Zeven gemeenten HHK in hoger beroep
Zeven hersteld hervormde gemeenten hebben besloten in beroep te gaan in de verklaring-voor-rechtprocedure tegen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN).
Dat blijkt uit een persverklaring van de scriba van de hersteld hervormde gemeente van Nederhemert, J. van Ooijen.De zeven gemeenten die hoger beroep aantekenen zijn: Garderen, Katwijk aan Zee (wijk De Noord), Katwijk aan Zee (wijk Morgenster), Nederhemert, Ouddorp, Voorburg en Vriezenveen. De gemeenten laten zich bijstaan door de juristen mr. drs. Th. F. Roest uit Haarlem en mr. P. J. den Boef uit Houten.
In de verklaring-voor-rechtprocedure vroegen ruim vijftig hersteld hervormde gemeenten de Utrechtse rechtbank uit te spreken dat hervormde gemeenten het recht hadden om in mei 2004 niet mee te gaan in de PKN, met behoud van de naam ”hervormde gemeente” en de kerkelijke goederen. De rechter wees deze eis op 12 maart af. Volgens de rechtbank zijn de hervormde gemeenten in de Protestantse Kerk de juridische voortzetting van de hervormde gemeenten in de Nederlandse Hervormde Kerk.
Zeven hersteld hervormde gemeenten gaan nu in hoger beroep tegen dit vonnis. Ze stellen dat „het afnemen van de kerk, de naam en het bezit” als „onrecht” wordt ervaren. „De gemeenten hebben zich niet schuldig willen maken aan het oprichten van een nieuwe afgescheiden kerk naast de reeds bestaande. Van meet af aan is duidelijk dat zij zich daarom niet kunnen en willen laten behandelen als kerkelijk afgescheidenen. Zij hebben consequent begeerd te blijven staan op de grondslag van de Nederlandse Hervormde Kerk.”
Volgens de gemeenten staat de rechtsgang „nog gewoon open. De gemeenten zien geen reden de juridische kwalificatie een kerkelijke afscheiding te zijn, te aanvaarden. Met de uitspraak in Utrecht heeft de rechter geen recht gedaan aan de eigenlijke vraag in de procedure.”
Ook zijn er volgens hen „belangrijke rechtsvragen te stellen. Deze vragen spitsen zich toe onder meer op het feit dat de rechter er zich via marginale toetsing van afgemaakt heeft. Kortom, de gemeenten zijn van mening juridisch niet te kunnen laten gaan datgene waarvan altijd gezegd is dat het onopgeefbaar was: de kerk, de naam, het bezit”, aldus het persbericht.
Het moderamen -synodebestuur- van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) heeft geen enkele betrokkenheid meer bij de voortgang van de verklaring-voor-rechtprocedure. Na de scheuring van mei 2004 in veel hervormde gemeenten besloot het synodebestuur van de HHK een coördinerende rol op zich te nemen in de toen al lopende bodemprocedure. Na de uitspraak van 12 maart besloot het synodebestuur de gemeenten te adviseren af te zien van verdere stappen. De grote meerderheid van de betrokken gemeenten nam dit advies over.