Karadzic en de procedure voor het Tribunaal
Als Radovan Karadzic naar Den Haag komt, wordt hij opgesloten in de UNDU, de speciale cellen van de Verenigde Naties in de gevangenis van Scheveningen.
De griffie van het VN–hof zal de voormalige Bosnisch–Servische leider informeren over zijn rechten. Binnen enkele dagen na de komst naar Den Haag volgt de eerste voorgeleiding. Als Karadzic geen eigen advocaat heeft, wordt hij bijgestaan door een dienstdoend lid van de ADC–ICTY, de Vereniging van Strafpleiters bij het Joegoslavië–Tribunaal.Als Karadzic een ’eigen’ advocaat wil meenemen van de Balkan, kan dat nog voor de nodige complicaties zorgen. De jurist moet niet alleen lid zijn of worden van de ADC–ICTY, maar ook in tenminste een van de twee officiële talen van het tribunaal, Frans en Engels, kunnen werken. Bij de eerste voorgeleiding zal de rechter zich eerst vergewissen van de identiteit van de 63–jarige Karadzic (19 juni 1945). In zijn geval zal dat een formaliteit zijn, aangezien iedereen uit de media weet hoe hij eruit ziet.
Vervolgens zal de rechter Karadzic vragen of hij schuldig of onschuldig pleit op de punten van de aanklacht: genocide, medeplichtigheid aan genocide, misdaden tegen de menselijkheid, schendingen van de wetten en gebruiken van oorlog en schending van de conventies van Genève uit 1949.
In het onwaarschijnlijke geval dat Karadzic op alle punten schuldig pleit, komt er geen proces, maar slechts een hoorzitting ter strafbepaling. Aanklagers en verdediging kunnen dan verzwarende of verzachtende omstandigheden naar voren brengen. Dat kan de gezondheid van de verdachte zijn. Ook laten sommige verdedigers de moeder van de verdachte of andere familieleden opdraven om te getuigen over diens „goede karakter".
Als Karadzic onschuldig pleit op een of meer punten, begint de „mise en état", de voorbereiding van het proces. Om te beginnen, moeten de aanklagers de verdediging al het achterliggende, vertrouwelijke materiaal geven, waarop de tenlastelegging is gebaseerd, die al jaren openbaar is. Ook moeten de aanklagers de verdediging al het materiaal geven waarover zij beschikken dat in het voordeel van de verdachte is. Over deze zogeheten ’disclosure’ komt het geregeld tot een verbeten strijd tussen aanklagers en verdediging.
Tijdens de mise en état zal de zogeheten Pre–Trial Judge, die de voorbereiding van het proces overziet, de partijen aansporen tot maatregelen die het eigenlijke proces kunnen versnellen. Zo worden verdediging en aanklagers aangemoedigd afspraken te maken over feiten waarover zij het eens zijn en die dus niet meer bewezen hoeven te worden. Soms zijn de verdachten erg coöperatief, wellicht mede in de hoop op een lagere straf; van andere verdachten is wel eens gezegd dat zij behalve hun naam en geboortedatum niets willen toegeven.
Tijdens de mise en état moeten beide partijen tevens een Pre–Trial Brief schrijven, een schriftelijke uiteenzetting over hun ’theory of the case’ (hun versie van wat er is gebeurd) en over hoe zij dat denken te bewijzen. Ook is er in de voorbereidende fase van het proces geregeld gebakkelei over de getuigenlijst.
Het proces zelf loopt vervolgens in diverse fases: eerst roepen de aanklagers hun getuigen á charge op, daarna de verdediging haar getuigen á decharge. Na ondervraging door de oproepende partij mag de tegenpartij elke getuige aan een kruisverhoor onderwerpen. In de „derde ronde" mogen de aanklagers opnieuw getuigen oproepen, daarna opnieuw de verdediging. In de vijfde ronde kunnen de rechters desgewenst hun eigen getuigen oproepen om openstaande vragen op te helderen.
Processen voor het tribunaal kunnen jaren duren. Zo duurde het Milosevic–proces meer dan vier jaar, tot het door de dood van de ex–president van Joegoslavië abrupt tot een einde kwam. Na een definitieve veroordeling gaan de VN op zoek naar een land waar de oorlogsmisdadiger zijn straf kan uitzitten.