Minister verdedigt geweld in Ter Apel
Het geweld tegen de Congolese voorganger ds. A. Bukasa in juli dit jaar was „gezien de omstandigheden noodzakelijk en proportioneel. Het gebruik van geweld had plaats in overeenstemming met de Geweldinstructie penitentiaire inrichtingen.”
Dit antwoord heeft het SGP-kamerlid mr. C. G. van der Staaij eerder deze week gekregen van minister Donner van Justitie. De bewindsman, die mede sprak namens minister Nawijn van Vreemdelingenzaken en Integratie, reageerde hiermee op de kamervragen die de SGP’er had gesteld over de behandeling van de Congolese predikant ds. A. Bukasa in het huis van bewaring voor vreemdelingen Ter Apel.
Van der Staaij ondernam de stappen na berichtgeving in deze krant dat agenten ds. Bukasa in Ter Apel zouden hebben geschopt en geslagen. Hij vroeg de minister na te gaan of het relaas van ds. Bukasa op waarheid berust en wat de inhoud is van de „geweldsinstructie die wordt meegegeven aan de medewerkers van de vreemdelingenpolitie op Ter Apel.”
Volgens de minister van Justitie bestond op 8 juli 2002 „het voornemen de heer Bukasa op de passantenafdeling van de penitentiaire inrichting Ter Apel te plaatsen, van waaruit hij op zeer korte termijn zou worden uitgezet (naar Congo, red.). Op het moment dat dit hem werd meegedeeld, maakte hij kenbaar zich fysiek te zullen verzetten. Om die reden besloot de directie van de inrichting het interne bijstandsteam in te zetten. Dit team, bestaande uit medewerkers van de inrichting, heeft Bukasa’s cel betreden en hem geboeid. Bij het verlaten van de cel bood hij heftig verzet. Hij is toen naar de afzonderingscel gedragen. Hier is hij korte tijd ontkleed geweest.”
Tijdens het visiteren en ontdoen van de boeien, aldus de minister, bood de predikant opnieuw verzet. „Om hem te fixeren, is toen gebruikgemaakt van de wapenstok en is hij bij de polsen vastgegrepen. Er is verder geen gebruikgemaakt van de wapenstok.” Uit het rapport, onder ambtseed opgesteld door de groepscommandant van het interne bijstandsteam, blijkt dat het geweld „gezien de omstandigheden noodzakelijk en proportioneel was.”
Tegen de betrokken medewerkers is, aldus Donner, geen klacht ingediend. Hij wijst er echter op dat ds. Bukasa alsnog een klacht kan indienen bij de beklagcommissie van de penitentiaire inrichting.