Homovonnis leidt tot opluchting ambtenaar
„Ik ben opgelucht”, zei Lillian Ladele donderdag in een verklaring over uitspraak van de geschillenkamer. Als ambtenaar van de gemeente Islington was ze altijd correct omgegaan met homoseksuelen en had hen nooit vijandig bejegend. De discriminatie kwam juist van haar werkgever, die haar tegen haar geweten homoseksuele relaties liet registreren.
De ambtenaar bij de Londense deelstad Islington diende eind vorig jaar een klacht in bij een tribunaal voor arbeidsrechtelijke geschillen. Haar christelijke overtuiging liet haar niet toe homoseksuele relaties vast te leggen. Maar ze werd er wel toe gedwongen.Tijdens de hoorzitting stelde het gemeentebestuur van Islington dat het van alle ambtenaren verlangt de wet uit te voeren. Net als in de Nederlandse wet op het homohuwelijk zit er in de Engelse Civil Partnership Law geen voorziening voor gewetensbezwaarde ambtenaren.
Lillian Ladele (47) stelde echter dat het niet de individuele ambtenaar is die verantwoordelijk is voor de registratie van homo’s, maar de gemeentelijke overheid. Als die bereid zou zijn het rooster hierop aan te passen, zou niemand in de problemen komen.
Het gemeentebestuur was hiertoe niet bereid. In zekere zin ook begrijpelijk. Simpel gezegd: Islington houdt van homo’s. De deelgemeente staat al tientallen jaren vooraan in de strijd voor hun emancipatie. Op internet worden homokoppels aangemoedigd de registratie te beschouwen als een huwelijksfeest (wat het wettelijk gezien niet is). Een gemeente die dit imago koestert, zal niet gauw een ambtenaar om geloofsredenen vrijstellen van het sluiten van homorelaties.
Maar de geschillenkamer maakte gisteren in haar vonnis kort metten met deze houding. Het tribunaal constateerde „minachting voor en gebrek aan respect voor de oprecht gekoesterde religieuze overtuiging van mevrouw Ladele.”
De kamer sprak van meerdere vormen van discriminatie. Ladele zou in de organisatie zijn behandeld als een „paria”. Ze zou zijn bedreigd met disciplinaire maatregelen en zelfs regelrecht ontslag. Ladeles christelijke leefwijze leidde tot „intimidatie, vijandschap en vernedering”. De kamer noemde dit een „aantasting van Ladeles waardigheid.”
De dwang om haar toch homo’s te laten registreren, was een indirecte vorm van godsdienstige discriminatie. „De gemeente Islington had terecht oog voor het belang van de homogemeenschap om niet te worden gediscrimineerd, maar overwoog niet het recht van mevrouw Ladele als lid van een religieuze groep”, aldus het tribunaal. Ook zonder die ene ambtenaar kon de gemeente nog steeds een „eersteklas dienstverlening” bieden.
De geschillenkamer realiseerde zich dat het in de zaak-Ladele gaat om botsende rechten. „Het is een belangrijke zaak die mogelijk een bredere impact heeft dan het dispuut tussen deze partijen”, aldus het tribunaal. Tijdens de hoorzitting in mei bleek dat dezelfde problemen spelen bij meer gemeentebesturen. Die wachtten allemaal op de uitspraak van dit tribunaal. In het Verenigd Koninkrijk worden jaarlijks in totaal ongeveer 18.000 homorelaties vastgelegd.
Ladele liet zich in de zaak bijstaan door advocaten die werden betaald door het Christian Institute. In een verklaring die ze via deze instelling uitgaf, noemde ze de uitspraak „een overwinning voor de godsdienstvrijheid”. „Homorechten moeten niet worden gebruikt om religieuze mensen te plagen en te sarren”, aldus Ladele. In september spreekt de geschillenkamer nog over een schadevergoeding voor haar.
Het Christian Institute zelf zag in de uitspraak een bevestiging dat „homorechten de godsdienstige rechten niet overtroeven”, aldus woordvoerder Mike Judge. „Als we werkelijk geloven in gelijkheid voor de wet, moeten we ook mensen respecteren die serieuze opvattingen hebben over seksualiteit. De heksenjacht tegen hen die tegen de homoseksuele praktijk zijn, moet stoppen.”
De advocaat van Ladele, Mark Jones, hoopt dat deze uitspraak leidt tot evenwicht tussen homorechten en gewetensvrijheid. „Door te staan voor haar geloof, werd Lillian Ladele zwart gemaakt door mensen die zichzelf soms beschouwden als de beschermers van rechten van anderen. Nu blijkt ze het slachtoffer te zijn, in plaats van de aansteker.”
Woordvoerder John Gilbert van de deelgemeente Islington zei tegen de BBC dat het bestuur „teleurgesteld” is. „Wij gaan nu het vonnis bestuderen en besluiten dan of we in beroep gaan.”