Vrijdag is het dertien jaar geleden dat Serviërs tijdens het bloedbad van Srebrenica zo’n achtduizend Bosnische moslimmannen en -jongens vermoordden. Het was de grootste slachting in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog.De 307 slachtoffers die vrijdag worden begraven werden gevonden in massagraven in de buurt van Srebrenica en zijn aan de hand van DNA-vergelijkingen geïdentificeerd. Woensdag trokken twee vrachtwagens met doodskisten door Sarajevo. Veel mensen kwamen kijken om de slachtoffers hun laatste eer te bewijzen.

Verwacht wordt dat tienduizenden mensen vrijdag de begrafenis bijwonen, onder wie veel hoogwaardigheidsbekleders uit binnen- en buitenland.

Tijdens de oorlog in voormalig Joegoslavië stond Srebrenica officieel onder toezicht van de Verenigde Naties, maar 450 nauwelijks bewapende Dutchbatters moesten hulpeloos toezien hoe in juli 1995 de stad onder de voet werd gelopen door duizenden Serviërs.

Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag verklaarde vorig jaar dat de slachting die volgde gezien moest worden als genocide.

In verband met de massamoord wordt nog altijd jacht gemaakt op de voormalige Servische leider Radovan Karadzic en zijn generaal Ratko Mladic.