Jaarboek HHK: Ledental ligt boven 55.000
Het ledental van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) ligt „in ieder geval boven de 55.000”. Dat meldt het maandag verschenen eerste jaarboek van de HHK. Het ledental is in het jaarboek niet uitgesplitst per gemeente.
De scriba van de HHK, ds. L. W. Ch. Ruijgrok, schrijft dat in zijn inleiding op het ”Kerkelijk Jaarboek 2008”. Volgens hem zijn van verreweg de meeste gemeenten de ledenaantallen bekend. „Er zijn echter een aantal situaties waarbij de ledenbestanden nog niet zijn ’ontvlochten’. In de bestanden van deze gemeenten zitten mogelijk nog een aantal gemeenteleden dat uiteindelijk zal blijken tot de Protestantse Kerk in Nederland te willen behoren. De commissie jaarboek heeft daarom besloten om met het oog op de zuiverheid naar buiten toe in de huidige uitgave nog geen ledental per gemeente te vermelden.”Volgens de scriba kan echter „op grond van de door de gemeenten beschikbaar gestelde gegevens” gesteld worden dat het ledental van de Hersteld Hervormde Kerk „in ieder geval boven de 55.000 ligt. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat nog niet overal ontvlechting heeft plaatsgevonden.”
In zijn inleiding gaat ds. Ruijgrok in op de situatie sinds 1 mei 2004 toen de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk zich verenigden in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Nadrukkelijk stelt ds. Ruijgrok dat de Hersteld Hervormde Kerk niet gezien mag worden als een afgescheiden kerk. „De werkelijkheid is echter dat we in een zeer gebroken gestalte zijn achtergebleven op de oude fundamenten van de vaderlandse kerk, gegrond op Gods Woord en met dezelfde belijdenisgeschriften en dezelfde kerkorde.”
De scriba zegt zich te herkennen in het beeld van „een afgehouwen tronk” als het over de HHK gaat en niet in het beeld van „de nieuwste loot” aan de kerkelijke stam. „We gebruiken het beeld van de afgehouwen tronk daarom ook om duidelijk maken dat er aan onze kant geen enkele reden is tot ook maar enige zelfgenoegzaamheid. Immers, in de droeve ontwikkelingen die zich op het erf van de kerk hebben voorgedaan en nog voordoen, wordt -net als in de profetieën van Jesaja, iets zichtbaar van Gods oordeel, en wel heel in het bijzonder iets van Gods oordeel over de zonden van de vaderlandse kerk waarvan we deel uitmaakten en ons voortzetting weten.”
De predikant uit Monster schrijft dat er vanuit de andere kerken in de gereformeerde gezindte de afgelopen jaren „op hartverwarmend wijze” is meegeleefd met de HHK. „Laat er onder ons het hartelijke uitzien zijn naar het herstel van de breuken die -mede vanwege het verval in de kerk der vaderen- in het verleden zijn geslagen.”
De naam Hersteld Hervormde Kerk noemt ds. Ruijgrok in zijn inleiding een „werknaam.” „Onder de druk van juridische procedures werd gekozen voor de werknaam hersteld hervormde gemeente en Hersteld Hervormde Kerk. We spreken hier over een werknaam omdat deze naam in voorlopigheid gekozen is en nog niet ter goedkeuring aan de ambtelijke vergaderingen is voorgelegd.”