OuderlingenBlad / Kerkblad OGG / Het Zoeklicht
OuderlingenBlad
De verlichting heeft de theologie onttroond als koningin van de wetenschappen en God als verklaringsprincipe overbodig gemaakt. Dr. G. Manenschijn vraagt zich in OuderlingenBlad af hoe het nu verder moet met geloof en wetenschap.„Als ter verklaring van de natuurlijke werkelijkheid God onomkeerbaar op afstand is gezet, blijft er een vraag over: „Waarvoor is godsgeloof nog nodig?” Voor zinduiding, zegt men tegenwoordig. Zinduiding is echter zo vaag dat je er alle kanten mee op kunt, van wondergeloof tot eindeloos bewustzijn. Het verschil tussen geloof en bijgeloof vervaagt.
Daartegen protesteert het Bijbelse spreken over God. We bidden niet: ”Eeuwig Opperwezen”, maar: ”Onze Vader die in de hemelen zijt.” We mogen God als Vader aanspreken en een vader is een persoon. We kunnen er niet onderuit: wie afscheid neemt van God als Persoon, is de God van de Bijbel kwijt.
Helaas, de voorstelling van God als Persoon staat ook al onder druk. Het bezwaar luidt: Wie die voorstelling heeft, gaat terug naar de opvatting dat God alles regelt, zelfs regen en droogte, en rijkdom en armoede, zoals de Heidelbergse Catechismus ons voorhoudt. Iedereen kan weten dat regen en droogte natuurverschijnselen zijn en dat niet God, maar de mensheid verantwoordelijk is voor het schrijnende verschil tussen rijkdom en armoede. Daar is niets tegen in te brengen, maar daarmee is de voorstelling van God als Persoon niet aangetast.
Harry Kuitert zei: „God is van verbeelding”. Ik zeg: „God is van gelovige verbeelding.” Gelovige verbeelding is geen zinsbegoocheling, maar een manier van leven die rekening houdt met wat de Bijbelverhalen over God vertellen, bijvoorbeeld in de actuele betekenis van de Tien Woorden.
We hebben niets anders dan verhalen over God, maar die verhalen zijn zo rijk, dat we er nog steeds mee op weg kunnen, op de weg van de profeten en van Jezus van Nazareth.
Kerkblad OGG
Criminaliteit neemt onder jongeren onrustbarende vormen aan. Drs. G. Boonzaaijer legt in Kerkblad (van de Oud Gereformeerde Gemeenten) de vinger bij het afnemende normbesef en het loslaten van de christelijke waarden.
„Anderzijds kunnen wij ons als reformatorische bevolkingsgroep ook niet al te zeer op de borst kloppen. We moeten met schaamte denken aan de oudejaarsrellen in de gemeenten in de zogenaamde biblebelt. In veel gemeenten met een grote reformatorische bevolkingsgroep zijn de problemen rond de jaarwisseling groter dan het landelijk gemiddelde.
Wij kunnen hierbij wel allerlei nuanceringen plaatsen. In betreffende gemeenten is vaak sprake van een relatief grote groep jongeren; de kerkelijke jongeren zijn in die gemeenten meestal nog altijd in de minderheid; het gaat vaak om oude tradities van baldadigheden in deze nacht. Dat neemt niet weg dat hier sprake is van een pijnlijk feit. We zouden zeggen dat de gemeenten met relatief veel kerkelijke jongeren er juist in positieve zin zouden moeten uitspringen.
Deze misdragingen hebben natuurlijk ook weer een negatief effect op het beeld dat men in ons land heeft van onze bevolkingsgroep. Wordt op deze wijze ook Gods Naam niet gelasterd? Van buitenstaanders lezen we als verklaring voor deze problemen dat de kerkelijke jeugd zozeer is ingesnoerd in regels dat zij juist des te meer uit de band springt als de kans zich voordoet. Een strakke christelijke opvoeding zou maken dat de jeugd alleen onder strenge handhaving van regels kan leven. Jonge mensen zou op deze wijze onvoldoende verantwoordelijkheidsgevoel worden bijgebracht.
Ik heb grote twijfels bij deze redenering van psychologen. In een verstandige christelijke opvoeding zal men juist ook veel aandacht besteden aan het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel. Dan leert men juist de naaste lief te hebben en zijn welzijn te bevorderen. Men kan in de opvoeding niet volstaan met het inpompen van regels. Het gaat er juist om dat de regels innerlijk worden aanvaard. Het gaat uiteindelijk om het buigen voor het gezag van Gods Woord in ons leven.
Ik vrees dat de oorzaak van het wangedrag van kerkelijke jongeren moet gezocht worden in het ontbreken van die innerlijke aanvaarding. Om het met de onder ons gangbare termen weer te geven: het beslag van de Waarheid wordt gemist.
Een goede christelijke opvoeding, welke ouder is in staat om die te geven? Wij zijn er echter diep van overtuigd dat een leven overeenkomstig Gods Woord ons zal bewaren voor allerlei ongewenst gedrag. Een christelijke opvoeding kan nooit de oorzaak zijn van wangedrag.
Zoals wij reeds opmerkten, is de toenemende criminaliteit bij jongeren juist terug te voeren op het loslaten van het christelijke patroon van normen en waarden. Zo is ook het wangedrag van reformatorische jeugd terug te voeren tot een afnemend besef van het gezag van Gods Woord.
Het Zoeklicht
Kinderen hebben ook vaders nodig. In Het Zoeklicht geeft Bert Reinds aan de vooravond van Vaderdag een omschrijving van goed vaderschap.
„Wanneer vaders hun kinderen met strengheid, maar zonder liefde opvoeden, brengen zij hun kinderen tot opstand of wanhoop. In de genoemde teksten worden vaders vermaand tot gehoorzaamheid in een dienend (vader)leider van zijn gezin te zijn. U, vader, heeft uw gezag niet gekregen om te heersen of op uw lauweren te rusten, maar om uw huisgezin een ware werkplaats van de Here God te laten zijn, om uw kinderen op te voeden in de vreze des Heeren, leiding aan dat proces te geven op basis van onvoorwaardelijke liefde en trouw. Vraag uw kinderen eens hoe zij het beleven?
Een ander aspect van het vaderschap is de voorbeeldfunctie. U bent een voorbeeld voor uw kinderen. Kinderen kijken naar u en doen u na. U bent een voorbeeld als het gaat om het contact met God en het weerspiegelen van wie God is. Daarnaast bent u ook in de omgang met uw vrouw, hun moeder, een voorbeeld. Hoe u met God omgaat, heeft invloed op het beeld dat uw kinderen vormen van God.
In Hebreeën 12:7 tot 11 wordt duidelijk een link gelegd tussen het aardse vaderschap en het hemelse Vaderschap. In dit gedeelte wordt ook nog weer een verwijzing gegeven naar ons eerste punt: leidinggeven ten goede. Ook in de omgang met hun moeder, uw vrouw, heeft u invloed op de wijze waarop uw kinderen met hun moeder in het bijzonder en het vrouw-zijn in het algemeen, omgaan.
Als u uw vrouw niet met eer en respect behandelt, is de kans aanwezig dat uw kinderen dat ook niet doen. Gelukkig is het omgekeerde ook waar. In Spreuken 31:28 staat dat de zonen hun moeders prijzen! Waarom? Omdat hun vader verstandig met haar omgaat. Vraag uw vrouw hoe zij dat ziet en beleeft.