Terreurbestrijder Joustra vertrekt
De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), Tjibbe Joustra, vertrekt eind dit jaar. Hij vindt het na 4,5 jaar tijd om wat anders te gaan doen, zo liet hij vrijdag weten.
Joustra heeft de NCTb op verzoek van het kabinet opgezet om de samenwerking bij de bestrijding van terrorisme tussen de betrokken ministeries en alle veiligheidsdiensten te coördineren. Hij begon in april 2004 aan de klus. „De organisatie staat, functioneert en is nu volledig operationeel. Ik heb het met veel plezier gedaan, maar op een gegeven moment is het tijd om te gaan", stelt de 57–jarige Joustra.Hij verlaat de rijksoverheid en blijft daarbuiten werken op het gebied van veiligheid en de agrarische sector. Het is nog niet bekend wie Joustra opvolgt. Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft laten weten dat hij streeft naar een spoedige vervulling van de vacature.
Joustra’s plaatsvervanger, Lidewijde Ongering (49), kondigde vorige week haar vertrek aan. Zij gaat naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat, waar ze in oktober aan de slag gaat als locosecretaris–generaal.
Hirsch Ballin en minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) spraken vrijdag hun waardering uit voor de wijze waarop Joustra de NCTb heeft opgetuigd. „Hij heeft pionierswerk verricht", aldus Ter Horst. Hirsch Ballin voegde daaraan toe dat Joustra nog altijd een belangrijke bijdrage levert, bijvoorbeeld met de dreigingsanalyses van zijn organisatie.
Voordat hij de NCTb ging leiden, was Joustra topman van de uitkeringsinstantie UWV. Daar moest hij in 2004 echter vertrekken omdat hij toenmalig minister De Geus (Sociale Zaken) zou hebben voorgelogen over de inrichtingskosten van het UWV–kantoor in Amsterdam.
De Geus kwam na langdurige discussie een vertrekregeling met Joustra overeen en zegde hem toe op zoek te gaan naar een adviserende functie binnen de overheid die qua inhoud en beloning passend zou zijn voor de topambtenaar. Voordat Joustra bij het UWV kwam, was hij jarenlang de hoogste ambtenaar op het ministerie van Landbouw.
Joustra ging na zijn rechtenstudie aan de Rijksuniversiteit Groningen aan de slag als ambtenaar bij het ministerie van Landbouw in de functie van wetgevingsjurist. Zijn kennis en intelligentie vielen daar meteen op, wat hem op 36–jarige leeftijd tot de jongste secretaris–generaal ooit maakte.