Delfts blauwe tegeltjeswijsheid uit Gouda
Bierpullen voor Heineken, kerstballen voor Amerika, relatiegeschenken voor defensie. Het Delfts blauw van Montagne Aardewerk kent veel bestemmingen. Het familiebedrijf is anno 2008 de laatste der Mohikanen in Gouda en omstreken.
Met vaste hand verluchten twee schilders op leeftijd vazen en kannetjes met karakteristieke, Delfts blauwe verf. Uit de losse pols penselen zij op het gebakken aardewerk -het biscuit- weelderige motieven en oud-Hollandse landschappen.Die vazen en kannetjes werden even daarvoor nog als vloeibare klei in gipsen mallen gegoten en voor de eerste keer gebakken. Na beschildering krijgen ze een dompelbad in glazuur en duiken ze opnieuw de oven in. Drie ovens per week bakken ze bij de Montagne Aardewerkfabriek in Gouderak. „Een arbeidsintensief proces”, zegt eigenaar Remco Montagne (43). „Maar erg mooi.”
Rijen opgestapelde Delfts blauwe snuisterijen zijn het resultaat. Veel Hollandse molens, tulpen en vazen, maar ook ander goed produceert het familiebedrijf uit de Krimpenerwaard. „Onze handgeschilderde kerstballen zijn erg populair bij Amerikanen.” In totaal heeft de fabriek een assortiment van zo’n duizend verschillende artikelen. Veel daarvan beschilderen de medewerkers nog handmatig, maar in toenemende mate gebruikt Montagne ook drukwerk: door middel van een sjabloon aangebrachte verf.
De totale aardewerkproductie bestaat voor de helft uit souvenirs, de andere helft zijn relatiegeschenken en producties in opdracht. „Voor Heineken vervaardigen we bierpullen, aan defensie leveren we ook veel, die willen graag dingen met grote logo’s erop.” Verder werkt Montagne regelmatig met kunstenaars. „Zij komen met een ontwerp, wij voeren dat uit, vormen voor hen een soort platform.”
Al die Hollandse molens, vazen en tulpen zijn natuurlijk een beetje kitsch, en dat lijkt Montagne zelf best te beseffen. „Het zijn souvenirs hè, en da’s geen kunst.” Maar er is markt voor zijn Delfts blauwe waar. Het grootste gedeelte slijt hij aan de grote toeristensteden Amsterdam, Delft en Maastricht. „Alleen al naar Amsterdam gaat 50 procent.” Van de totale productie was altijd de helft bestemd voor export. „Nu is dat nog maar een derde”, zegt Montagne. De lage dollarkoers is de boosdoener. „Amerika en de Antillen waren onze grootste afzetmarkt. In een periode van zeven jaar zijn we 70 procent duurder geworden.”
Veel Nederlanders verafschuwden Delfts blauw aardewerk altijd een beetje, maar dat tij lijkt enigszins te keren. Delfts blauw mag weer in het interieur. Zo is bijvoorbeeld het tegeltje met spreuk weer in opkomst. Montagne laat een exemplaar zien met de bekende tekst: „Van het concert des levens krijgt niemand een program.” „Behoorlijk cliché”, geeft hij toe. „Maar je kunt er ook je eigen tekst op schilderen.”
Het vervaardigen van aardewerk zit de familie Montagne in de genen. Opa Nicolaas leerde het vak in de jaren twintig -bloeitijd van het Goudse aardewerk- van een van zijn broers. Gedrieën runden zij een bedrijf in de Goudse binnenstad, dat zich voornamelijk toelegde op gebruiksaardewerk. In 1951 startte Nicolaas in een paar oude arbeiderswoningen aan de Boelekade zijn eigen fabriek. De productie spitste zich toe op het maken van souvenirs, vooral in de naoorlogse jaren een gewild product. „Er waren toen wel honderd aardewerkfabrieken in Gouda en omstreken”, aldus Montagne.
Zoon Karel stapte in de jaren zestig in de zaak en verstevigde de positie van de fabriek in de omgeving. Diens zoon Remco werd op zijn 23e mededirecteur. De fabriek verhuisde naar een gunstiger locatie en nam een drietal andere aardewerkfabrieken over: Jumbo in 1997, ODC en De Wit in 2000. Met de overname van de laatste haalde de ondernemer meteen een kwaliteitsmerk in huis. „De naam De Wit lieten we bestaan, als keurmerk voor een serie Delfts blauw die beter van kwaliteit is en volledig handgeschilderd.”
Het familiebedrijf is anno 2008 nog de enige aardewerkfabriek in het Goudse. Het tekent de teloorgang van een eeuwenoud ambacht. Toenemende concurrentie uit goedkope productielanden als China doet het bedrijf ook geen goed. Montagne zal zich in de toekomst meer moeten gaan richten op het minder arbeidsintensieve drukwerk. „Of ik ga meer samenwerken met kunstenaars en me meer toeleggen op design.”
Concrete toekomstplannen heeft de ondernemer overigens nog niet. Al signaleert Montagne wel dat de gemiddelde leeftijd van zijn werknemers hoog ligt, en dat jonge mensen die zich willen bekwamen in het vak van aardewerkschilder dun gezaaid zijn. „Het zal moeilijk worden”, geeft hij toe. „Maar ik kan nog wel twintig jaar vooruit, ik heb een paar goede schilders van in de veertig in dienst. Die houden het nog wel even vol - als ik héél aardig voor ze ben.”