Kerk & religie

Deurloo en Ter Linden: NBV niet trouw aan brontekst

De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) laat het vooral afweten in haar trouw aan de brontekst. „Er worden woorden en zinnen weggelaten en toegevoegd, er wordt veelvuldig geparafraseerd en niet zelden ook nog verkeerd geparafraseerd”, stellen prof. dr. Karel Deurloo en ds. Nico ter Linden.

Kerkredactie
11 July 2008 20:15Gewijzigd op 14 November 2020 06:06
De NBV is niet trouw aan de brontekst, stellen prof. dr. Deurloo en ds. Ter Linden. Beiden zijn theoloog binnen de zogheten Amsterdamse School, die de precieze grondtekst van groot belang acht. - Foto ANP
De NBV is niet trouw aan de brontekst, stellen prof. dr. Deurloo en ds. Ter Linden. Beiden zijn theoloog binnen de zogheten Amsterdamse School, die de precieze grondtekst van groot belang acht. - Foto ANP

De theologen uiten hun kritiek in het boek ”Het luistert nauw. De Nieuwe Bijbelvertaling nader bekeken” (uitg. Van Gennep, Amsterdam), dat recent verscheen. Prof. Deurloo is emeritus hoogleraar Oude Testament in Amsterdam, ds. Ter Linden auteur van de zesdelige hervertelling van de Bijbel ”Het verhaal gaat…”De auteurs vinden dat „bewuste woordherhalingen van de schrijvers van weleer worden genegeerd, citaten niet als citaten onderkend, poëtische teksten in houterig proza weergegeven en klassieke teksten onnodig ’bij de tijd’ gebracht.”

Het diepste verwijt dat men volgens de auteurs de NBV kan maken is dat daarin ”God de Heer” voorkomt. De schrijvers geven de er voorkeur aan de transcriptie uit het Hebreeuws te laten staan: JHWH. JHWH, die is God, er is geen andere God. „Het algemeen almachtige, alwetende, alomtegenwoordige (et cetera) Opperwezen is een afgod. JHWH is God!”

Uit dit voorbeeld blijkt al duidelijk dat de vertalers zich bewust moeten zijn van hun theologische positie. „Zou het niet mogelijk zijn dat de vertaler die zegt vrij van alle theologie te zijn er een slechte theologie op nahoudt?”

De NBV heeft als doelstellingen brontekstgetrouw en doeltaalgericht te zijn. Vertalen houdt echter in dat je niet de vreemde taal in je eigen taal overbrengt, maar een tekst uit die vreemde taal. „De NBV streeft ernaar doeltaalgericht te zijn, maar het is een vaag ideaal dat precisering behoeft. Een vertaler schept in de doeltaal immers een nieuwe tékst, die representatief moet zijn voor de vertaalde grondtekst.”

Niet alles wat de doeltaal in het Nederlands te bieden heeft, is geschikt om voor een vertaling van Bijbelteksten te dienen. Vaste uitdrukkingen zoals „stank voor dank” (1 Sam. 25:21) achten de auteurs niet passend. Het herhaaldelijk gebruikte woord „slapen met” voor geslachtsgemeenschap is volgens hen vreemd aan Hebreeuwse teksten. Het woord kribbe werd voederbak, „daarmee achteloos de band met talloze kerstliedjes verbrekend.” De bekende uitdrukking: „En het geschiedde in die dagen”, wordt „In die tijd.” Het bijzondere van „de dagen” is echter volgens de schrijvers dat daarmee de menselijk ervaren tijd wordt uitgedrukt. „Een mens télt weliswaar de jaren, maar hij lééft de dagen.”

De auteurs laten echter duidelijk weten dat ze niet geloven in het historisch gehalte van de Bijbelverhalen. „Waar gebeurd! Dat kun je bij praktisch ieder Bijbelverhaal uitroepen. Maar tegelijk kun je bijna altijd bij hetzelfde Bijbelverhaal zeggen: onhistorisch! De vertellers schrijven niet de vaderlandse geschiedenis van Israël, zij zetten geen ’feiten’ op een rijtje, maar zij vertellen op zo’n manier van een gebeuren dat hun hoorders erin betrokken raken.”

De vertalers van de NBV zijn volgens de auteurs niet zelden zo door „de vermeende historiciteit van een verhaal” bevangen dat zij historiserende effecten in hun vertalingen meesmokkelen. „De NBV heeft daar meer een handje van de NBG’51. De NBV doet het zelfs sterker dan de Statenvertaling, en dat terwijl in de zeventiende eeuw de historiciteit van de Bijbelverhalen zo ongeveer een dogma was.” Zo vallen de auteurs over de theologische inleiding op het boek Genesis, dat gezien wordt als een verhaal over het ontstaan van de wereld, de mensheid en Israël. „Als we het al niet dachten.”

De vertalers van de Herziene Statenvertaling (HSV) blijven volgens hen dicht bij de tekst van de Statenvertaling en vertalen redelijk idiolect, maar waar men zich daarvan verwijdert, wordt de tekst dubieus, aldus de auteurs. Waar men de Statenvertaling had kunnen verbeteren (zo is het ”uitspansel” in Genesis 1 geen ”gewelf” geworden), laat men dat na. Zij betreuren ook het vervangen van Gij door de beleefdheidsvorm U. De auteurs vinden het beter om het respectvolle Gij te laten staan, of met Huub Oosterhuis te kiezen voor het intieme Jij.

De auteurs hopen dat er nog een echt Bijbelgetrouwe correctiecommissie aan de slag gaat met bijzondere aandacht voor „de spreekwijzen van de Heilige Geest”, met name in het boek Genesis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer