Abdij Sion start grondige restauratie
Verscholen in de bossen aan de weg tussen Raalte en Deventer ligt de uit 1890 stammende abdij Sion. Het complex is grondig aan restauratie toe.
De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurwetenschappen en Monumenten (RACM) besloot onlangs 719.000 euro beschikbaar te stellen voor herstel van vier gebouwen op het complex. Om de rest van het kloostercomplex te restaureren, is nog eens 4 miljoen euro nodig.Abdij Sion maakt deel uit van de Orde der Cisterciënzers van de Strikte Observantie en wordt bewoond door twaalf monniken. De abdij heeft 719.000 euro subsidie van het rijk gekregen voor de restauratie van het poortgebouw, de buitenkapel, het gastenhuis en de druivengang. Deze gebouwen zijn rond 1911 gebouwd. „Vooral de daken van deze gebouwen zijn er slecht aan toe. De leien liggen er zo’n honderd jaar en moeten dringend vervangen worden”, zegt broeder Jelke, een van de twaalf bewoners. Ook het dakbeschot en mogelijk het raamwerk wordt vervangen.
In het poortgebouw zetelt de portier. De poort zelf ligt tussen buitenkapel en poortgebouw in. De druivengang verbindt het gastenhuis met het slot. „Hier zijn vroeger al druivenranken geplant. Ze wortelen buiten, maar de ranken worden door de muur heen naar binnen geleid.” Ook hier is het dak aan vervanging toe.
De katholieke monnikengemeenschap is blij met het geld -zo’n 70 procent van het budget-, maar was liever begonnen met de restauratie van het kerkgebouw. „We hebben het hele complex voor wat betreft de subsidieaanvraag in vijven moeten delen. Voor de kerk en andere delen hebben we nog geen geld binnen.”
Het interieur van de sobere neogotische kerk is in 2003 al gerestaureerd met hulp van de broeders zelf. Het exterieur moet, net als de restauratie die dit jaar start, door een gespecialiseerd bedrijf aangepakt worden. „Bij stortbuien lekt het door het dak heen.”
De restauratie van het eerste deel van het complex wordt mogelijk nog voor 15 procent betaald door de provincie Overijssel. De resterende 150.000 euro zullen de broeders zelf bij elkaar moeten zien te krijgen. De abdij kent geen financiële problemen, stelt broeder Jelke, maar een dergelijke restauratie kan men onmogelijk opbrengen. „We hebben inmiddels hulp gevraagd en gekregen van andere abdijen.”