Fens werkte tussen 1959 en 1982 als leraar Nederlands. In 1982 werd hij als niet-academicus hoogleraar moderne letterkunde aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen. Na zijn emeritaat in 1994 werd hij bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan dezelfde univeristeit. Hij legde die functie zeven jaar geleden neer.Vanaf 1955 schreef Fens literaire kritieken. Eerst voor het katholieke weekblad De Linie en daarna van 1960 tot 1968 voor het eveneens katholieke dagblad De Tijd. Van 1968 tot en met 2007 schreef Fens voor de Volkskrant. Tot 1978 betrof het uitsluitend literatuurkritieken, waarbij de poëzie zijn voorkeur had. Daarna ging hij ook over andere onderwerpen schrijven, zoals de middeleeuwen, die zijn speciale belangstelling hadden. Voor het weekblad de Tijd schreef Fens een wekelijkse column over culturele onderwerpen onder het pseudoniem A.L. Boom.

Fens werd in 1990 onderscheiden met de P. C. Hooftprijs voor zijn gehele oeuvre. Op 13 mei 2007 werd hij tijdens het boekenbal benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.

Hoofdredacteur Pieter Broertjes van de Volkskrant sprak zondag voor Radio 1 van een „groot verlies”. Fens slaagde erin alles wat hij zag, ook het kleine, ook als het over sport ging, te bewerken tot een verhaal waarmee mensen hun voordeel kunnen doen, aldus Broertjes. Vrijdag verschijnt Fens’ laatste stuk, over de middeleeuwse Italiaanse dichter Petrarca, in de krant.

Schrijver Harry Mulisch prijst Fens als „een serieuze, maar erg katholieke intellectueel”. „Literatuurkritiek is een heel andere discipline dan creatief schrijven”, vindt de auteur. „Maar in zijn club was hij de absolute top. Er stak geen kwaad in de goede man. En dat kan je lang niet van alle schrijvers en critici in Nederland zeggen”.

Minister Plasterk (Cultuur) kon zondag geen reactie geven op de dood van Fens.