite betekent dat de belastingbetaler de rekening gepresenteerd krijgt voor het wanbeleid bij Freddie Mac”, meent Persky.

Freddie Mactopman Richard Syron ontkent dat er van enig wanbeleid sprake is. „Het enige wat je ons kunt verwijten is dat wij -net als andere banken- de ernst van de crisis hebben onderschat”, aldus Syron. Hij verzweeg overigens dat hij vier jaar geleden al werd gewaarschuwd door David Andrukonis, een van zijn topmedewerkers, dat de bank vooral in de sector goedkope hypotheken te veel risico’s nam. Andrukonis adviseerde deze risico’s drastisch te beperken, maar Syron deed precies het omgekeerde. Volgens sommige critici om daarmee de resultaten van de bank tijdelijk op te krikken, zodat Syrons eigen bonus ook zou stijgen. Syron wijst deze aantijging van de hand.