„PKN moet inspelen op zingevingsvragen”
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moet inspelen op de grote behoefte aan zingevingsvragen in de moderne samenleving. Niet in de vorm van een snackbar die geestelijke of liturgische producten aanbiedt, maar door helder te etaleren waar het in het christendom om gaat: het geschonken heil, om de naasten te dienen en Christus te verheerlijken.
Dat zei oud minister prof. dr. C. P. Veerman vrijdag in Utrecht op een symposium ter gelegenheid van het afscheid van dr. B. Plaisier als scriba van de generale synode van de PKN.De kerken bevinden zich in een uiterst moeilijke situatie, zei Veerman met een verwijzing naar het boek ”Het Nederlands christendom in de twintigste eeuw” van dr. E. P. Meijering. In de huidige complexe maatschappij is volgens hem sprake van vervreemding, die leidt tot gevoelens van onmacht en vrees voor de toekomst. „Waarin kan de zoekende mens dan zijn rust, zijn levensvervulling vinden? Het antwoord van het postmodernisme is: nergens.”
De kerk moet in de zoektocht van velen naar „een bezielend verband” waarin zij saamhorigheid en geborgenheid ervaren, een nieuwe opdracht en kans zien, aldus Veerman. Die verbondenheid en geborgenheid kunnen zich op vele manieren uiten. In de kerk is volgens hem plaats voor zowel het zingen op hele noten als voor het blijmoedig gezang van de migranten.
Geluiden
Het afscheidssymposium van dr. Plaisier had als thema ”Protestantse geluiden”. Zes sprekers belichtten verschillende aspecten van het protestantisme vanuit de hedendaagse cultuur.
De hervormde predikant ds. P. L. de Jong uit Rotterdam Delfshaven sprak over verdeeldheid en eenheid. De vorming van de Protestantse Kerk in 2004 was voor hem zowel een „droom” als een „ontstellende nachtmerrie.” Een nachtmerrie „vanwege het weggaan van 50.000 mensen waarover je niemand meer hoort. En in plaats van groei gaat de afbraak keihard door.”
Ophouden met dromen dus, vindt ds. De Jong. „Het is niet protestants om lyrisch te doen over de kerk als instituut. Waarover zouden we lyrisch kunnen worden behalve over het Evangelie van Jezus Christus dat ons is toevertrouwd?”
EO presentator Andries Knevel vindt de samenwerking tussen kerken en christelijke maatschappelijke organisaties, die vaak de tijdgeest beter aanvoelen, onmisbaar. Hij adviseerde de nieuwe scriba van de generale synode, dr. A. J. Plaisier uit Amersfoort, de Protestantse Kerk en de evangelicale stroming met elkaar te verbinden. Vroeger fungeerde Abraham Kuyper als geestelijk leidsman, aldus Knevel, en in deze tijd zou dat de Britse theoloog Alister McGrath kunnen zijn.
Bisschop
De oud katholieke aartsbisschop van Utrecht, dr. J. Vercammen, hield een pleidooi voor het bisschopsambt in de PKN. Een dergelijke bisschop –man of vrouw– is volgens hem geen geïsoleerde opzichter van een autoritair soort, maar „een herkenningspunt in de moderne samenleving die verwijst naar de Heer en Zijn kerk.”
Dr. Vercammen constateert dat het oecumenisch gesprek tussen de PKN en de Rooms Katholieke Kerk niet de gewenste diepte krijgt. „Zou het dan toch geen goed idee zijn om de blik eens richting een kleine katholieke kerk te wenden, waarmee men misschien enkele interessante principiële dingen zou kunnen bereiken die meteen een hoog symbolisch gehalte zouden hebben?”
Gespreksleider prof. dr. G. de Kruijf vroeg kardinaal dr. A. Simonis, die in de zaal zat, om een reactie op de woorden van dr. Vercammen. Dr. Simonis benadrukte dat kerk is gebouwd op het fundament van de apostelen. „Jezus koos Petrus uit om Zijn kerk op te bouwen. En dat gaat voort in pausen en bisschoppen. Als we spreken over verzoening, dan is dat uitstekend. Maar op welke basis spreken we dan?”
Verder spraken mw. ds. N. M. van Kampen Boot (Pijnacker) over missionaire roeping, CDA politica Ferrier over de multireligieuze samenleving, en dr. Stefan Paas over protestantisme en politiek. De bijdragen zijn gebundeld in het boek ”Protestantse geluiden bij het afscheid van Bas Plaisier”.