Economie

Dertien keer heen en weer in 48 uur

De grootste haven van Europa kent vele soorten schepen. Geen enkel schip verzorgt tenderdiensten. Ruud Lievaart sprong in het gat. „Onder de 1000 euro doe je niets.”

Riekelt Pasterkamp
5 August 2008 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 06:11
MAASSLUIS – Ruud Lievaart op de Callisto Maassluis, die hij gebruikt voor het overbrengen van pakjes en personen naar schepen in de zeven zogenaamde ankergebieden van de Rotterdamse haven. „Voor bedrijven is tijd geld.” Foto’s Roel Dijkstra
MAASSLUIS – Ruud Lievaart op de Callisto Maassluis, die hij gebruikt voor het overbrengen van pakjes en personen naar schepen in de zeven zogenaamde ankergebieden van de Rotterdamse haven. „Voor bedrijven is tijd geld.” Foto’s Roel Dijkstra

Knalgeel is de Callisto Maassluis. De blauwe strepen op de zijkant geven het 17 meter lange oude loodsschip een snel uiterlijk. Dat is geen woord te veel gezegd. De drie Scaniamotoren van elk 600 paardenkrachten zijn goed voor de kruissnelheid van 22 knopen, een dikke 40 kilometer per uur. Da’s hard voor een boot.Lievaart (39) gebruikt het schip voor het overbrengen van pakjes en personen naar schepen in de zeven zogenaamde ankergebieden van de Rotterdamse haven. Die strekken zich uit tot 30 mijl (55 kilometer) voor de kust bij Hoek van Holland. Zeereuzen liggen daar te wachten tot ze via de Nieuwe Waterweg de haven in mogen.

Terwijl de schepen buitengaats liggen, moeten er mensen en spullen naar en van boord. Een van de grootste havens ter wereld kende verrassenderwijs geen dienst die dat kon verzorgen.

Lievaart verdient er zijn brood mee. Bijvoorbeeld door chemisch analisten die onderzoek moeten doen op een tanker heen en weer te varen. Of bemanningsleden die met verlof willen. Technici die al voor de kust aan een klus beginnen. „Voor bedrijven is tijd geld.”

Onlangs kreeg Lievaart de vraag of hij een complete motor wilde overbrengen naar een schip in het ankergebied. „Dat gaat dus niet. Snel en licht spul is geen probleem. Dat wat we kunnen tillen, gaat mee.”

Hoewel zijn kantoor tussen de huizen in Maasland staat, is Lievaart een waterrat. Met zijn bedrijf Sima Charters vermaakt hij groepen mensen door ze een dag mee te nemen naar zee.

„Binnen twee uur zijn we met een van onze schepen, de Stella Bel of de Blue Whale, bij wraklocaties op de Noordzee. Opvarenden kunnen met vrienden of collega’s lekker uitwaaien en is er daar een goede kans op het vangen van vis. In een wrak huizen talloze visjes die op hun beurt weer als voedsel dienen voor scholen kabeljauw en andere grotere vissen.”

De Stella Bel, een oude viskotter, biedt behalve aan 3 bemanningsleden plaats aan 42 personen. De snellere Blue Whale is ruim genoeg voor tien personen. Begin dit jaar kocht Lievaart een nieuw schip, de Callisto. De acht jaar oude boot werd gebruikt als tenderschip in de monding van de Engelse rivier de Humber.

Met de Callisto brengt hij mensen en (klein) materieel heen en weer. Particulieren die een rondvaart op de Noordzee willen, hoeven niet bij hem aan te kloppen. „Onder de 1000 euro doe je niets.”

Laatst had Lievaart een mooie klus. De tanker Stolt Innovation werd eind april vanuit de Derde Petroleumhaven in Rotterdam uit voorzorg teruggesleept naar zee, om „af te koelen.”

De lading, een grondstof voor pur, was in aanraking gekomen met water en gaan broeien. Op 6 kilometer uit de kust werd het schip geparkeerd, zodat het geen gevaar opleverde. „In 48 uur ben ik dertien keer heen en weer geweest. Als ik iedere maand zo’n klusje heb, hoor je mij niet klagen.”

De tenderdienst van Sima Charters gaat 24 uur per dag, zeven dagen per week door. „Vrij heb je niet meer. Als kort na middernacht de telefoon gaat, probeer ik natuurlijk eerst een medewerker te vinden die naar buiten kan. Is die er niet, dan ga ik zelf.”

Weersomstandigheden spelen nauwelijks een rol. „Varen is het probleem niet, het aan boord komen wel. Hoe groter het schip, hoe beter. Dan kan de kapitein ons makkelijker uit de wind houden.”

De komst van de Tweede Maasvlakte, waarvan de aanleg dit najaar begint, doet Lievaart goed, verwacht hij. „Er komen steeds meer schepen. Je ziet het per jaar drukker worden, ook in de ankergebieden.” Concurrentie heeft Lievaart niet. „In Scheveningen zit een collega die ook tenderdiensten verzorgt. Maar we zitten niet in elkaars vaarwater.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer