EXIT E-nummer
Het zijn niet langer alleen verrijkte levensmiddelen die tegenwicht proberen te bieden aan de verindustrialiseerde etenswaren die de moderne mens dagelijks naar binnen werkt. Na de opkomst van sinaasappelsap met extra calcium en halvarine met toegevoegde vitamines zijn nu de ogen gericht op de basisproducten: die moeten over de hele linie minder vet, zout, zoet en kunstmatig.
Sla AllerHande van deze maand er maar op na. ”Pure kruidenmixen”, kopt het maandelijkse tijdschrift van Albert Heijn op pagina 12. „Zonder kunstmatige geur-, kleur-, en smaakstoffen.” Een handvol pagina’s verderop: „In Unox Knaks zit geen E te veel!” „Soep in Zak maken we niet met kunstmatige geur-, kleur- en smaakstoffen, wel met liefde”, roept dezelfde fabrikant nog een paar bladzijden later. En een collega: „De vernieuwde tijgernootjes van Duyvis bevatten geen kunstmatige geur, kleur- en smaakstoffen.” Fabrikanten laten het de consument graag weten: wij doen er alles aan om ongezonde stoffen uit uw nasi, soep of borrelhapje te weren.Uit onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bleek vorig jaar dat chips aanzienlijk minder foute vetzuren bevatten dan vijf jaar eerder. Dit jaar nog was in het nieuws dat ook in brood, banket en snacks steeds minder ongezonde vetten zitten, aldus de Task Force Verantwoorde Vetzuursamenstelling. Struik, maker van soepen, sauzen, snacks en maaltijden, heeft al langer op het potje krachtbouillon prijken dat hulpstoffen niet nodig zijn. Bijna alle waterijsjes van OLA bevatten sinds kort meer fruit en minder suiker. Campina stopt sinds december „een tikje minder suiker” in een deel van het toetjesaanbod.
Tonnen zout
Unilever -waar ook Unox en OLA onder vallen- bracht in een lang traject het suiker- en zoutgehalte plus de hoeveelheid vetten in zijn producten terug. „We hebben vanaf 2005 de samenstelling van al onze producten, meer dan 22.000 recepturen, doorgelicht en overbodige stoffen verwijderd; eind 2007 waren we klaar”, aldus woordvoerder Els de Bruin. In die drie jaar scheelde dat maar liefst een kleine 40.000 ton verzadigd vet en transvet, ruim 3000 ton zout en 12.000 ton suiker.
Ondanks klaarblijkelijk welwillende fabrikanten blijft het moeilijk om het winkelwagentje in de supermarkt vol te laden met gezonde producten. Althans, dat blijkt uit een vorige week gepubliceerd onderzoek van de Consumentenbond. De meeste supermarkten ruimen aanzienlijk meer plaats in voor ongezonde producten dan voor gezonde. Daarnaast zijn gezonde varianten minder vaak in de aanbieding. Terwijl juist supermarkten een belangrijke rol kunnen spelen bij de keus die de consument maakt, vindt hoogleraar Seidell van de VU. „Zij kunnen een vlag of spandoek hangen boven de groenteafdeling met de mededeling: ”Dit is gezond!” Unilever kan dat niet; die werkt alleen met bewerkte producten en heeft niets met groente en fruit.”
Prikkels uitschakelen
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) zegt in een reactie dat het de uitkomsten van de studie niet kan rijmen met „de hausse aan ontwikkelingen voor een gezonder eetpatroon.” Daarbij wijst het CBL op het stijgende aantal producten waarvan de hoeveelheden suiker, zout en verzadigd vet fors omlaaggingen.
„We weten heus wel dat er veel gebeurt op het gebied van gezondheid”, reageert Marcel van Beusekom van de Consumentenbond. „Maar we hebben nu juist gekozen om te kijken naar wat supermarkten doen om die te bevorderen. Wij kunnen bijvoorbeeld Albert Heijn niet afrekenen op de artikelen die A-merken aanbieden.” Daarnaast, veel van de claims zijn onbetrouwbaar. „Het gebeurt wel eens dat op een verpakking staat ”30 procent minder vet”, en dat er vervolgens wel 25 procent meer suiker in het product is gekomen.”
Albert Heijn komt als beste uit het onderzoek, DekaMarkt als slechtste. De DekaMarkt is dus verboden terrein voor iedereen die verantwoord wil eten? Niet helemaal, relativeert Van Beusekom. „Als een consument alle prikkels kan uitschakelen en zelf weet hoe hij gezonde keuzes maakt, kan hij ook bij de DekaMarkt bewust boodschappen doen. Maar doorgaans is de kans dat je iets ongezonds meeneemt wél groter als er veel van in de schappen ligt.”
Unoxrookworst en -soep
Wat eruit? Kunstmatige geur- en smaakstoffen. Bij alle varianten van Soep in Zak ook de kleurstoffen.
Waarom nu pas? „De technologische ontwikkelingen van tegenwoordig maken het mogelijk om een heerlijke smaak te krijgen met natuurlijke kruiden- en specerijextracten, zodat kunstmatige smaakversterkers overbodig zijn.”
Wat doet dat conserveermiddel nog op het etiket van de rookworst en de frisse erwtensoep? „E250 is een onmisbare hulpstof voor de houdbaarheid. Op het moment dat er nog geen uitstekend alternatief is, willen wij kwaliteit en veiligheid voor de consument garanderen.”
Campinavla
Wat eruit? Dertig procent van de toegevoegde suikers.
Reden? „Door suiker uit vla te halen kan een grote groep consumenten, vooral gezinnen, eenvoudig het dagelijks voedingspatroon gezonder invullen.”
Waarom nu pas? „Vanaf april 2007 heeft de melk van Campina een betere voedingswaarde, doordat de koeien vaker in de wei grazen en evenwichtige bijvoeding krijgen. Sinds kort is er meer van deze melk beschikbaar en gaat het ook in de vla’s. Deze productaanpassing hebben wij aangegrepen om nóg een stap te zetten.”
Waarom maar bij vijf vla’s? „Consumenten willen af en toe lekker genieten, zonder na te denken over hun gezondheid.”
„Hulpstofweglaten is nietper definitieverbetering”
Hoogleraar: Maak product geleidelijk gezonder
Met alle bombarie waarmee bedrijven als Unox en Campina hun producten aanpassen heeft hoogleraar voeding en gezondheid prof. dr. ir. Jaap Seidell niet zo veel op. „Als consument moet je het allemaal maar geloven. Zoveel minder suiker - wat zegt dat?”
„Belangrijk”, noemt de hoogleraar van de Vrije Universiteit in Amsterdam de ontwikkeling dat fabrikanten de samenstelling van hun producten veranderen. „Bewerkte producten bevatten vaak veel te veel zout, veel te veel ongezonde vetten en suikers. Het loont om daar een slag in te maken.”
Geen domheid
Van het mediakabaal waarmee bedrijven als Unox en Campina hun aangepaste worsten, soepen en vla’s in de markt zetten, moet de hoogleraar echter niet veel hebben. E-nummers hoeven bijvoorbeeld helemaal niet ongezond te zijn - zoals de Unoxcampagne doet vermoeden. „Er bestaan er zó veel van. Om die nou over één kam te scheren en voor de marketing te gebruiken - dat is geen geslaagde manier van communiceren. Vaak gaat het bij deze stofjes om veiligheid - die mag niet in het gedrang komen.” Het idee ”E-nummer eruit, dus gezonder” vindt hij sowieso te kort door de bocht. „Er zijn nog zo veel andere stofjes die van invloed zijn, zoals suiker.”
Overzicht E-nummers
Nummer - Soort - Omschrijving
E100 180: kleurstoffen. Geven een product kleur of versterken de bestaande kleur.
E200 252: conserveermiddelen. Gaan bederf tegen en zorgen dat het product langer bewaard kan worden.
E260 297 en 322 385: voedingszuren. Van nature voorkomende zure stoffen die een product een frissere smaak geven of helpen het product langer goed te houden.
E300 321: antioxidanten. Vergroten de houdbaarheid van een product door bederf en kleurveranderingen tegen te gaan.
E400 495: geleermiddelen, emulgatoren, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen. Geleermiddelen geven producten een geleiachtige structuur. Emulgatoren maken het mogelijk om twee stoffen die eigenlijk niet kunnen mengen toch te mengen. Verdikkingsmiddelen en bindmiddelen binden water en maken het product steviger. Stabilisatoren zorgen ervoor dat moeilijk oplosbare stoffen in opgeloste toestand blijven.
E500 585: zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen. Zuurteregelaars stellen de zuurgraad bij. Antiklontermiddelen zorgen dat producten in poedervorm niet gaan klonteren. Rijsmiddelen zorgen dat producten in poedervorm niet gaan klonteren. Rijsmiddelen zorgen ervoor dat het deeg of beslag tijdens de voorbewerking en het bakken rijst.
E620 650: smaakversterkers. Hebben zelf geen duidelijk smaak, maar halen de smaak van andere stoffen naar voren.
E900 914: glansmiddelen en antischuimmiddelen. Glansmiddelen geven het product een glanzend laagje. Antischuimmiddelen zorgen ervoor dat een product minder of helemaal niet gaat schuimen.
E920 928: meelverbeteraars. Zorgen dat het deeg gemakkelijker verwerkt kan worden in de bakkerij.
E938 948: verpakkingsgassen. Verlengen de houdbaarheid van producten doordat ze contact met zuurstof voorkomen.
E950 967 en 420 421: zoetstoffen. Geven een product een zoete smaak zonder de hoeveelheid calorieën sterk te verhogen.
E900 1520: overige hulpstoffen, zoals gemodificeerd zetmeel en enzymen. Gemodificeerd zetmeel wordt gebruikt als bind of verdikkingsmiddel. Gemodificeerd betekent hier dat het zetmeel een chemische bewerking heeft ondergaan. Met genetische modificatie heeft het dus niets te maken.
Bron: Gezondgids Consumentenbond.