Wisselvalligheid
In een dubbelnummer (volume 43 number 2/3) van Acta Politica komen de recente ontwikkelingen in de Nederlandse politiek aan de orde. Peter Mair, verbonden aan de universiteiten van Florence en Leiden, vergelijkt de wisselvalligheid van de Nederlandse kiezer met die in andere Europese landen. In Nederland is die wisselvalligheid de laatste jaren opmerkelijk groot. Het aantal kiezers dat lid is van een partij is sterker teruggelopen dan elders in Europa.
Nu hadden schokkende verkiezingsuitslagen in andere Europese landen vaak te maken met een constitutionele crisis of dramatische gebeurtenissen in de buitenlandse politiek of de economie. Die verschijnselen waren in Nederland echter niet aan de orde.Dat de kiezer in Nederland betrekkelijk makkelijk van partij wisselt is te verklaren uit de relatieve openheid van het partijsysteem. Er is geen districtenstelsel en geen hoge kiesdrempel. Nieuwkomers in de politiek kunnen gemakkelijk doorbreken. Hun succes moedigt anderen aan. Nu is die openheid er altijd wel geweest, maar pas na de ontzuiling werden de gevolgen daarvan ten volle duidelijk.
Bovendien speelt de Nederlandse verkiezingsstrijd zich af tussen partijen, niet tussen alternatieve regeringscombinaties. De kiezer staat niet voor de noodzaak om te kiezen tussen twee alternatieven. Een complete wisseling van de wacht, waarbij het nieuwe kabinet volledig gevormd werd uit partijen die voordien tot de oppositie behoorden, doet zich in Nederland nooit voor.
In Mens&Maatschappij (83e jaargang nummer 2) publiceren Anton van Wijk en Arjan Blokland de resultaten van hun onderzoek naar de etnische achtergrond van zedendelinquenten. Vanwege de vermeende stigmatiserende effecten werd lange tijd geen onderzoek gedaan naar de relatie tussen etniciteit en criminaliteit. Dat taboe is nu doorbroken.
Het staat buiten discussie dat de allochtonen in de criminele wereld oververtegenwoordigd zijn. Maar daarbij zijn wel grote verschillen. Antillianen, Marokkanen en Somaliërs komen vaker dan autochtone Nederlanders met de politie in aanraking. Voor Indonesiërs geldt dit echter niet.
Van Wijk en Blokland hebben voor hun onderzoek gebruikgemaakt van het HKS-registratiesysteem van de politie. Daarbij moeten we ons wel realiseren dat slechts een beperkt deel van de zedenmisdrijven ter kennis komt van de politie. De aangiftebereidheid is laag omdat veel delicten plaatsvinden in de relatiesfeer.
Antillianen, Surinamers, personen uit het Midden-Oosten, Marokkanen en Afrikanen blijken oververtegenwoordigd te zijn onder de verdachten van een zedendelict. Daarbij maken Antillianen en Afrikanen zich vooral schuldig aan verkrachting. Dat delict komt daar ruim tienmaal zo veel voor als onder autochtone Nederlanders.
Een relevant gezichtspunt is ook in hoeverre zedendelicten op zichzelf staan of een onderdeel vormen van een veel omvangrijker crimineel gedragspatroon. Bij Marokkaanse en Antilliaanse zedenverdachten vormden deze zedendelicten slechts een klein onderdeel van hun totale criminaliteit. Zij plegen vooral veel vermogensdelicten. Er is bij hen sprake van een brede antisociale criminele levensstijl, zo zeggen de onderzoekers.
Socialisme & Democratie (jaargang 65 nummer 6) stelt in het kader van de serie over de bestwil van de burger het thema ”Seks en samenleving” aan de orde. Monique Kremer, verbonden aan de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid, beklemtoont het recht op seksuele zelfbeschikking, een liberaal recht dat met name afgedwongen is door de feministische beweging. Ieder moet voor zichzelf bepalen wat hij of zij wenst en waar zijn of haar grens ligt.
Daarbij geldt dat gedwongen seks strafbaar is. Zelfbeschikking betekent ook zelfbeheersing. Seksualiteit wordt gereguleerd door geïnternaliseerde zelfdwang, gezamenlijke consideratie, flexibiliteit en onderhandeling.
Veel van de politieke discussies over seksualiteit betreffen de rol van de media. Die zijn de afgelopen decennia sterk verseksualiseerd. Het aantal pornosites is drastisch gestegen en het merendeel van de muziekclips bevat seksuele elementen. Vrouwen worden daarbij over het algemeen afgebeeld als beschikbaar en ondergeschikt gemaakt aan de lust van de man.
Aan de pornificatie van de media kan de overheid volgens Kremer weinig doen. Wel heeft een sociaalliberale staat een verantwoordelijkheid om zijn burgers te leren wat het recht op zelfbeschikking en het besef van wederzijdsheid inhouden. Dat is de last van de lust.
Linda Duits en Liesbeth van Zoonen, beiden verbonden aan de afdeling communicatiewetenschap van de UvA, verzetten zich tegen wat zij noemen de obsessie met de seksualisering van de samenleving. Daarbij worden zwarten en andere etnische minderheden vaak als het grootste probleem gepresenteerd.
Het door Dijsselbloem en Plasterk aangewakkerde seksualiseringsdebat is volgens hen gevaarlijk. Het leidt de aandacht af van belangrijker problemen en richt het beleid op de verkeerde kwesties en groepen. Kinderen en jongeren die al een scala aan problemen hebben, lopen op seksueel gebied het grootste risico. Internet maakt niet alle jongeren en kinderen kwetsbaar, maar maakt kwetsbare kinderen wel gemakkelijker toegankelijk.
Dr. C. S. L. Janse, oud-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl.