Venlo
Opnieuw zijn we in Nederland geconfronteerd met een triest geval van straatgeweld. In Venlo werd een student die aanmerkingen maakte op het feit dat twee jongens met hun scooter zowat een oudere vrouw omver reden, door hen zodanig mishandeld dat hij aan de gevolgen overleed. Dat de hoofddader van Marokkaanse afkomst is, geeft aan de zaak bovendien een raciale dimensie.
Gelukkig zijn de daders gepakt. Hopelijk worden ze door de rechter tot een fikse straf veroordeeld. Maar dat is niet het einde van de publieke discussie. Allerlei vragen dringen zich in dit verband aan ons op.
Is het inderdaad maar het verstandigste om anderen (en zeker jonge mannen) niet aan te spreken op hun wangedrag? Wat kan men van de omstanders verwachten wanneer die zien dat iemand op straat afgetuigd wordt? Hebben die met het bellen van 1-1-2 en het in zich opnemen van het signalement van de dader aan hun burgerplicht voldaan?
In Venlo waren tal van mensen getuige van de mishandeling. Niemand stak echter een hand uit om de daders te stoppen. Geeft dat blijk van lafheid of juist van gezond verstand? Moet gestimuleerd worden dat omstanders het slachtoffer te hulp schieten wanneer de politie er nog niet is?
Duidelijk is wel dat van een paar stevige kerels die gezamenlijk in actie komen, meer verwacht mag worden dan van een groepje winkelende vrouwen of van individuele voorbijgangers.
Terecht is de laatste jaren meer aandacht gekomen voor de noodzaak van, zoals dat wel genoemd wordt, de herovering van de publieke ruimte. Grenzeloze tolerantie leidt onvermijdelijk tot een verloedering van straten en pleinen. Ook het openbaar vervoer, inclusief stations en bushaltes, moet in dit verband genoemd worden.
Als alles mag (of in ieder geval getolereerd wordt) en iedereen doet waar hij zin in heeft, leidt dat in de praktijk tot het recht van de sterkste en tot een onguur leefklimaat. Brutalen hebben dan inderdaad de halve wereld. Mensen trekken zich als gevolg daarvan terug in hun eigen huis, hun eigen auto en hun eigen leefwereld en voelen zich niet meer verantwoordelijk voor wat daarbuiten gebeurt.
De sociale controle moet daarom een belangrijker plaats krijgen in onze maatschappij. Het moet iedereen duidelijk zijn dat je bepaalde dingen gewoon niet kunt maken. In het verlengde daarvan blijven echter politie en justitie hard nodig om tegen allerlei misdragingen op te treden. Wie niet horen wil moet voelen en wie zich ernstig misdraagt moet de cel in. Wie het er echt naar gemaakt heeft, zelfs een hele poos.
Te overwegen valt om de strafmaat te verhogen wanneer het slachtoffer optrad om anderen te beschermen en overlast te voorkomen. Dat biedt geen garantie voor een goede afloop, maar daarmee maakt de maatschappij wel duidelijk dat zij grote waarde hecht aan het optreden van deze mensen.
Daarbij blijft overigens van groot belang dat mensen in gezin en op school bepaalde waarden en normen krijgen bijgebracht. Vroeger werd daar veel meer de nadruk op gelegd. De gewetens werden daardoor aangescherpt. Niet dat dat altijd voldoende hielp, maar zonder moraal komen we er niet.