Ik zal nu spreken tot u die God vreest. Leeft u hier nog steeds met uw hart afgezonderd van de wereld en hun goederen? U zult toch niet meer hebben van het aardse goed dan uw Vader in de hemel u heeft toegeschikt. Hij weet het best wat u nodig heeft.Kinderkens, zeg ik met de apostel Johannes, heb de wereld niet lief, noch datgene dat in de wereld is… Wees geduldig onder armoede en gebrek. Het weinige dat u bezit, bezit u in Gods gunst en als een toewerpsel van betere goederen die u in Christus geniet. Hij die u het meerdere geeft, zal u immers het mindere niet onthouden? Hij zal u, in deze vreemdelingschap, zo veel van deze aardse goederen schenken, wat tot uw zaligheid nuttig zal zijn. Zoek meer verrijkt te worden met alle geestelijke en hemelse rijkdommen in God, met alle schatten van genade en kennis, teneinde hier getroost te leven en zalig te sterven.

U moet alle wereldse goederen bezitten als niet bezittende en ze gebruiken tot eer en verheerlijking van uw Schepper. Zet zo uw reis voort naar het hemelse Zoar, de stad van uw behoud. Daar zult u verrijkt worden met alle hemelse schatten, waar geen mot en roest ze zal verteren. Ja, daar zult u volop verzadiging van vreugde genieten en alle tranen zullen van uw ogen worden afgewist.

Joh. Barueth, predikant te Dordrecht

(De predikende en wonder- doende Christus, 1754)