Binnenland

„Ik word aan de hoogste boom gehangen”

Het verwondert ChristenUnieraadslid J. Huizenga uit Almere niet dat zijn orthodox-christelijke opvatting over homoseksualiteit heftige weerstand oproept. Toch schuwt hij een debat in de politieke arena niet. „Ik weet dat ik een standpunt heb dat ingaat tegen de geest van deze tijd.”

J. Visscher
16 June 2008 12:45Gewijzigd op 14 November 2020 05:58
Huizenga: ...domme opmerking... - foto gemeente Almere
Huizenga: ...domme opmerking... - foto gemeente Almere

Voor het Almeerder CU-raadslid Huizenga is het zonneklaar: praktiserende homoseksuelen kunnen de ChristenUnie in de politiek niet vertegenwoordigen. „ChristenUnieraadsleden moeten op een geloofwaardige manier de standpunten van de partij uitdragen. Het principe van de ChristenUnie is dat het huwelijk is voorbehouden aan man en vrouw en dat dáár seksuele gemeenschap thuishoort. Dat betekent dus dat homoseksuelen de partij niet kunnen vertegenwoordigen. Net zoals ongehuwd samenwonenden de ChristenUnie wat mij betreft niet kunnen vertegenwoordigen.”Uw collega Frits Huis van Leefbaar Almere zegt dat u homoseksuelen keihard discrimineert.

„Dat is een domme opmerking. Hij heeft hier niet goed over nagedacht. Als ChristenUnie hebben we het recht om binnen de partij mensen met een bepaalde leefstijl niet toe te staan om als politiek vertegenwoordiger actief te zijn. Dat is een logisch verhaal.

Ik kan ook D66 niet geloofwaardig vertegenwoordigen. Die partij wil dat elke zondag de winkels opengaan, ik wil het tegenovergestelde. Ook een keiharde liberaal zal niet op de lijst komen van de PvdA. Net zomin een directeur van een abattoir de Partij voor de Dieren zal vertegenwoordigen.”

Huis vindt dat christelijke politici anderen hun geloof willen opleggen.

„Hij doet wat hij mij verwijt. Hij probeert zijn leer over homoseksualiteit mij op te leggen. Ik leg niemand mijn principes op.”

Merkt u in de raad vijandigheid vanwege uw opvatting over de homoseksuele praxis?

„Dat zal ik niet direct zeggen. Wel werden we zaterdag gebeld, na een publicatie in De Telegraaf. Iemand vroeg of ik van de pot gerukt was. Vorige week vroeg een collega-raadslid of ik een hekel heb aan homo’s. Toen zei ik: Natuurlijk niet. Ik heb bijvoorbeeld voorheen als directeur van het Arbeidsbureau homo’s aangenomen. Daar maak ik geen punt van.”

Kunt u in de politiek het verschil duidelijk nog duidelijk maken tussen afkeer van de zonde en mededogen met de zondaar?

„Soms wil men een bepaald onderscheid kennelijk niet horen. Terwijl wereldwijd het huwelijk tussen man en vrouw nog steeds als norm wordt gezien, moeten wij hier in Nederland kennelijk vooroplopen, in een soort tweeëntwintigste eeuw. Men maakt een hoop lawaai tegen mensen die de homoseksuele omgang afkeuren.”

Raadslid Huis van Leefbaar Almere vindt dat u zich schuldig maakt aan ”gristelijk verantwoorde discriminatie”.

„Discriminatie is een volstrekt leeg woord geworden. Als ik wat vind over homoseksualiteit, word ik aan de hoogste boom gehangen. Ik mag kennelijk niks zeggen. Maar dat geldt dan weer niet voor iemand als columnist Gregorius Nekschot. Als die wordt aangesproken voor uitingen die duidelijk lasterlijk zijn, springen politici voor hem in de bres.”

Raadsleden zouden deze week opheldering willen over uw standpunt omtrent homoseksualiteit. Hoe ziet u dat debat tegemoet?

„Ongetwijfeld zal er met van alles worden gegooid. Maar als men een beetje redelijk nadenkt, zal men mijn gedachtegang kunnen begrijpen. Ik heb niet wakker gelegen van de commotie en ik zal er ook niet van wakker liggen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer