Rondgang langs middeleeuwse kunstwerken
Titel: ”Profetie en vervulling. Over de relatie tussen het Oude en Nieuwe Testament in de middeleeuwse kunst”
Auteur: Udo Kollaard
Uitgeverij: VU Uitgeverij, Amsterdam, 2008
ISBN 978 90 8659 187 9
Pagina’s: 210
Prijs: € 22,50.
Drie dagen in de vis, drie dagen in het graf. De evangelist Mattheüs heeft in Jona’s avontuur blijkbaar een teken van Jezus’ sterven en opstanding gezien. Dat vindt Udo Kollaard, die maar weinig heeft met de authenticiteit van de woorden van Jezus Zelf. De auteur schreef echter geen theologische studie maar een toegankelijk boek voor hen die zich interesseren in de wereld van de middeleeuwse kunst. „Dit boek wil een hulpmiddel zijn om de wereld van de Bijbelse kunst uit vroegere tijden beter te begrijpen.” Kollaard, wis- en natuurkundige, verdiepte zich na zijn pensionering -hij is inmiddels 81- in kunstgeschiedenis en theologie. De publicatie ”Profetie en vervulling” is het resultaat van een rondgang langs een aantal middeleeuwse kunstwerken.
De laatste tijd ontbreekt het niet aan belangstelling voor kunst uit de periode van de middeleeuwen. Tentoonstellingen en boeken over religieuze devotie lijken prima te voldoen aan de wensen van het publiek. Kollaards ambitie reikt echter verder dan de doorsnee overzichten of reeksen over middeleeuwse kunstwerken. Hij waagde zich aan het eigenhandig samenstellen van een reeks kunstvoorbeelden die een relatie tussen het Oude en het Nieuwe Testament laten zien.
Geschiedenissen uit het Oude Testament worden uitgelegd als vooruitwijzingen naar verhalen uit het Nieuwe. Dergelijke ”typologische voorbeelden”, zoals ze genoemd worden, zijn met gretigheid door middeleeuwse kunstenaars ter hand genomen. Op een raam in de Keulse dom zien we bijvoorbeeld het offer van Izaäk náást een voorstelling van de kruisiging van Christus. En de schepping van Eva wordt in hetzelfde raam in verband gebracht met de geboorte van Maria.
Niet alleen Keulen maar ook andere belangrijke plaatsnamen passeren in Kollaards boek de revue: Hildesheim, Chartres, Ravenna en Rome. Het zijn dé steden met grote concentraties middeleeuwse kunst. Het aardige is dat Kollaard ook in eigen land kritisch heeft gekeken naar de aanwezigheid van typologische voorstellingen. Zo herbergt het stadje Naarden een interessante gewelfschildering van de strijd tegen Amalek, die in verband wordt gebracht met een worstelende Christus in Gethsémané.
Inlegkunde
In de tweede helft van zijn boek geeft Kollaard voorbeelden van vooruitwijzingen die met het leven van Jezus en Maria te maken hebben. Het feit bijvoorbeeld dat Judas door middel van zilverstukken Jezus ’koopt’, wordt gekoppeld aan de verkoop van Jozef door zijn broers.
Maria’s leven is vooral bekend uit legendarisch bronnenmateriaal. Het verhinderde kunstenaars niet om soms vergaande typologische verbanden te verzinnen. Jakobs worsteling bij Pniël wordt bijvoorbeeld vergeleken met de geboorte van Maria. Een tapijtenserie in Reims vergelijkt Maria in dit verband met de dageraad: „De opkomende dageraad is Maria die het heil brengt voor de mens die in het donker tegen God gestreden heeft.” Uit soortgelijke voorbeelden blijkt dat kunstwerken een heel schema aan inlegkunde kunnen bevatten.
Kollaard laat kritische kanttekeningen niet achterwege. Zo hebben volgens hem Mattheüs en Markus Jezus de woorden van Psalm 22 achteraf in de mond gelegd. Ook het wereldbeeld van de Bijbel -gebaseerd op het perspectief van het eeuwige leven- blijft niet van kritiek gevrijwaard. „Vanuit onze comfortabele positie van toeschouwers uit de 21e eeuw onderkennen we scherp de naïviteit en de kinderlijkheid van dit oude en voorbije wereldbeeld.”
Dergelijke opmerkingen blijken een verlengstuk te zijn van Kollaards boek ”Op zoek naar de verloren waarheid” (2002). Schreef de auteur zes jaar geleden een stevig theologisch verslag over mogelijke gronden voor het geloof in God, nú is de auteur er minder in geslaagd om bij de louter kunsthistorische les te blijven.