Zoeken naar koeien
„Mooi hè.” De felle lichtbundel van de schijnwerper van boswachter Jarno Hofman (29) vangt twee edelherten. Hun sierlijke geweien steken af tegen het duister. Op surveillance over de donkere Veluwe.
„Kijk, een hert”, wijst boswachter Hofman van het Geldersch Landschap, rond tien uur vrijdagavond. Het dier scharrelt 50 meter verderop over een schemerige, stille boslaan en verdwijnt schielijk in het struikgewas. Nog voordat de boswachter zijn Mitsubishiterreinwagen op een zijpad van de Dellenweg nabij Epe heeft gestart, signaleert hij reeds het eerste wild.Normaal gesproken rijden de boswachters met z’n tweeën de nachtelijke routes over de Veluwe. Wel zo veilig. Vaste gast in de auto is een zweethond, in dit geval de Duitse wachtel Nero, die achter de hand wordt gehouden om aangeschoten en aangereden wild op te sporen.
Brommertje
Zorgen dat het wild ongestoord in de bossen kan bivakkeren, is een van de belangrijkste doelen van de nachtelijke ritten op de Veluwe, waarvan Hofman het noordelijke deel beheert. „Na zonsondergang mogen bezoekers niet in het bos komen. In de nachtelijke uren treffen we echter regelmatig jongelui die in het bos gaan drinken, met een brommertje rondcrossen, of een vuurtje stoken.”
De duisternis valt in als Hofman zijn wagen op een bospad van het landgoed Bonenburg in Heerde parkeert. „Een vleermuis”, wijst hij in de lucht, waar het dier fladdert.
Verderop, bij het Apeldoorns Kanaal, klinken stemmen. „In dit park hangt in de nachtelijke uren nogal eens jeugd rond. Ze laten vaak afval achter. Daar proberen we tegen op te treden. Om zo het landgoed netjes en veilig te houden.”
Aan de waterkant waakt een vijftal jongens over een paar hengels. De vangst valt vies tegen, meldt hengelaar Nick. „Helemaal niks.” De vispapieren worden tevoorschijn gehaald en door Hofman in orde bevonden. De boswachter richt zijn zaklamp op de grond. „Zorg wel even dat jullie alles netjes opruimen.”
Dumpafval in de bossen is de boswachters een doorn in het oog. „Mensen storten ’s avonds of ’s nachts hun vuilnis in de bossen. Blikjes, chipszakken, resten van hennepplantages, complete keukenblokken zelfs. De daders zijn moeilijk te pakken. Wij draaien vaak zelf op voor de opruimkosten.”
Stok
De portofoon in de terreinwagen van Hofman meldt het ene na het andere incident. Zes jongeren en twee volwassenen gaan met elkaar op de vuist, een agressieve kerel op een blauwe scooter wil zijn ex-vrouw en kinderen zien, elders komen de vlammen van een vuur boven het dak uit.
Rond elf uur komt een melding binnen waar de inzet van de boswachter geboden is. Bij Hattem zijn koeien losgebroken, zo heeft een verontruste passant aan de politie doorgegeven.
Hofman, juist in de buurt, spoedt zich naar de keersluis bij Hattem, waar de dieren de vrijheid zouden hebben gekozen.
Aangekomen op een smal asfaltweggetje speurt de boswachter met een schijnwerper het grasland af. Een brede lichtbundel dwaalt door het duister. Van de koeien geen spoor. Met zijn mobieltje belt Hofman de meldster. Zij beweert dat ze de dieren toch echt buiten de afrastering heeft gezien.
Even later doemt een politiebus op in het duister. De boswachter voert overleg met zijn twee politiecollega’s. Dan verschijnt boer Bertus van Emst. Hij beheert de koeien, in opdracht van het Geldersch Landschap. „Als die jonge stiertjes de omgeving gaan verkennen, kunnen ze Hattem ingaan. Dat moeten we niet hebben.”
Inmiddels is ook de 15-jarige Emile, vakantie vierend op een nabijgelegen camping, op het toneel verschenen. Hij wil graag helpen zoeken naar de koeien. Met een verheerlijkte blik seint hij twee vriendinnetjes in. „Kom hiernaartoe! Politie!”
De zoekactie naar de koeien zet zich voort door het modderige grasland, nu binnen de afrastering. Boer Van Emst en Emile zijn gewapend met een stok. Opeens klinkt er geloei in het donker. Alle ’vermiste’ koeien zijn terecht. Netjes binnen de hekken. Of de meldster heeft zich vergist, of de koeien zijn wel degelijk buiten de hekken geweest maar hebben zich weer binnen de afrastering begeven.
In ieder geval kan Hofman de meldkamer melden dat het koeienincident is afgehandeld.
„Alle koeien naar bed”, grapt de centralist via de portofoon. „Da’s begrepen. Dank.”
Vos
Nachtelijke surveillance heeft z’n charme, vertelt de boswachter. „Er is altijd een zekere spanning. Je weet nooit wat je tegenkomt. De sfeer is ’s nachts heel anders dan overdag. Je ziet in een stille, rustige nacht veel wild lopen.”
Hofman stuurt zijn wagen over de verlaten boswegen van De Dellen, op de noordelijke Veluwe. In de lichtbundel van de schijnwerper verschijnt een wild zwijn. Zweethond Nero, die in een hok achter de bestuurdersstoel zit, begint zich te roeren. „Hij ruikt het zwijn.”
Als er wild wordt aangereden, heeft de boswachter tot taak de dode dieren op te ruimen of gewonde beesten later „uit hun lijden te verlossen.”
De stille Veluwe komt tot leven. Nachtdieren verlaten hun holen. Tussen de donkere boomstammen pinkelen twee lichtpuntjes. „Een vos.” En even later: „Twee edelherten.”
Rond halfeen draait Hofman zijn voertuig een parkeerplaats in het bos op. Voor de parkeerplek staat een bord dat meldt dat het terrein na zonsondergang verboden gebied is.
Toch staat er 50 meter verderop een Mitsubushi Space Wagon geparkeerd. Erin zit een jong stel. De jongeman opent het portier.
„Ik wil jullie avond niet bederven”, zegt Hofman. Maar de twee moeten wel weten dat ze hier niet mogen staan. De boswachter inspecteert hun identiteitsbewijzen. De twee, afkomstig uit Brabant, komen er met een waarschuwing van af. „Als je zo meteen wegrijdt, moet je uitkijken voor overstekend wild”, waarschuwt Hofman.
Verward
De boswachter is wel vreemdere snuiters tegengekomen in de kleine uurtjes. Zo nodig seint hij bij verdachte omstandigheden de politie in. Bijvoorbeeld als het vermoeden bestaat dat er inbrekers actief zijn. „Soms zie je, vlak bij dure villa’s, auto’s met meerdere inzittenen verdekt opgesteld staan. Die lui komen niet om te genieten van het bos.”
Een enkele keer treft hij verwarde burgers. „Eind vorig jaar moest ik ’s nachts assisteren na een aanrijding met wild. Toen kwam ik een man met kapotte kleren en op blote voeten tegen. De man zei dat hij vanuit Zwolle op reis was naar zijn zus in Heerde. Hij was letterlijk en figuurlijk de weg kwijt. Ik voerde een gesprek met hem en heb zorgverleners ingeschakeld. De man kon veilig op zijn bestemming worden afgeleverd. In zo’n situatie doe je de familie van zo’n man een plezier.”
Dit is de tweede aflevering in een serie artikelen van verslaggevers die een nacht op reportage gaan.