Psalm 46 zingen na 11 september
Wie over een psalm preekt, zou deze tegelijk met de hele gemeente moeten zingen. Zo komen preek en liturgie bij elkaar, zei prof. dr. K. A. Deurloo woensdag tijdens een studiedag in Amersfoort.
De studiedag ”Preken over Psalmen” was georganiseerd door uitgeverij Boekencentrum rond de verschijning van de nieuwe Postille.
Kunnen we eigenlijk wel preken over een psalm? Prof. dr. N. A. Schuman verwees voor een antwoord op die vraag naar Lukas 24. „Het geheim van Jezus’ messiaanse weg ligt ook in de Psalmen opgesloten. Juist in het Nieuwe Testament is een groot aantal citaten uit de Psalmen te vinden. Preken over een psalm is als zodanig Christusprediking, het zoeken van een messiaans spoor.” Schuman stelde de vraag naar de toe-eigening van de ervaringen in de Psalmen aan de orde. „Wie is die ”ik”, bijvoorbeeld in Psalm 42? Als we dat willen, zijn we het zelf. Toch gaat het niet om één mens, maar om het lichaam van Christus, dat nu eens jubelt, dan klaagt. Die klacht en jubel klinken ons bekend in de oren, het is mijn eigen stem. In de Psalmen spreekt de ”totus Christus”, het gehele messiaanse lichaam.”
Ds. B. J. van der Graaf, hervormd predikant in Gouda, vond het opvallend dat prof. Schuman de Psalmen met een christologische bril las. „Ik stam zelf uit een gereformeerdebondstraditie, en daar ben ik van de christologische duiding wel eens niet goed geworden.” Discussieleider dr. A. Noordegraaf: „Maar bij de Gereformeerde Bond was de christologische duiding ook altijd een methode om de gezangen buiten de deur te houden.”
Prof. Deurloo, ds. Van der Graaf en de lutherse predikante en promovenda drs. Chr. de Vos-Wilkens gaven een korte reflectie op Psalm 46. Ds. Van der Graaf stelde de vraag -die hij ook met zijn Goudse gemeente had behandeld- wie zich de belijdenis van het ”God-met-ons” uit Psalm 46 nu eigenlijk mag toe-eigenen. In enkele Amerikaanse preken, gehouden na de aanslagen van 11 september, had hij „nergens ook maar een spoortje twijfel aangetroffen of God inderdaad mét deze Amerikaanse gelovigen was. Rechttoe rechtaan werd er vanuit gegaan dat dat natúúrlijk het geval was. En het was juist die vanzelfsprekendheid die bij mij twijfel zaaide. Wil Psalm 46 niet een vals en oppervlakkig ”des HEREN tempel is hier” uitzingen, dan kan het slechts in samenhang met oprecht vertrouwen op Gods beloften én met gehoorzaamheid aan Zijn thora gezongen worden.”
Ds. Van der Graaf brak een lans voor een meer poëtische en literaire benadering van de Psalmen. Hij had Psalm 46 voor zijn gemeente uitgelegd na lezing van Jan Fokkelmans ”Dichtkunst in de Bijbel”. „Juist Psalm 46 blijkt een mooi gestructureerde psalm te zijn, met drie coupletten en een refrein. Feit is dat ik uit mijn eigen kring eigenlijk geen voorbeelden ken van preken die de structuur van de Psalmen anders dan terloops aan de orde stellen.” De Goudse predikant sprak de hoop uit dat „in een gemeente als de onze de aandacht voor het literaire en structurele aspect van de bijbelteksten vruchtbaar kan worden gemaakt.”
Prof. Deurloo benaderde Psalm 46 als een groot literair spel, met parallellen en terugkerende motieven. Hij zei dat de bevinding van deze psalm lezers terugwerpt op het bevrijdingsverhaal, de exodus, de emancipatie uit ballingschap. „God heeft hemel en aarde geschapen om effectief onze hulp te zijn.”
Mevrouw De Vos-Wilkens, bezig met een proefschrift over de verhouding tussen God en mens in de klaagpsalmen, stelde dat je als christen de Psalmen ook anders kunt lezen dan als verwijzing naar de Christus. „Moet elke preek over een psalm een christologische spits krijgen? Het hangt van ieders theologische kleur af hoe je een psalm benadert. Als ik als oudtestamentica Psalm 46 zou exegetiseren, zie ik daar niet direct Christus uit opkomen.”
In het gesprek stelde een ”historicus en cantor” nogmaals de vraag of je überhaupt wel over de Psalmen zou moeten preken. Volgens de vraagsteller zijn er genoeg mooie berijmingen voorhanden om twintig minuten vol te zingen. Prof. Deurloo: „Als preken over psalmen inhoudt dat je ze daarna beter kunt zingen, is er niets op tegen.”
Er was ook nog een predikant in de zaal die Psalm 46 ooit in drama had uitgevoerd, samen met andere mensen. „Ik ben toen pas de inhoud echt gaan begrijpen. Ga maar wankelen, werd gezegd. De een bleef op de been en de ander viel om. Ieder voelde aan den lijve iets aan van wat wankelen betekent. Daarna gingen we stilstaan. Vervolgens gingen sommigen wankelen, anderen stilstaan.”
Prof. Schuman was recent nog op een bijeenkomst waar de Psalmen werden gelezen, gedicht en gezongen. „Maar het hoogtepunt was toen de Psalmen werden gedanst.”