Opinie

Concertbezoek

Nederland is een orgelland. In de wereld neemt dat land zelfs een unieke positie in als het gaat om orgelbezit. Bijna talloos zijn de orgels, waarvan een groot aantal in goede staat verkeert. Ook telt Nederland veel gekwalificeerde organisten. Kortom, een heerlijk land voor de orgelliefhebber.

4 August 2008 12:07Gewijzigd op 14 November 2020 06:11

Juist in deze zomermaanden komt dat duidelijk tot uitdrukking. Wie nagaat hoeveel concerten er in juli en augustus gegeven worden, komt bijna bij de duizend. In stadskerken, orgelzalen, dorpskerkjes of concertzalen: waar ook maar een instrument van enige betekenis hangt of staat, organiseren commissies of verenigingen hun concerten. Soms werkt naast de organist ook een solist mee, maar bij de meeste concerten gaat het om de ’kale’ orgelklank.Bijna duizend concerten. Vandaag is in deze krant te lezen wat er allemaal bij komt kijken voordat één concert gegeven kan worden. Uitzoeken en instuderen van het repertoire, oefenen in de kerk: de uren van voorbereiding staan bijna niet in verhouding tot het eigenlijke concert, dat veelal met een goed uur is afgelopen.

Maar voor wie doet de concertgever dit allemaal? In de bekende Stephanuskerk in Hasselt blijken 55 bezoekers veel vergeleken met de 35 bij eerdere concerten. In de Deventer Lebuïnuskerk woonden onlangs slechts tien man het concert van de kundige Duitser Tilman Benfer bij. Bedroevend weinig.

Uiteraard is het niet allemaal kommer en kwel in orgelland. Er zijn series die nog altijd goed lopen. Er worden heel gewone orgelconcerten gegeven waar 200 mensen op afkomen. Maar dat lijken toch de uitzonderingen te worden. Om nog maar te zwijgen van de aantallen die soms elders worden geteld. Vrijdag nog kwam in deze krant naar voren hoe in de dom van Keulen een orgelconcert met zware muziek van Messiaen naar schatting bijna 2000 mensen trekt. Het ontlokte de verslaggever de verzuchting: „Wat doen Hollanders fout?”

Een antwoord op die vraag is moeilijk te geven. Een aantal dingen speelt een rol. In de eerste plaats blijkt pr een heel grote rol te spelen. De tijd is voorbij dat commissies toekunnen met een vermelding in een regionaal blad en een A4’tje op de kerkdeur. Een website waarop de info te vinden is, of zelfs het complete programma, is toch wel het minste.

Dan het concert zelf. Nog te vaak gebeurt het dat de organist zich schuilhoudt achter het rugwerk, om precies om 20.00 uur in te zetten met het eerste stuk. Laat hij of zij contact maken met het publiek door een toelichting te geven op het programma. Dan weet de bezoeker naar wie hij luistert.

Ook met de programma’s kan een concertgever zijn publiek tegemoetkomen. Door een laagdrempelige toelichting op de gespeelde composities te bieden. Zelfs een avond vol moderne muziek kan voor een gewone luisteraar boeiend worden als hij weet wat er gebeurt.

Laat een organist afdalen naar zijn publiek. Niet door een programma te bieden dat slechts hapklare brokken bevat, maar door kwaliteitsmuziek op een aantrekkelijke manier te presenteren. Laat het orgel geen ivoren toren zijn, maar een kasteel waarin de organist als gids zijn publiek laat kennismaken met de wereld van de muziek.

Zelfs als bovenstaande dingen prima in orde zijn, is het nog niet gegarandeerd dat er veel mensen op een orgelbespeling afkomen. Misschien is het aanbod wel te groot. Zouden orgelcommissies niet meer de handen ineen moeten slaan? Je kunt soms in een straal van 25 kilometer naar vier concerten. Zou het niet beter zijn als er in plaats van vier slecht bezochte concerten één goed bezochte orgelbespeling wordt georganiseerd?

Nederland, orgelland. Dat zal het wel blijven. Maar deze erfenis levend houden voor het grote publiek, dát is de uitdaging waar kerkbesturen, orgelcommissies en organisten voor staan.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer