Betancourt bedankte president Alvaro Uribe voor diens inspanningen om haar vrij te krijgen en zei dat hij een zeer goede president is. „Maar het blijft mijn ambitie om Colombia als president te dienen.” Wel zei ze eerst met haar kinderen en de rest van haar familie te zullen overleggen, voor ze besluit of ze weer de politiek ingaat. Ze zei ook dat het waarschijnlijk aan Frankrijk, dat onophoudelijk druk heeft uitgevoerd om haar vrij te krijgen, is te danken dat ze nog leeft. Betancourt, die behalve de Colombiaanse ook de Franse nationaliteit heeft, vertrekt donderdag naar Frankrijk, waar president Nicolas Sarkozy haar zal ontvangen.Betancourt werd in februari 2002 ontvoerd terwijl zij op campagne was voor de presidentsverkiezingen. Luttele dagen daarvoor had zij nog met FARC-rebellen om de tafel gezeten. De politica bepleitte steeds een vreedzame oplossing van het conflict tussen de regering en de rebellen.

Op de persconferentie woensdag deed zij, in tranen, een beroep op de rebellen om hun resterende gijzelaars vrij te laten en vrede te sluiten.

Betancourt zei dat de list die het Colombiaanse leger gebruikte om haar uit handen van de FARC te redden feilloos werd uitgevoerd. Zij sprak van een „perfecte operatie zonder weerga.”

Betancourt en veertien andere gijzelaars hadden geen idee dat de helikopters waar ze in moesten stappen werden bestuurd door Colombiaanse militairen en niet door rebellen. Pas toen de helikopters in de lucht waren maakten de bemanningen hun ware identiteit bekend, zei Betancourt. De veertien andere bevrijde gijzelaars zijn drie Amerikanen en elf Colombiaanse soldaten en agenten. Hun redding is een zware slag voor de FARC, die volgens velen op de laatste benen loopt.

Op de persconferentie zei Betancourt dat ze lang heeft gedacht dat wat haar overkwam haar lot was. „Ik dacht dat ik moest doormaken wat ik doorgemaakt heb. In het vliegtuig leek het wel of ik terugkwam van een reis naar het verleden. Terug naar de bewoonde wereld, de beschaving. Ik wist niet eens meer hoe de deur van het toilet open en dicht ging.”

De Colombiaanse minister van defensie Juan Manuel Santos zei eerder dat er geen gewonden zijn gevallen bij de legeroperatie in het oosten van Colombia. Inlichtingenofficieren infiltreerden de FARC-gelederen en wisten zo in contact te komen met de rebellen die de gijzelaars bewaakten. Zij spiegelden de commandant voor dat ze de gijzelaars per helikopter naar de nieuwe FARC-leider Alfonso Cano zouden brengen.

De gijzelaars, de commandant en een tweede rebel namen plaats in de helikopters die werden bestuurd door Colombiaanse militairen. Tijdens de vlucht werden de twee rebellen „geneutraliseerd”, zei Santos. De helikopters brachten de gijzelaars naar een legerbasis in Guaviare. Het leger liet de op de grond achtergebleven rebellen ontsnappen, „in de hoop dat ze de rest van de gijzelaars zullen vrijlaten”, zei Santos.