Cultuur & boeken

Echt luisteren kun je leren

Titel:

Kees Roest
30 October 2002 11:28Gewijzigd op 13 November 2020 23:54

”De kracht van luisteren; inzicht in betere communicatie”
Auteur: Larry Barker en Kittie Watson
Uitgeverij: BZZTôH, ’s-Gravenhage, 2001
ISBN 90 5501 901 1
Pagina’s: 189
Prijs: € 16,-. Doe eens het volgende experiment. Ga met een bepaald probleem naar tien verschillende mensen toe. Vertel het hen en houd daarbij in de gaten hoe lang de ander rustig naar je luistert en of je aan de ander vervolgens kunt merken dat hij je begrepen heeft. Ik las onlangs over iemand die de proef op de som nam en uitkwam op een gemiddelde van nog geen minuut. Binnen zestig seconden kwam de ander al met een oplossing aandragen of -nog erger- met zijn eigen verhaal.

Luisteren blijkt een ware kunst te zijn. Het is daarom beslist niet overbodig dat er na alle boeken over spreekvaardigheid eindelijk weer eens een boek verschenen is over luistervaardigheid. Met hun boek ”De kracht van het luisteren” proberen Larry Barker en Kittie Watson deze vaardigheid weer een geloofwaardige plek te geven. De schrijvers hebben jarenlang onderzoek gedaan naar luisterstijlen, verzorgen trainingen op dit vlak en publiceren regelmatig in tijdschriften die aan luisteren gewijd zijn.

De spits van het boek is gelegen in de bewustwording van je eigen luisterstijl. Vier van dergelijke stijlen worden onderscheiden: mensgericht, handelingsgericht, inhoudgericht en tijdgericht. Een eenvoudige vragenlijst biedt zicht op de luisterstijl die voor de lezer van toepassing is. Zo ontdekte ik dat ik een mensgerichte luisteraar ben, hetgeen van een psycholoog verwacht mag worden. Dat wil zeggen dat ik een relatie met de spreker probeer aan te gaan. Ik ben in de spreker persoonlijk geïnteresseerd. Daarnaast begrijp ik dat ik ook nog een beetje tijdgericht ben. Geen wonder, als hulpverlener heb je gewoonlijk niet veel meer dan drie kwartier de tijd voor iemand.

Voorkeur
Geen enkele luisterstijl is overigens slecht. De kunst is dat we onze manier van luisteren aan weten te passen aan de voorkeur van de spreker of aan de specifieke situatie. De auteurs geven een lijst met aanwijzingen waar je die voorkeur van de spreker uit kunt opmaken. Geeft iemand bij binnenkomst een ferme, korte handdruk en spreekt hij wat sneller dan normaal, dan zou hij wel eens een handelingsgerichte luisterstijl kunnen hebben. In dat geval doen we er volgens de auteurs goed aan om ons tot hooguit drie onderwerpen te beperken, snel terzake te komen en in een vlot maar beheerst tempo te spreken.

De rest van het boek biedt inzicht in allerlei valkuilen op het gebied van luisteren en een heel scala aan concrete vaardigheden en technieken. Het boek ademt duidelijk de sfeer van de vele trainingen waaruit het is ontstaan. Een van de eerste zaken die de cursist wordt bijgebracht en waar direct grote winst mee is te boeken, is leren eruit te zien als een goede luisteraar. Niet in de krant blijven lezen dus, maar de ander aankijken als hij tegen je praat.

Luisterenergie
Vervolgens wordt ingegaan op het begrip ”luisterenergie”. In dit tijdperk van stress en burn-out vind ik dat een leuke vondst. Luisteren is niet iets wat je er zomaar even bijdoet, nee, het kost energie. Als die op is, bijvoorbeeld wanneer je thuiskomt uit het werk, geef dat dan aan. Zeg dat je nu te moe bent om goed te luisteren en dat je daar graag later op de avond tijd voor maakt. Aldus de auteurs.

Heel terecht gaan zij overigens in op de verschillen tussen mannen en vrouwen op dit terrein. Onderzoek naar klachten van vrouwen over mannen laat als veruit belangrijkste klacht zien: mannen luisteren nooit. Barker en Watson, man en vrouw, leggen uit waarom. Mannen beseffen onvoldoende dat het voor een vrouw allereerst belangrijk is om over een probleem te kunnen praten. Het praten op zichzelf is voor hen vaak al voldoende. Mannen vinden dat praten zonde van de tijd en denken dat het de ander om een praktische oplossing te doen is. Zij geven die dan ook voor de vuist weg, de ander achterlatend met het gevoel niet goed begrepen te zijn. Verder zijn vrouwen veel relatiegerichter dan mannen. De auteurs adviseren mannen wat vaker de woorden ”wij” en ”ons” te gebruiken in plaats van ”ik” en ”mij”.

Praktijkvoorbeelden
Het geheel wordt opgeluisterd met talloze praktijkvoorbeelden, die echter zodanig Amerikaans van aard zijn, dat ze vaak weinig herkenning oproepen en daardoor eerder storend werken dan verhelderend. Verder worden de technieken te weinig en te oppervlakkig uitgewerkt, waardoor de lezer kan blijven zitten met het idee de klok dan wel te hebben horen luiden, maar nog steeds niet te weten waar nu de klepel hangt. De ”verder-lezen-lijst” achter in het boek kan dit euvel verhelpen, zij het dat ik daarin het klassieke boek ”Luisteren naar kinderen” van Thomas Gordon mis. Voor wie echt wil leren luisteren is dat laatste boek beslist een goed vervolg.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer