Opinie

Kinderarbeid komt niet door armoede

Kinderarbeid is goed te bestrijden door kinderen uit de fabriek naar school te halen. Zo is er meer werk voor volwassenen die meer gaan verdienen en dus meer consumeren. Kinderarbeid is geen gevolg van armoede, zoals vaak wordt gesteld. Dat zei Gerard Oonk in een lezing tijdens een debat over kinderarbeid georganiseerd door minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. Een samenvatting van de lezing.

26 June 2008 12:01Gewijzigd op 14 November 2020 06:01
„De doelstelling van de minister om te streven naar ”winkels zonder kinderarbeid” is goed. Nu liggen er nog heel veel producten –van chocola, kleding, bloemen, katoenproducten, elektronica, edelstenen en wierook tot bestrating en grafstenen– waar kinderen
„De doelstelling van de minister om te streven naar ”winkels zonder kinderarbeid” is goed. Nu liggen er nog heel veel producten –van chocola, kleding, bloemen, katoenproducten, elektronica, edelstenen en wierook tot bestrating en grafstenen– waar kinderen

Van de nu bijna dertig jaar dat ik me intensief met India bezighoud, heb ik de eerste helft van die periode gedacht dat kinderarbeid een onvermijdelijk gevolg was van armoede. India zelf heeft me daarna op andere gedachten gebracht. In sommige deelstaten -niet de rijkste- gaan bijna alle kinderen naar school. In een andere deelstaat -Andhra Pradesh- heb ik de afgelopen vijftien jaar kunnen volgen hoe een organisatie een half miljoen arme kinderen, vaak van de laagste kaste, van fulltime werk naar fulltime onderwijs heeft weten te krijgen. Toch zijn in India nog steeds circa 60 miljoen kinderen aan het werk, vooral in de landbouw en (met name meisjes) in huishoudelijk werk.Vanwaar die verwarrende tegenstrijdigheid? Er is toch veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van kinderarbeid met als meest algemene conclusie: dat komt door armoede. De versimpelde beleidsconclusie is dan: veel kinderen moeten nu eenmaal werken, zorg dat ze na hun werk naar een avondklasje kunnen.

Er ís inderdaad een samenhang tussen armoede en kinderarbeid, maar het goede nieuws is: armoede is géén onoverkomelijk obstakel bij het bestrijden van kinderarbeid. Kinderarbeid is geen noodzakelijk kwaad. Integendeel: bestrijding van kinderarbeid draagt bij aan armoedebestrijding. Maar: je moet wel weten hoe je het aanpakt.

Dat hebben ze in delen van India geleerd. Maar ook in andere landen waar wij als ”Stop Kinderarbeid” samenwerken met maatschappelijke organisaties, onder meer in Marokko, Albanië, Uganda, Kenia en Centraal-Amerika.

Volwassenen
Een heel belangrijke les is: als je kinderen die voor bijna niets werken van de arbeidsmarkt weghaalt, schep je werkgelegenheid voor volwassenen. Die volwassenen kunnen een beter loon bedingen want er is geen concurrentie meer van ”goedkope kinderhanden”. Die iets hogere lonen leiden tot meer vraag naar goederen en dat is weer goed voor de werkgelegenheid.

Verder is essentieel bij het bestrijden van kinderarbeid dat mensen zich in vakbonden kunnen organiseren, vrouwen hetzelfde loon krijgen als mannen -zij besteden vaak veel meer geld aan het gezin- en er geen gedwongen arbeid is.

Het investeren in behoorlijk -en liefst gratis- onderwijs is natuurlijk het belangrijkste alternatief tegen kinderarbeid. Maar om kinderen op school te krijgen en te houden is meer nodig. In ieder geval: een sociale norm tegen kinderarbeid. Dat klinkt wellicht vaag, maar in veel landen is aan arme groepen, inheemse volken, kastelozen et cetera altijd verteld dat hun kinderen niet op school horen. Dat was niet nodig want ze gingen toch met de handen werken. Dat is niet alleen sociaal onaanvaardbaar maar ook economisch dom. De sociale kant is evident. En wat betreft dat laatste: economische groei wordt steeds meer kennisintensief. Ongeletterden zijn straks ongeschikt voor de arbeidsmarkt terwijl deze steeds meer opgeleide mensen nodig heeft.

Die sociale norm betekent dat je iedereen in actie krijgt om alle werkende kinderen naar school te krijgen; dorpsgemeenschappen maar ook de politiek, bedrijven, ambtenaren, onderwijzers, de arbeidsinspectie en de kinderen zelf. Ik heb daar ontroerende voorbeelden van gezien. Mensen die voor het eerst zien dat er meer voor hun kinderen is weggelegd dan een slavenbestaan. De eerste generatie alfabete jongeren in een dorp die andere kinderen motiveert om naar school te gaan. Kinderen die glimmen van trots omdat ze op school zitten en voor het eerst dromen hebben voor later.

