Over smaak en eerlijkheid
Een bekende bestekfabriek in ons land was erg benieuwd naar de smaak van het publiek en besloot de proef op de som te nemen.
De rondleidingen door de fabriek eindigden steevast in een expositieruimte waar alle modellen -van klassiek tot uiterst modern- tentoongesteld lagen. Aan de bezoekers werd gevraagd wat zij de mooiste bestekken vonden. Zij konden daarover onderling overleggen en steevast kwam na enige discussie een modern, strak belijnd designontwerp als eerste ’uit de bus’. Bij het verlaten van de fabriek mochten dezelfde bezoekers een couvert van hun keuze mee naar huis nemen. Verreweg de meesten vertrokken met een klassiek bestek.We durven het vaak niet te zeggen als we iets niet of minder mooi vinden; we draaien er maar wat omheen. We zoeken uitvluchten of gebruiken afleidingsmanoeuvres om onze mening vooral niet naar voren te brengen. Het zijn herkenbare situaties in de alledaagse praktijk. Hoe vind je mijn nieuwe behang? O, wat leuk…, maar ik moet wel aan de kleur wennen. Heb je m’n nieuwe schoenen gezien? Prachtig hoor…, maar ik zou ze zelf niet kopen. In andere gevallen vinden we het gewaagd, of eigenzinnig of „van een bepaalde smaak.” Maar we durven zelden te zeggen dat we iets niet mooi vinden. Je kunt er tenslotte iemand mee voor het hoofd stoten.
Op zich begrijpelijk, je zult ook maar net die felgekleurde, nog feller begeerde jurk hebben gekocht en je vriendin zegt kortweg het een afschuwelijk ding te vinden. Of dat sieraad dat je zorgvuldig voor je vrouw hebt uitgekozen en aangeschaft; misschien wel na lang sparen. Stel je voor dat ze het -na er een korte blik op te slaan- teruggeeft en zegt: Geef dat lelijke prul maar aan een ander. Liever liegen we de waarheid -althans onze waarheid- dan de ander te beledigen. Beleefdheid staat regelmatig op gespannen voet met eerlijkheid.
Tegelijk is het de vraag of we eerlijkheid weten te waarderen. ’t Is inderdaad slikken als onze favoriete kleur, sieraden, schoenen of wat dan ook door een ander lelijk gevonden worden. Onmiddellijk na het slikken hebben we ons antwoord klaar: „Die heeft dus geen smaak.” Nu is ”smaak” een lastig, maar ”geen smaak” een onmogelijk begrip. Iedereen heeft smaak, of je het mooi vindt of niet. Ook ”slechte smaak” is een betwistbaar begrip. Wat is slecht en wat is goed? „Smaak laat zich niet betwisten; elk zijn meug”, zegt het spreekwoord. Dat smaak zich niet laat betwisten, wordt wel erg veel als compromis gebruikt en dat ieder zijn meug mag hebben, klinkt wel erg gelaten. Er wordt heel wat getwist over smaak.
Zeker is, dat je smaak kunt ontwikkelen. Als we bereid zijn ons te verdiepen in een ander, in andermans gedachten, drijfveren en zijn (kunst)producten, zal meer begrip ontstaan. Het is een gouden drieslag: hoe meer kennis, hoe meer begrip, hoe meer waardering. Hoewel dat natuurlijk ook andersom kan uitpakken: hoe meer kennis, hoe meer begrip, hoe minder waardering. Hoe dan ook, wie benieuwd is naar de vraag waarom iemand iets mooi vindt, zal komen tot gedachtewisseling, niet tot veroordeling.
Nobelprijswinnaar José Saramago benadrukt in een vraaggesprek dat het een fundamenteel recht van mensen is om van mening te verschillen. Kinderen leren al op de basisschool te debatteren, om eraan te wennen voor hun mening uit te komen. Assertiviteitstrainingen moeten mensen weerbaarder maken. Voor je mening uitkomen is immers een ”sociale vaardigheid”. Laat dat dan ook zo zijn op het gebied van smaak.
Wat zou er gebeuren als we eerlijker zouden zijn? Zou het leiden tot oorlog, of juist tot wederzijdse acceptatie? Tot onderlinge verwijdering, of tot onderling begrip? In ieder geval tot meer diepgang en variatie. Tot meer durf om je te onderscheiden van de massa en gewoon je eigen voorkeuren te hebben.
Aad van Toor
Reageren aan scribent? beeldenstorm@refdag.nl.