Wapengekletter rond Islamitische Republiek
Het wapengekletter in het Midden-Oosten neemt toe. Nieuwe Iraanse rakettesten, massale oefeningen van de Israëlische luchtmacht, verhoogde Amerikaanse aanwezigheid in de Perzische Golf. Is een nieuwe uitbarsting van geweld aanstaande? Prof. dr. Rik Coolsaet: „Dit is een schoolvoorbeeld van psychologische oorlogsvoering.”
Iran lijkt zich vooralsnog weinig aan te trekken van de internationale druk om zijn omstreden atoomprogramma stop te zetten. Met de regelmaat van de klok kondigt de Iraanse president Mahmud Ahmadinejad triomfantelijk aan dat de zoveelste centrifuge voor uraniumverrijking in gebruik is genomen. Om daar steevast aan toe te voegen dat de nucleaire activiteiten uitsluitend voor vreedzame doeleinden zijn bedoeld.Niet iedereen is van dat laatste overtuigd - niet in het minst de Verenigde Staten en Israël. Washington en Jeruzalem zijn bang dat de Islamitische Republiek bezig is kernwapens te ontwikkelen. Al jaren wordt dan ook geprobeerd het regime in Teheran ertoe te bewegen zijn atoomprogramma stop te zetten. Alle inspecties door het atoomagentschap en internationale strafmaatregelen ten spijt, is Iran echter vastbesloten zijn nucleaire aspiraties niet op te geven.
Uiteenlopende visies
Zowel de Verenigde Staten als Israël hebben daarom steeds gezegd dat gewapend ingrijpen nadrukkelijk tot de mogelijkheden behoort, zij het als laatste redmiddel. Zelfs nadat de Amerikaanse inlichtingendienst CIA vorig najaar had vastgesteld dat Iran sinds 2003 niet meer actief aan de ontwikkeling van kernwapens werkt, houdt de regering-Bush de militaire optie open. Overigens benadrukte de CIA in hetzelfde rapport dat Teheran op elk gewenst moment het nucleaire programma weer kan opstarten.
Israël is er echter zeker niet van overtuigd dat de Islamitische Republiek haar pogingen een atoombom te verwerven heeft opgegeven. Rapporten van de Mossad en analyses van wetenschappers en veiligheidsdeskundigen wijzen in een heel andere richting en stellen dat Iran wel degelijk nog steeds atoomwapens ontwikkelt. Sterker nog: de Israëlische geheime dienst is van mening dat Teheran binnen afzienbare tijd het ”point of return” zal bereiken in het verkrijgen van nucleaire capaciteit.
Voor prof. dr. Rik Coolsaet, hoogleraar internationale politiek aan de Universiteit Gent en directeur van het Belgische Egmont-Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen in Brussel, is het maar de vraag wat onder stopzetting moet worden verstaan. „Er bestaan op dat punt uiteenlopende visies. De CIA stelt dat Iran is opgehouden met het ontwerpen van een kernkop. Dat wil niet zeggen dat er geen materiaal voor kernwapens meer wordt geproduceerd. Bovendien gaat Teheran nog steeds door met het ontwikkelen van nieuwe ballistische raketten.”
Dat baart Israël terecht grote zorgen, beaamt de Gentse hoogleraar. „De Iraanse aspiraties zijn voor Israël een zeer dringend gegeven, zeker voor een land dat snel de neiging heeft in worstcasescenario’s te denken omdat het zich in zijn voorbestaan bedreigd voelt. Het is heel begrijpelijk en menselijk dat men op actie aandringt.”
Alarmbellen
Keer op keer klinkt dan ook vanuit de Joodse staat de roep om Iran aan te pakken. Israëlische politici benadrukken daarbij dat Teheran niet alleen een bedreiging voor Israël is, maar voor de hele internationale gemeenschap. Tegelijkertijd laat Jeruzalem echter duidelijk merken dat diezelfde internationale gemeenschap veel te weinig doet om de Islamitische Republiek tot een andere koers te dwingen. Vandaar dat ook Israël de militaire optie openhoudt, zij het -althans officieel- als allerlaatste redmiddel.
De laatste weken lijken in Israël de alarmbellen echter steeds luider te gaan rinkelen. Vicepremier en oud-stafchef Shaul Mofaz dreigde onlangs openlijk met een offensief. „Als Iran doorgaat met het ontwikkelen van kernwapens, zullen wij het aanvallen”, aldus de bewindsman tegen de grootste krant in Israël. Premier Olmert haastte zich te verklaren dat Mofaz voor zijn beurt had gesproken en dat Jeruzalem nog steeds aan de diplomatieke weg vasthoudt.
Er zijn echter nog meer signalen die de uitspraken van Olmert tegenspreken. Begin juni hield de Israëlische luchtmacht een grootscheepse oefening met zo’n honderd gevechtsvliegtuigen boven de Middellandse Zee. Algemeen werd aangenomen dat het om een generale repetitie voor een aanval op Iran ging. Vorige week doken berichten op dat Israëlische toestellen al meer dan een maand in Irak oefenen. Opereren vanuit Irak zou Israël een geweldig tactisch voordeel bieden, omdat zijn straaljagers dan niet de grote afstand tussen Israël en Iran hoeven te overbruggen.
Ook Iran laat zich intussen niet onbetuigd. Afgezien van de gebruikelijke politieke retoriek lieten de strijdkrachten eveneens van zich horen. Vorige week testte het land en aantal langeafstandsraketten die in staat worden geacht Israël te kunnen treffen. Binnenkort zal de Iraanse luchtmacht eveneens een grootschalige oefening houden, aldus het ministerie van Defensie in Teheran.
Grondstroom
Prof. Coolsaet gelooft niet dat er op korte termijn militaire actie tegen Iran zal worden ondernomen. „Dit is een schoolvoorbeeld van psychologische oorlogsvoering: dreigen met een militaire operatie om een politiek doel te bereiken. Het doet mij sterk denken aan de pingpongdiplomatie van Kissinger en Nixon, eind jaren ’60, om toenadering tot China te bewerkstelligen.”
Ondanks het wapengekletter in het Midden-Oosten is de Belgische wetenschapper ervan overtuigd dat „de grondstroom” in alle verwikkelingen toenadering tussen de Verenigde Staten en Iran is. „Dat is in het voorjaar van 2007 al begonnen, in de nasleep van alle ellende in Irak. Toen al zijn er contacten tussen Washington en Teheran geweest om tot een vergelijk te komen. En natuurlijk kent die voorzichtige normalisering ups en downs. Maar Amerika heeft de steun van Iran nodig om de sjiieten in Irak in toom te houden. Iran heeft de VS op zijn beurt nodig om radicale soennieten -vooral de jihadisten van al-Qaida- te beteugelen.”
Recente ontwikkelingen lijken de stelling van Coolsaet te ondersteunen. Vandaag schuift een Amerikaanse toponderhandelaar in Genève aan bij besprekingen tussen Europese en Iraanse gezanten. De Britse krant The Guardian meldde deze week zelfs dat de Verenigde Staten volgende maand een bescheiden diplomatieke vertegenwoordiging in Teheran willen openen - de eerste officiële banden sinds het gijzelingsdrama in de Amerikaanse ambassade in 1979. Het Witte Huis wilde geen nadere mededelingen over het bericht doen, maar ontkende het in elk geval niet.
Het wederzijdse dreigen met geweld is volgens Coolsaet dan ook vooral bedoeld om de toekomstige onderhandelingsruimte te vergroten. „De Amerikanen hebben Iran simpelweg nodig om zich ordentelijk uit Irak te kunnen terugtrekken. Ze hebben geen behoefte aan een tweede Vietnam.”
Kansen vergooid
De Verenigde Staten mogen dan op voorzichtige toenadering tot de Islamitische Republiek uit zijn, voor Israël is de dreiging daarom niet minder groot. Of de Joodse staat op eigen houtje tot de aanval zal overgaan, betwijfelt de Gentse hoogleraar echter. „Israël kan niets doen zonder de steun van de VS. Dat zouden ze ook niet aankunnen. Maar ik geef toe: Israël blijft een ’wildcard’.”
