Het Centraal-Afrikaanse land is rijk aan onder meer goud, diamant, kobalt en koper. De strijd om die grondstoffen was een belangrijke factor in een oorlog die zo’n vier jaar heeft geduurd en ongeveer 2 miljoen levens heeft geëist. De meeste slachtoffers vielen niet door de strijd, maar door de honger. In juli werd het vredesakkoord met Rwanda getekend.

Inmiddels hebben de meeste buitenlandse troepen het land verlaten. De regering en het leger van Rwanda en de regeringsfunctionarissen van zowel Zimbabwe (dat Kinshasa steunde) als Congo zelf, gaan echter door met de illegale exploitatie van Congo’s grondstoffen.

Het VN-team adviseert financiële sancties tegen 29 bedrijven in België, Rwanda, Uganda, Zimbabwe, Zuid-Afrika en Congo. Ook moeten er volgens het team een reisverbod en financiële maatregelen komen tegen 54 personen. Op de lijst staan onder anderen de Congolese ambassadeur in Zimbabwe, de Zimbabwaanse parlementsvoorzitter en de bevelhebbers van het Rwandese en het Ugandese leger.

Het team vindt verder dat hulp aan Rwanda, Uganda en Zimbabwe gekoppeld moet worden aan de mate waarin die landen zich houden aan het vredesakkoord van Lusaka en aan de maatregelen die een eind moeten maken aan de illegale exploitatie van de Congolese grondstoffen.

De experts van de VN zijn door secretaris-generaal Kofi Annan benoemd om de plundering van Congo’s natuurlijke rijkdommen te onderzoeken. Zij benadrukken in hun rapport dat massale technische en financiële hulp voor de bevolking nodig is om te voorkomen dat die te lijden krijgt van de maatregelen tegen de uitbuiters.

Verder dringt de VN-ploeg aan op een „snel programma” voor het herstel van de veiligheids- en regulerende instanties, zoals douane en belastingdienst. Tegelijkertijd moet er een einde komen aan de onschendbaarheid die de autoriteiten en diverse ambtenaren genieten.