Preken voor een varende gemeente
Ds. H. van der Ham uit Dordrecht stapt niet even op de fiets om een gemeentelid te bezoeken. Zijn ’varende gemeente’ doorkruist de hele aarde. Reden waarom hij diep in Duitsland boordpastoraat bedrijft of winterjassen uitdeelt aan Filipijnen in de haven van Moerdijk. Maandag stond de schipperspredikant 25 jaar in het ambt.
Het huis uit de jaren dertig van de christelijke gereformeerde predikant ligt niet ver bij het water vandaan. Dordrecht is een knooppunt van vaarwegen. Omdat zowel Moerdijk als Rotterdam naast de deur liggen, is de stad een ideale uitvalsbasis. Volgens ds. Van der Ham is er na Rotterdam geen plaats in Nederland die zo veel schepen telt als Dordrecht. Houdt hij van de scheepvaart, de drukte? „Van de mensen”, zegt hij. „Natuurlijk heeft het iets om aan boord te klimmen. Maar die vrijheid en de buitenlucht krijg ik erbij.”Zijn werkterrein is groot. Nederlandse binnenvaartschippers en buitenlandse zeevarenden krijgen een bezoek. Overal ligt de loopplank voor hem uit. Een speciale opdracht heeft hij voor christelijke gereformeerde varenden. Ze kennen het telefoonnummer van de predikant en bellen hem als dat nodig is. Bij crisis, ziekte, huwelijksproblemen, vragen.
Ds. Van der Ham preekt jaarlijks vijf of zes keer in het Duitse Mannheim. „Op zaterdag ga ik alle Nederlanders in de haven langs. Ik vraag naar hun welzijn, naar hun werk en of ze wel eens in de kerk komen. Zo probeer ik hun belangstelling te wekken voor de eredienst op zondag.”
De schippers krijgen een route naar de kerk en een uitnodiging. Een deel van de varenden die de dienst bezoeken is inderdaad rand- of onkerkelijk. „Zij komen vooral voor de ontmoeting. In de schipperswereld kent iedereen elkaar.”
Gladde loopplank
De kinderen aan boord -doorgaans in de leeftijd van nul tot zes jaar- gaan allemaal met hun ouders mee naar de kerk. Verder verloopt de dienst zoals in Nederland. „Ik hanteer dezelfde liturgie”, zegt ds. Van der Ham, „en breng dezelfde boodschap. Het allerbelangrijkste moet erin zitten: het gewicht van de eeuwigheid, hoe mensen tot verandering kunnen komen en de Zaligmaker kunnen leren kennen.”
Ook in het Havenziekenhuis in Rotterdam leidt de predikant diensten en verder in christelijke gereformeerde „walgemeenten.” Zijn brede taak heeft „enorm veel” werk tot gevolg. „Ik moet ervoor waken dat ik me voel als een opgejaagd dier. Ik wil preken, zeelieden bezoeken, studeren. Dat betekent veel reizen en soms ineens omschakelen. Je kunt jezelf ook eenzaam voelen in dit werk. Natuurlijk krijg ik steun van de kerkenraad van Dordrecht-Centrum, maar ik heb niet een kerkenraad om me heen zoals een gemeentepredikant dat heeft. Ik wil hier overigens niet over klagen”, voegt de predikant er gehaast aan toe. „Het werk is heerlijk om te doen. Ik ben nooit ziek geweest, kreeg nooit een ongeluk.” Terwijl er wel degelijk risico’s kleven aan het vak. „Voor de varenden vooral en een beetje voor mij. ’s Winters kan het gevaarlijk zijn. Als het donker, nat en koud is en de loopplank glad.”
Voordat ds. Van der Ham schipperspredikant werd, was hij veertien jaar lang verbonden aan de christelijke gereformeerde kerk in Zuidland. Hij sluit niet uit dat hij opnieuw in een walgemeente terechtkomt. „Als de Heere dat geeft. Zijn leiding is er terdege, zelfs in de kleine dingen van het leven. Al begrijpen wij Hem niet altijd. Als de manier waarop mijn leven loopt maar naar Zijn wil is, vind ik het heerlijk.”
„Je kunt jezelf bepaald geen hoog cijfer geven”, zegt hij, terugblikkend op de afgelopen 25 jaar. „Het allergrootste vind ik dat de Heere meeging. Dat Hij trouw is en zegent. Dat Hij Zijn woord wilde gebruiken. Ik geloof absoluut dat Zijn werk openbaar komt. Maar het kan jaren duren voordat ergens het licht over straalt. In een tijd van beproeving zie je dat niet. Wel zie ik Gods leiding. Dat maakt afhankelijk. Dan teken je weer bij en zeg je: „Heere, ik zal U hartelijk liefhebben.””
Winterjassen
De predikant maakt op dit moment een reeks meditaties, bestemd voor een dvd voor zeevarenden. Om te beginnen verschijnen er twee keer 10.000 exemplaren. Enkele collega’s helpen hem met schrijven en vertalen. Zelf is hij vijf verschillende talen machtig. Duits en Engels spreekt hij regelmatig; deels een gevolg van de vele contacten met buitenlandse zeelui. Iedere week opnieuw duikt hij onder in verschillende culturen. Russen en Filipijnen vormen samen de helft van het totaalaantal zeevarenden. Hij spreekt en eet met ze. „Ze zijn erg gastvrij. Bieden je rijst, vis en saus aan.”
Een jaar lang gaf ds. Van der Ham iedere week Bijbeluitleg aan een groep Nigerianen. „De meesten waren heel geïnteresseerd. Ze vroegen om boekjes van Wesley, Whitefield, Ryle en Spurgeon. Verschillende van hen schreven later nog eens voor me op wat de Zaligmaker voor hen betekent.” Voor een groep Filipijnen in slechte arbeidsomstandigheden haalde hij winterjassen bij het Leger des Heils.
Om betrokken te blijven bij de gebeurtenissen in zijn kerkverband, leest de predikant de kerkelijke berichtgeving en woont hij vergaderingen van collega’s bij. „De zuigkracht van de wereld is merkbaar in de kerk. De preken worden korter, de diensten minder goed bezocht. Ik sta daar niet boven. Het geeft me grote zorgen. Soms zie je bijna geen kind meer in de kerk.”
Veel tijd om een boek te lezen heeft ds. Van der Ham niet. Op een van de weinige vrije momenten pakt hij graag een boek van Guthrie. „Hij schrijft praktisch, pastoraal en eenvoudig op een Bijbelse manier.” Zelf heeft de predikant ook verschillende titels op zijn naam staan, zoals ”Een wolk van getuigen”. Een dergelijk boek -over verschillende christelijke gereformeerde predikanten die leefden in de twintigste eeuw- zou hij graag nog eens schrijven. „Met van ieder een korte levensbeschrijving, een meditatie en een foto uit een familiealbum. Zo gaan hun meditaties niet verloren. Die zijn veel te mooi om ze te laten wegzinken in de vergetelheid.”