„Belangen van vissers worden vernacheld”
Plotseling werd maandag de mooie visdag van Wubbo Pasterkamp van de UK 145 wreed verstoord. Boos reageert de Urker op de onheilsboodschap dat de visserij op kabeljauw en wijting volgend jaar misschien wordt gesloten. „Dat is typisch een oplossing die vanachter een bureau wordt bedacht.”
De UK 145 viste maandag 20 mijl ten noordwesten van IJmuiden. Het was mooi weer. „We hebben redelijk gevangen, we mogen niet mopperen”, zegt Wubbo Pasterkamp (41) via de telefoon. „We hebben 10 ton vis onder het dek staan. Het gaat vooral om wijting, maar we hebben ook kabeljauw, schar, makreel en veel inktvis.”
Gistermiddag pakten zich ineens donkere wolken boven zee samen toen Pasterkamp hoorde dat de biologen hebben geadviseerd de visserij op kabeljauw en wijting volgend jaar te sluiten, terwijl bovendien de vangst van schol en tong moet worden beperkt. „Het bericht zong al snel rond op de vloot. Ik kreeg tal van telefoontjes van collega’s en heb het nieuws voortdurend op de radio gevolgd.”
Het advies veroorzaakte een storm van verontwaardiging. De vissers voelen zich gepakt. Het zwaarst getroffen worden de circa tien zogenaamde rondviskotters zoals de UK 145, want die vissen gericht op kabeljauw en wijting. Maar ook de bijna 400 andere Nederlandse kotters, die vooral schol en tong vangen, hebben grote kritiek op de adviezen.
„De biologen verwijten ons overbevissing van de kabeljauw, terwijl er volgens hen ook weinig wijting zou zijn. Volgens Pasterkamp is dat flauwekul. In het zuidelijk deel van de Noordzee bulkt het van de wijting. Bovendien vissen wij amper op kabeljauw, want dat zit hier niet. Daarom vissen wij sinds een paar jaar ook op veel andere vissoorten, zoals rode poon, mul en inktvis. Het Nederlandse en ook het Belgische kabeljauwquotum is zo krap dat je daar niet van kunt bestaan. De afgelopen jaren zijn deze gestaag gedaald. In 2001 mochten wij nog 78 ton kabeljauw en 48 ton wijting ton vangen, maar dit jaar is dat slechts 52 respectievelijk 22 ton.”
Het steekt de Urker dat de biologen -met Europees visserijcommissaris Fischler in hun kielzog- niet naar de praktijk kijken. „De Schotten die in het noordelijk deel van de Noordzee vissen hebben gigantische kabeljauwquota. Bovendien vangen zij veel jonge vis, terwijl ook bekend is dat de Schotten hun vis vaak illegaal aanvoeren. Dat loopt de spuigaten uit.”
Pasterkamp vindt dat de biologen met verkeerde adviezen komen. „Nu moeten de goeden onder de kwaden lijden. Fischler moet de Noordzee in tweeën delen. Het visserijbeleid is nu een politiek steekspelletje geworden. Ieder land heeft zijn eigen belangen. Nederlandse vissers schreeuwen al jaren om een vangstverbod op kabeljauw tijdens de paaitijd in het voorjaar. Dat is toch logisch als je wat aan het visbestand wilt doen? Maar de Denen, die graag grote kabeljauwen willen, zijn daar tegen, omdat je die grote tijdens de paaitijd gemakkelijker kunt vangen. Wij zijn daar echter wel de dupe van.”
Ook vindt de Urker dat de biologen en de Europese Commissie te weinig letten op de veranderingen in de natuur. „Al jaren zie je dat de grote kabeljauwen naar het noorden van de Noordzee opschuiven, terwijl de kleinere steeds meer in het zuiden rond Het Kanaal zitten.”
Het ergert de Urker dat de biologen een verkeerd beeld van de vissers oproepen. „Wij worden neergezet als een stel rare mannetjes die maar raak vissen. Maar het tegendeel is waar. Wij zijn hardwerkende mensen, die een boterham proberen te verdienen. Het is diep droevig.”
Afgelopen nacht voerde de Urker zijn vis aan in de afslag van IJmuiden. De onrust over de dreigende sluiting had vanmorgen nog geen gevolgen voor de prijs. „We beurden voor de 5,5 ton wijting een normale prijs van ongeveer 1 euro per kilo, terwijl de 400 kilo kabeljauw rond de 2,60 euro voor de kleine en 5 euro voor de grote vissen opbracht.”
Pasterkamp wil graag doorgaan. „Wij vissen altijd met de UK 135 van mijn neef. Samen vormen we een span. De kabeljauwvisserij is heel mooi. Soms vang je op de ene plaats niets, maar dan ga je het 100 mijl verderop proberen. Het is heel afwisselend. Het heeft iets weg van gelukzoekerij, maar je moet best een beetje kennis van zaken hebben”, zegt de Urker, die al sinds 1977 op zee is.
Door de adviezen is de toekomst onzeker. De visser was vanmorgen somber gestemd. „Met de UK 135 en 145 hebben we twee mooie, moderne schepen. Ze zijn twee jaar oud. Zelfs de afgelopen twee jaar hebben we goed gedraaid, omdat we steeds meer op andere soorten zijn gaan vissen. Maar door het verkeerde visserijbeleid is de vissers inmiddels al veel afgenomen. Onze belangen worden vernacheld.”