Het gemiddelde overheidstekort in de landen die de euro als betaalmiddel hebben, daalde van 1,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2006 tot 0,6 procent in 2007. Volgens de ECB is dit niet zozeer te danken aan het goede gedrag van de eurolanden, maar vooral aan de gunstige economische omstandigheden en onverwacht hoge overheidsinkomsten.De ECB verwacht dat met het verslechteren van de economie de tekorten in 2008 en 2009 weer zullen oplopen. De centrale bank voorspelt dat de economische groei in de eurozone dit jaar zal afzwakken en pas in de loop van 2009 langzaam weer zal aantrekken.

In verschillende eurolanden zal het overheidstekort daardoor de afgesproken maximale grens van 3 procent van het bbp benaderen. Zo verwacht de Europese Commissie dat het begrotingstekort van Frankrijk dit jaar zal uitkomen op 2,9 procent van het bbp en daarna zal doorgroeien naar 3 procent.

De ECB signaleert in zijn rapport dat veel eurolanden meevallers hebben gebruikt voor extra uitgaven en lastenverlichting, in plaats van het terugdringen van het eigen tekort. Dit gaat in tegen de afspraken van de lidstaten om in gunstige tijden tekorten weg te werken, zodat er een buffer is als het economisch klimaat omslaat.

Nederland noteerde in 2007 een overschot op de begroting van 0,4 procent. Het Centraal Planbureau verwacht niet dat er in de komende twee jaar een tekort op de Nederlandse begroting zal ontstaan.