Sommige analisten verwachten dat Israël nog dit jaar een aanval op Iran zal uitvoeren, omdat het zich dan nog van de steun van de regering-Bush verzekerd weet. Coolsaet deelt die verwachting niet. „Ik geloof niet dat het gebeurt. Maar als Israël, met een nieuwe president in het Witte Huis, voor de militaire optie kiest, hoeft dat ook nog geen gevolgen voor de Amerikaanse steun te hebben. Zowel McCain als Obama zal pal achter Israël staan. Beiden ligt de veiligheid van de Joodse staat na aan het hart.”
Mocht Israël of Amerika toch een offensief tegen Iran beginnen, dan zijn de gevolgen volgens de Belgische wetenschapper niet te overzien. „In de eerste plaats zullen daarmee de kansen dat je de hervormingsgezinden en de gematigde conservatieven in Iran voor je kunt winnen in één klap worden vergooid. In 2009 staan er verkiezingen op het programma en het is zeker niet uit te sluiten dat Ahmadinejad het niet redt. Met militair ingrijpen versterk je juist het huidige regime.”
„Als er al een aanval komt, zal dat een luchtoperatie zijn, zonder grondtroepen. Dat betekent dus dat er geen sprake zal zijn van een gedwongen machtswisseling. Dat alleen al zou een reden moeten zijn om het niet te doen. Daarnaast zal Ahmadinejad natuurlijk tegenmaatregelen nemen. Hij zal de Straat van Hormuz sluiten, waardoor de oliedoorvoer ernstig wordt belemmerd. Denk je eens in wat dat voor de toch al torenhoge olieprijs betekent. En hij zal de steun aan bewegingen als Hezbollah en Hamas opvoeren, alsmede aan wereldwijde terroristische operaties.”
Arabisch-Perzisch front
Militair gezien verwacht Coolsaet niet al te veel respons van Teheran. „Een groot deel van het militaire potentieel van de Verenigde Staten is in de buurt. Samen met het arsenaal van Israël vormt dat een dermate overweldigende superioriteit dat de balans te veel in het nadeel van Iran doorslaat.”
De hoogleraar wijst nog op een ander aspect. „De Arabische landen moeten nu over het algemeen niet zo veel van Iran hebben. Maar in geval van een aanval ben ik bang dat er een Arabisch-Perzisch front tegen de Verenigde Staten en Israël ontstaat. Dat is twee jaar geleden in Libanon ook gebeurd. Soennieten, sjiieten en christenen waren eensgezind in hun stellingname tegen Israël.”
Diverse Arabische landen hebben al laten doorschemeren dat zij helemaal niet zo rouwig zouden zijn om een aanval op Iran, omdat zij bang zijn voor de groeiende sjiitische invloed in het Midden-Oosten.
„Dat soort zaken wordt op het niveau van de politieke elite uitgesproken. Maar in de straten van Egypte en Saudi-Arabië is volop steun voor Iran. Zeker als dat land wordt aangevallen door de Verenigde Staten en al helemaal als Israël de wapens opneemt.”
Israël is voorzichtige besprekingen met Syrië begonnen, met als een van de doelstellingen een wig te drijven tussen de Syrisch-Iraanse alliantie. Is het mogelijk Iran op die manier te isoleren?
„Ja, mogelijk blijkt die strategie succesvol. Overigens is het opvallend dat de Verenigde Staten in dit proces geen rol van betekenis vervullen; ze staan erbij te kijken. Sarkozy was vorige week de grote man. Hij bracht de aartsvijanden om de tafel. Dat geeft aan dat de Amerikaanse invloed in het Midden-Oosten aan het afnemen is. Als het lukt om Iran op die manier te isoleren, zal dat overigens ook gevolgen hebben voor de steun aan Hezbollah en Hamas. En dat zou weer gunstig zijn voor de Palestijnse leider Abbas. Maar dan zijn we wel erg aan het koffiedik kijken.”