Hygiëne-eisen bedreigen zelfslachtende slagers
Zelfslachtende slagers komen in de problemen door nieuwe hygiëne-eisen die per 1 november verplicht worden. Dat zegt Tweede Kamerlid Atsma (CDA) woensdag.
Volgens de door voormalig minister Brinkhorst van Landbouw vastgestelde regels moeten zelfslachtende slagers een eigen was- en ontsmettingsplaats hebben. Atsma wil echter dat Nederland niet verder gaat dan de algemene Europese regelgeving. Die schrijft voor dat slagers gebruik mogen maken van een centrale wasplaats in hun directe omgeving. Dit soort wasplaatsen zijn er volgens Atsma genoeg.
In Nederland zijn nog ongeveer honderd zelfslachtende slagers zonder eigen ontsmettingsplaats. „Deze slagerijen slachten per week maar een of twee dieren. Het is voor hun niet rendabel daar een speciale wasplaats voor aan te schaffen. Daar is een investering van zo’n twintigduizend euro voor nodig”, zegt adjunct-directeur M.G. van Steden van de Koninklijke Nederlandse Slagersorganisatie.
Volgens hem is het voor deze slagers ook geen optie hun vlees elders in te kopen. „Het is juist hun kwaliteit dat ze het vlees begeleiden van boerderij naar vitrine.”
Atsma vindt dat in tijden van MKZ of varkenspest best tijdelijk zwaardere regels mogen gelden, maar dat het onlogisch is deze strenge regels ook in veilige tijden te handhaven. „Bovendien is het inconsequent dat kleine slagers wel moeten ontsmetten, maar bijvoorbeeld transportbedrijven en dierenartsen niet.”
Volgende week stelt hij in een gesprek met staatssecretaris J. Odink van Landbouw de hygiëne-eisen ter discussie.