Straf na overlijden patiënte
Voor de rechtbank in Utrecht is dinsdag tien maanden voorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een verpleegkundige uit Nieuwegein wegens de dood van een 6-jarig meisje.
Het verstandelijk gehandicapte kind verdronk vorig jaar april bij de 42-jarige verdachte W. L. thuis na een epileptische aanval in bad. L., werkzaam bij een thuiszorginstelling, verzorgde haar patiënten regelmatig in haar eigen woning, met instemming van haar werkgever en de ouders. Het slachtoffer was vanaf haar tweede levensjaar onder haar hoede en kwam tien uur in de week bij de verpleegkundige thuis.
De Nieuwegeinse liet het kind op 26 april alleen in bad achter omdat ze naar het toilet moest. Ze vroeg haar 15-jarige dochter in een aangrenzende slaapkamer om een oogje in het zeil te houden. Deze kreeg argwaan toen het stil werd in de badkamer. Het slachtoffer was na een epileptische aanval met het hoofd onder water geraakt. Reanimatie mocht niet meer baten. Volgens L., die de verantwoordelijkheid voor het overlijden op zich neemt, is ze hooguit vijf minuten weggeweest.
Officier van justitie mr. E. Lodder legt de verpleegkundige dood door schuld ten laste omdat ze wist dat het kind niet alleen mocht worden gelaten. Bovendien had L. op haar hoede moeten zijn omdat het slachtoffer in de maand voor haar overlijden al twee keer een epileptische aanval in bad had gehad. Volgens de officier had L. het kind uit het bad moeten nemen voordat ze naar het toilet ging.