Formulieren
Wat kunnen wij vanuit Nederland en Europa doen om kinderen uit het werk en naar school te krijgen? Heel veel, en niet alleen geld geven. Bovendien kan dat geld deels anders besteed worden.

Nederland besteedt 15 procent van zijn ontwikkelingsgeld aan onderwijs in het buitenland. Prima. Maar de programma’s voor basisonderwijs gaan er nog te vaak van uit dat werken naast parttime (avond)onderwijs noodzakelijk is. Scholen werpen ook vaak zelf barrières op voor de analfabete ouders: ze moeten bijvoorbeeld allerlei onbegrijpelijke formulieren invullen. De regering zou daarom moeten uitzoeken of de door Nederland betaalde onderwijsprogramma’s ook een goede aanpak hebben om alle wérkende kinderen naar het gewone onderwijs te krijgen.

Vanzelfsprekend is kinderarbeid ook een onderwerp dat permanent aan de orde moet komen in de politieke en economische dialoog met de relevante landen en als onderwerp hoger op de agenda van VN-organisaties moet.

Dan de vraag die vandaag centraal staat: hoe zorgen we ervoor dat wij geen producten consumeren die door kinderen zijn gemaakt? Ik steun de doelstelling van de minister om te streven naar ”winkels zonder kinderarbeid”. Nu liggen er nog heel veel producten -van chocola, kleding, bloemen, katoenproducten, elektronica, edelstenen en wierook tot bestrating en grafstenen- waaraan kinderen hebben meegewerkt.

”Stop Kinderarbeid” is van mening dat daar binnen een jaar of vier grotendeels een eind aan moet komen. Niet door de grens dicht te gooien, want daarmee tref je hele bedrijfstakken, maar wel door een combinatie van handelsmaatregelen en maatregelen gericht op bedrijven die kinderen in hun toeleveringsketen laten werken.

Allereerst zou de EU goed in kaart moeten brengen om welke producten het precies gaat. De VS doet dat al en komt begin volgend jaar met een lijst van producten. Een EU-onderzoeks- en meldpunt kinderarbeid zou elk jaar moeten rapporteren over feiten en voortgang. Verder heeft de EU via haar talloze overeenkomsten met andere landen de gelegenheid om stevige afspraken te maken over bestrijding van kinderarbeid bij de vervaardiging van producten die onze kant op komen. Maar nog beter: zet regionale programma’s op om alle kinderen in zo’n gebied naar school te krijgen. Anders verplaatst het probleem van kinderarbeid zich naar andere sectoren.

De overeenkomst met de ACP-landen, de nieuwe vrijhandelsovereenkomsten met India en de Asean-landen, de economische partnerschapovereenkomsten maar ook de tariefpreferentiesystemen van de EU moeten overeenkomsten tegen kinderarbeid worden. Het is bijvoorbeeld schandalig dat Oezbekistan nog steeds profiteert van lagere tarieven voor katoen terwijl de regering tienduizenden kinderen gedwongen in de katoenproductie laat werken. De EU zou het land voor de keus moeten stellen: of daarmee ophouden of de tariefvoordelen worden ingetrokken.

Keten
Ook bedrijven hebben hun verantwoordelijkheid. Allereerst heeft ”Stop Kinderarbeid” op basis van ervaring van velen een actieplan gemaakt waarmee bedrijven aan de slag kunnen. Ik hoop dat de minister, de SER en andere aanwezigen het plan gaan promoten. De SER heeft onlangs besloten bedrijven aan te sporen tot rapportage over verantwoord ondernemen in de keten.

Maar de Tweede Kamer heeft over kinderarbeid gezegd: Als je als bedrijf overheidssteun wilt, moet je inzichtelijk maken dat je geen kinderen in de keten gebruikt of met een openbaar plan komen hoe je kinderen uit het werk en naar school krijgt. Dat laatste lijkt me een prima middel om over vier jaar ”winkels zonder kinderarbeid” te krijgen. Ik ben daarom benieuwd naar de uitwerking van die motie. Het zou overigens goed zijn als Nederland deze aanpak ook in de EU zou promoten.

Het Europees Parlement heeft het al meermalen in grote meerderheid bepleit: maak het voor slachtoffers van kinderarbeid die voor Europese bedrijven werken mogelijk om bij een Europese rechtbank hun recht en een schadevergoeding te claimen. Dat is niet alleen fair; het is bovendien weinig geloofwaardig van andere landen actie te eisen en eigen bedrijven die flink in de fout gaan ongemoeid te laten.

De auteur is directeur van de Landelijke India Werkgroep en betrokken bij het project ”Stop Kinderarbeid”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer