Geen kennis
„Gij dorre beenderen! hoort des Heeren woord.”
Ezechiël 37:4Onder een natuurlijk mens verstaan wij ook een burgerlijk christen, ja, de beste onder die. Hij is voor het oog van de mensen eerlijk, deugdzaam, ja, onberispelijk. Hij is als Paulus voor zijn bekering. Ofschoon hij zichzelf rechtvaardig oordeelt en door anderen wordt geëerd, bij God in Zijn gericht is hij als een natuurlijk mens walgelijk en verdoemelijk.
Echter, een natuurlijk mens, wat hij ook van zichzelf denkt en wat grote gedachten en verbeelding hij ook van zijn deugden, goede werken en wandel maakt, hij is zonder genade, geest en leven. Bijgevolg kan noch zal hij niet zalig worden wanneer hij in deze staat blijft. Dat blijkt uit het volgende. Hij is zonder de rechte kennis van zijn ellende. Hij heeft geen diep gevoel, noch smartelijke indruk van zijn verloren en verdoemelijke staat in Adam. Daarom is in hem niet de rechte zucht en hartelijke begeerte, noch een uitzien naar Christus en de verlossing door Zijn bloed. Zonder kennis van die beide is de zaligheid voor hem volstrekt onmogelijk, omdat hij onder de vloek van de wet is en blijft.
Hoor wat Christus zegt in Openbaring tot die van Laodicea: Omdat gij lauw zijt, noch koud noch heet. De natuurlijke mens heeft, kent, begeert en openbaart de waarachtige bekering of wedergeboorte niet.
Jeremia Hollebeek,
predikant te Leiderdorp
(”De natuurlijke mens in zijn valse gronden”, 1750)