Spreker Bram Rebergen licht met deze woorden het thema van de 34e EO-Jongerendag toe: ”ondersteboven”.EO-presentator Manuel Venderbos presenteert voor het eerst de jongerendag. „Ik geloof dat God ondersteboven van je is. Ik hoop dat je door muziek of sprekers heen God ontmoet.”

Met een ’zwevende’ en dansende vrouw, opgetrokken met een kabel, veel vuurwerk en lichteffecten wordt de EO-Jongerendag ingeluid. De liederen van de Ronduit Praiseband, onder leiding van aanbiddingsleider Steven van Kranenburg, onderstrepen het thema. „Ik ben verkocht toen ik voor U viel / Met U leven is avontuurlijk / Hij houdt van mij / Hij houdt van jou / Hij is ondersteboven van jou / Ik maak mij dus echt geen zorgen / Jij bent Zijn alles.”

Bezoekers komen ineens even in kerstsferen terecht. Kunstsneeuw dwarrelt omlaag, kerstbomen worden aangerukt en er klinken kerstliedjes. Rebergen houdt zijn verhaal bij een wiegje, dat de plaats van het kind Jezus moet voorstellen. „Ik sta hier in Zijn babykamer”, zegt hij. „Hier ligt God, in een houten bak. Maria een tienermoeder, en Jozef een trotse papa. God heeft ook zo naar die kribbe gekeken, misschien er wel omheen gewandeld. Dat is toch geweldig?”

Later heeft God nog eens tegen Zijn kind gezegd: „Je bent Mijn geliefde kind, in Jou vind ik Mijn vreugde.” „Dat zei Hij toen Jezus dertig jaar was, toen Hij nog geen zonde vergeven had, een zieke genezen of een dode opgewekt had.”

Rebergen maakt de toepassing naar de aanwezigen. „Als er iemand is die niet het gevoel heeft dat iemand echt van hem houdt, als je dat bodemloze gevoel heb, luister dan: God kijkt naar Zijn Zoon en Hij houdt van Zijn kind. God wil ook jou iets vertellen: Ik ben helemaal ondersteboven van je, als ik je zie.”

Waarom? Rebergen: „God vergist zich niet in jou. Hij kent jouw karakter, weet wat je echt wil. Dat weet Hij omdat Hij God is. Hij heeft jou bedacht, gemaakt.”

De liefde van God is allesomvattend, stelt Rebergen. „God houdt van alle mensen, ook van hen die niet in Hem geloven. God heeft hen net zo bedacht als jou. God kan iedereen liefhebben, en jou in het bijzonder. Echt, nooit aan twijfelen. God vergist zich niet, Hij is niet tricky, maar 100 procent te vertrouwen. Al ben je ontrouw, Hij blijft getrouw, daarom kan Hij je inschatten op jouw waarde.”

Hij loopt weer naar het wiegje en haalt het ’kind’ eruit. „Die grote God steekt een hand naar je uit, je hoeft Hem alleen maar aan te pakken, te knuffelen.”

Hij vraagt een plastic zakje los te maken dat alle bezoekers gekregen hebben. Er zit een armband in met daarop de woorden: „Ik ben ondersteboven van jou!” „God zegt tegen jou: Je bent mijn geliefde kind, het enige wat je moet doen is Mij omarmen. Wil je dat?” Ja, klinkt het luid. Nogmaals: Wil je dat? Nog harder: Ja!

Rebergen: „Wij zijn Zijn geliefde kinderen. Hij is ontzettend blij met ons.”

Venderbos kondigt „drie waanzinnige topacts” aan: de rockbands Delirious?, Starfield en Spacifix. Het thema van de dag komt overal terug, bijvoorbeeld op posters met de teksten ”God is ondersteboven van hangjongeren” en ”God is ondersteboven van Oranje”. Leden van de band Spacifix zwaaien met oranje shirts die ze gekregen hebben.

Een emotioneel moment is er voor het Iraanse meisje Setara, die elf jaar geleden -midden in de nacht- plotseling uit Iran moest verdwijnen om veiligheidsredenen. „Wat mis je in Iran?” vraagt presentator Venderbos. Ze barst in snikken uit. „Alles.” Op dat moment komen haar opa en oma het podium op en vindt er een emotioneel weerzien plaats.

Zanger Kees Kraayenoord spreekt over het Bijbelse verhaal van de verloren zoon. Deze neemt de helft van zijn erfenis, en begint een „lange leve de lol-bestaan”. Hij komt letterlijk in de vuilnis terecht, in „een ver vreemd land.”

Maar voordat jij het weet, zit jij ook in een ver vreemd land, in de hongersnood, zegt Kraayenoord. „Ken je Second Life, Hyves? Niets mis mee, maar iemand zei eens: Ik heb 130 vrienden, en dan zie ik platte foto’s. Hoe meer vrienden, hoe populairder je bent. Vrienden, waar heb je het over?”

Zit jij in hongersnood? „Dan hoeven we het niet te hebben over platte seks, over comazuipen, over pillen slikken en steeds meer willen eten. Maar het kan ook dit zijn: je wilt de nieuwste mobiel hebben. Krijgt iemand van je groep daarna de nieuwste, weg is je geluk.”

De jongste zoon gaat naar huis. Niet de spijt, maar de honger wint. „Hij verwacht een dichte deur, maar de deur staat open. Zijn vader vernedert zich openbaar voor zijn zoon, die er ondersteboven van is.”

Maar wat te denken over de oudste zoon? Hij wordt kwaad als hij hoort van het feestje dat zijn vader en zijn broer bouwen. „En de vader komt naar buiten en vernedert zich opnieuw. Ken jij de oudste zoon? Je bent altijd in de kerk geweest, op catechisatie, en heb toch het gevoel: ben ik wel echt geliefd? Hoor ik er echt bij, bij God? Word ik wel echt gezien? Die jongste en oudste zoon, ze zitten beiden in ons leven.”