Het gaat hierbij om de beleggingsverzekeringen waar mogelijk hoge kosten aan verbonden zijn. Het Instituut Financieel Onderzoek (IFO) had hierover een rapport moeten afleveren, maar na verscheidene vertragingen en een teleurstellend concept heeft Bos daar geen vertrouwen meer in.Bos wil nu dat de AFM aan de slag gaat om 6,5 miljoen houders van beleggingsproducten duidelijkheid te kunnen geven of ze een polis hebben waaraan te hoge kosten vastzitten.

Woensdag bleek tijdens een debat dat een meerderheid van de Kamer echter wil dat Bos nog een uiterste poging doet om het IFO de studie te laten afmaken. De verwachting bij CDA, VVD, SP en PVV is dat er dan sneller resultaat is. De AFM kan op z’n vroegst in oktober met een eerste rapport komen. PvdA en GroenLinks steunen de lijn van Bos wel, hoewel ook zij liever sneller de gegevens op tafel hebben.

De minister benadrukte dat onder de regie van de AFM het IFO een rol kan blijven spelen. Maar een lijmpoging ziet hij niet zitten, omdat hij twijfels houdt of het IFO snel aan de verwachtingen kan voldoen. De Kamer eist dat van de meest relevante van de ongeveer 1200 producten alle „namen en rugnummers” op tafel komen. Het IFO slaagde daar vooralsnog niet in omdat naar eigen zeggen de verzekeraars onvoldoende meewerken. In een nieuw aanbod stelt het IFO mogelijk over een paar weken met resultaten te kunnen komen.

Bos wees de Kamer er gisteren op dat hij nu juist van verzekeraars en andere betrokken partijen de harde toezegging heeft dat ze meewerken aan het AFM-onderzoek. Opnieuw het onderzoek helemaal aan het IFO laten, levert volgens hem alleen maar meer vertraging op.

De Kamer praat op korte termijn verder met Bos, die eerst uiterlijk volgende week in een brief verder uitleg geeft over zijn gesprekken met de AFM.