Burger de dupe van uitvoering WMO
De kwetsbare burger komt er sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) bekaaid vanaf.
Die conclusie trekt kennisinstituut Movisie in een rapport dat vanmiddag werd gepresenteerd. Het rapport geeft voor het eerst inzicht in het bereik van de WMO over de volle breedte van het sociale speelveld.De uitkomsten zijn grotendeels negatief. Weliswaar heeft de WMO voor veel dynamiek in de professionele sociale sector gezorgd, maar de échte doelstellingen van de wet komen nog onvoldoende uit de verf. De aansluiting van organisaties bij de burger blijft achter. Voor de moeilijk bereikbare en kwetsbare doelgroepen is er te weinig aanbod.
Ook bevordert de WMO de afrekencultuur tussen zogeheten tussenmaatschappelijke organisaties en de lokale overheid. Organisaties onderling voeren daarnaast een hardere concurrentiestrijd, hoewel er tegelijkertijd intensiever wordt samengewerkt.
Om de negatieve trend om te buigen, is het volgens Movisie noodzakelijk dat er een perspectiefwisseling komt bij zowel het openbaar bestuur als bij de betrokken organisaties. Gemeenten en instellingen moeten meer inspanningen leveren om burgers bij hun plannen te betrekken, in plaats van af te wachten.
Ook doet het kennisinstituut de aanbeveling een nieuw offensief te starten rond de WMO, dat zich onder meer moet richten op kwetsbare groepen in de samenleving en dat duidelijk moet maken dat de WMO geen zorgwet is, maar een participatiewet. Door de WMO wordt „een nieuwe verantwoordelijkheid van burgers gevraagd voor hun leefomgeving.” Overheid en organisaties moeten de voorwaarden scheppen die het voor burgers mogelijk maken om die nieuwe verantwoordelijkheid ook werkelijk te nemen, aldus Movisie.