„Ik zag een schaap door de lucht vliegen”
Ze dachten dat ze het niet zouden overleven. Tot hun verbijstering zagen de tweelingbroers Bert en Johan Beute (16) en hun zus Jelien (20) uit Lutjegast zondagavond een windhoos recht op hun boerderij afrazen. „We waren erg bang.”
Brokstukken van tuinmeubelen en speeltoestellen, kapotte dakpannen en muurbrokken lagen maandagmorgen kriskras verspreid op het erf van de familie Beute. Ze wonen aan de Bombay, in het buitengebied van Lutjegast. De windhoos trok een spoor van vernielingen. „Die balk is gewoon als een luciferhoutje geknapt”, zegt Johan, wijzend op een gebroken balk vlak bij een gapend gat in het dak. De grote schuur verderop is totaal uit het lood geslagen. Omdat de Beutes bang zijn dat het bouwwerk instort, zijn inderhaast de landbouwmachines eruit gehaald.Bert, Johan en Jelien beleefden zondagavond bijzonder angstige ogenblikken. Terwijl hun ouders bij vrienden elders waren, vermaakten de drie zich met televisie en computer. Plotseling zagen ze over het weidse land een donkere draaikolk op hun boerderij afkomen. Bert: „Ik was erg bang. De windhoos zag eruit als een enorme slurf die in een soort trechter naar beneden loopt. Ik moest meteen aan tornado’s in films denken. Ik kon niet geloven dat het waar was. De dakgoot van de buren vloog door de lucht.”
Jelien: „Er vloog van alles rond in die slurf. Hout, takken, je kunt het zo gek niet bedenken. Ik zag zelfs een schaap vliegen en dacht: Dit kan helemaal niet! Heel vreemd. Een stuk dak boven mijn slaapkamer is weggeslagen. Het is daar één grote rommel. Alle spullen zijn door elkaar gehusseld.”
Bert: „Een konijnenhok ligt 100 meter verderop in het land. En een onderdeel van een trampoline is ook honderden meters verder geslingerd.”
Toen de windhoos op de boerderij afstormde, wisten de drie zich geen raad. Bert: „Jelien rende door het huis en schreeuwde: Wat is dit?” Gedrieën kropen ze onder de tafel. Jelien: „Ik dacht: We gaan eraan. We hoorden later buren schreeuwen en janken.”
Afgelopen nacht hebben ze nauwelijks geslapen. Jelien: „Ik heb elk uur op de wekker gezien.” Bert: „Ik zie telkens alles weer gebeuren. Heel bedreigend hoe die donkere slurf op ons afkwam. Je weet echt niet wat je overkomt.”